Problemaribo
10 Sep, 08:24
foto


“VHP voert beleid uit, ABOP voert campagne”. Dit komt uit de mond van president Santokhi. Hij stuit binnen zijn coalitie steeds op tegenstand. Maar hij moet de hand in eigen boezem steken. Hij staat nepotisme toe. Hij durft geen slechte ministers te ontslaan. In zijn droom van 28 zetels had het makkelijk kunnen zijn. Toch lijkt in de late ‘tweede helft’ van zijn ambtstermijn een vernieuwde baas te zijn opgestaan, een president die daadkracht toont. De olifant loopt gevaar een zondebok te worden en alle schuld op zich te krijgen. Dus steekt hij zijn slurf omhoog en trompettert. Hopelijk blijft het niet bij lucht blazen.

De relatie tussen VHP en ABOP is als die van een grote, verstandige broer en zijn excentrieke broertje. De een voelt zich genoodzaakt de ander in bescherming te nemen. Het kiesstelsel heeft de ABOP meer macht gegeven dan gezond is voor de democratie. De centrale verhaallijn van VHP botst met de tribale verhaallijn van ABOP. De VHP volgt een macro-economisch en rechtsstatelijk pad, terwijl de ABOP bezig is met campagne voeren en zoveel mogelijk binnenhalen voor haar achterban.
De ABOP komt over als een ongeloofwaardige draainagel. De ontboezemingen op podia zijn veelzeggend. Wat daar wordt gezegd, wijst op een ontoereikend moreel kompas. Het zijn de valse tonen in het lied van de regering. De voorzitter van de ABOP trapt op podia in zijn eigen schijnbewegingen en moet de volgende dag als vp uitleggen waarom de voorzitter bokkensprongen maakte en dat het niet zo bedoeld was.

De gebrekkige samenwerking tussen VHP en ABOP kwam opnieuw tot uiting in de perikelen rond de benoeming van de PG en in de ‘grondroof’-schandalen. Blijkbaar heeft de president zijn dikke buik vol ervan. Hij maakte abrupt een einde aan de bemoeiing van de ABOP in de PG-benoeming en hij gaat de Grondroof Boeven Bende bulldozeren. Kijk, zo maak je als president het verschil.

Als je langs het ministerie van GBB loopt, moet je je neus dichtknijpen. Alleen de minister ruikt niets en tekent ‘valse’ grondpapieren die haar onder de neus worden geschoven. Het is duidelijk waarom mevrouw Pokie plaats moest maken voor een pop aan een touwtje. De perikelen bij GBB zijn typerend: een ministerie als ‘eigendom’ van een partij, bezet door familie en vrienden, oneerlijke onbetrouwbare ambtenaren die zeggen “het is nog in behandeling” (lees: je hebt nog geen tyuku betaald of erger: de legale diefstal van je perceel is al voltooid, maar je hoeft het nog niet te weten) en vertrapping van rechten van anderen. 

Santokhi nam in 2020 het zinkende staatsschip Problemaribo over. De vorige regering had er flink huisgehouden. De economie is gestabiliseerd dankzij impopulaire maatregelen. Maar de staatseconomie is nog steeds slecht (hoge schuldenlast, veel onbekwaam personeel, meer uitgaven dan inkomsten). Er zijn meer bezuinigen nodig.
Geld printen, duur geld lenen en banken beroven om aan de mensen te geven is goed voor de carrières van populistische politici, maar het volk krijgt altijd de rampzalige tegenrekening. Kunstmatig laag houden van de prijs van water, olie en elektriciteit betekent dat deze vermorst zullen worden. Mensen moeten zich aanpassen aan de realiteit en niet andersom. 

Je hebt niks te willen. De prijs voor meel  - productie en transport - staat helemaal los van wat jij wil of kan betalen. De overheid kan subsidies geven om de prijs laag te houden, maar dat verandert de kostprijs niet. De belastingbetaler zou dan een deel van de kosten moeten betalen. Maar verhogen van belastingen betekent niet dat belastinginkomsten evenveel stijgen: mensen en bedrijven vertrekken als de belastingdruk te hoog wordt.

De president moet minder ver in de toekomst turen en meer oog hebben voor het heden. De bovenkant van de economie wordt gezonder, maar de onderkant wordt steeds ongezonder. De inflatie moet met vele procenten omlaag. Maar een regering kan niet alle lijden afschaffen - zelfs Hij kan dat niet. De beste bescherming voor armen is het scheppen van banen.

De verkiezingsuitslag van 2020 was bevrijdend. Maar Santokhi’s belofte om Suriname binnen 200 dagen uit de crisis te halen is verdord. Theorie viel tegen in de praktijk. Lijken vielen uit de kasten. Zelfs 1000 dagen waren te weinig. Het beton was verrot en het nieuwe is nog niet goed gedroogd. Opbouwen is ook lastig als bijna 50 % van de bevolking vrijwel ongeschoold is en bedrijven geen arbeidskrachten kunnen vinden.

Suriname redden heeft een prijs. De rekening wordt betaald in de vorm van een slechte gezondheid, voortijdige sterfte, slecht onderwijs en mishandeling door overvallers. Offshore-olie zal de brug zijn naar betere tijden. Maar het is ook een potentiële vloek.  
Dus. De VHP moet in 2025 een partner vinden die betrouwbaar, zuinig, ijverig, gangstervrij en voor law and order is.

D. Balraadjsing
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May