Adhin: 'Niet-objectieve vervolging geënt op karaktermoord'
21 Jul, 00:57
foto


Voormalig vicepresident (vp) Ashwin Adhin heeft donderdag in zijn laatste woord gezegd dat er sprake is van een niet-objectieve vervolging, geënt op karaktermoord om hem politiek uit te schakelen. Hij is enorm teleurgesteld in de aanpak en het verloop van deze zaak, voornamelijk omdat harde feitelijkheden die zijn onschuld overtuigend bewijzen, botweg genegeerd werden door het Openbaar Ministerie (OM). Hij stelt dat er naarstig werd gezocht naar manieren om hem politiek monddood te maken en dat het OM daarvoor is ingezet.

Adhin is ten laste gelegd verduistering van apparatuur in 2020, kort voordat hij aftrad als vp. Hij zou opdracht hebben gegeven om onder andere communicatieapparatuur opzettelijk te doen afschrijven, met de bedoeling deze ten eigen bate aan te wenden. Adhin merkt op in de periode augustus tot en met november nimmer te zijn opgeroepen door het Kabinet van de Vicepresident om het een en ander uit te leggen over de afgeschreven apparatuur. Afspraken over bedoelde afgeschreven apparatuur waren notarieel vastgelegd; het was de bedoeling om de apparatuur te schenken aan het Doveninstituut. De ex-vp was dan ook verrast toen hij op maandag 16 november door de politie thuis werd opgehaald, als verdachte in deze verduisteringszaak. Hij en zijn beveiligingsmensen hebben echter alle medewerking verleend.

Adhin zegt voorts dat onomstotelijk vaststaat dat president Chan Santokhi voorkennis had dat hij zou worden aangehouden. Op televisie had het staatshoofd namelijk verklaard dat Adhin in verzekering was gesteld voor een “commune delict”, zelfs nog voordat diens voorgeleiding op gang was gekomen. In zijn laatste woord praat de ex-vp ook over een liegende minister van Justitie en Politie, die in DNA verklaarde dat Adhin zich op vrijdag 13 november moest aanmelden, maar omdat Adhin dit had nagelaten, werd hij de daarop volgende maandag thuis opgehaald en aangehouden. “Een pertinente leugen, omdat ik die bewuste vrijdag pas de oproeping kreeg om aan te melden op de maandag die volgde,” voert Adhin aan.

Zowel Adhin als zijn raadslieden, Chandra Algoe en Irvin Kanhai, hebben gezegd dat er geen wettelijke vaste procedures zijn bij afschrijvingen. Uit het gerechtelijk vooronderzoek is komen vast te staan dat een afschrijving een ambtelijk gebruik is, waarbij er geen vaste procedures zijn die bij wet, staatsbesluit of beschikking geregeld zijn, voor de afschrijving van objecten en/of goederen van de Staat.  “Het OM blijft hameren dat er valselijk gehandeld is, ondanks zij geen wettelijke procedures heeft weten aan te tonen, en alle getuigen ook de afwezigheid van die wettelijke procedures bevestigen,” stelt Adhin. Hij zegt dat het internationaal een schande is als men naar Suriname kijkt, waar een ex vicepresident voor schade aan enkele camera’s ingesloten en vervolgens vervolgd wordt, en dat nota bene voor apparaten die wederom ingezet zijn, nadat hij als vp was afgetreden.

Raadsvrouw Algoe heeft in haar dupliek aangevoerd dat reeds bij pleidooi is gesteld dat het OM het significante verschil tussen een afgeschreven goed (dus niet meer voor de dienst bruikbaar) en een onbruikbaar goed niet weet te maken, hetgeen heeft geresulteerd in een lichtvaardige strafvervolging. Het OM eiste tegen Adhin namelijk een straf van twaalf maanden, waarvan elf maanden en drie weken voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde vergoeding van de beschadigde apparatuur. Voorts zegt zij dat het OM tot nu toe geen bewijsmiddelen heeft aangevoerd waaruit blijkt dat Adhin opzet moet hebben gehad op het gebruik maken van het geschrift als ware het echt en onvervalst. “Waaruit blijkt de valsheid van de memo?” vroeg de advocaat zich af. Zij heeft voor haar cliënt algehele vrijspraak gevraagd.

Hetzelfde verzoek deed advocaat Irvin Kanhai aan de president van het Hof, Marie Mettendaf. Hij vroeg om het OM niet-ontvankelijk te verklaren, omdat waarnemend procureur-generaal Garcia Paragsingh als vervolgingsambtenaar een gunst zou hebben willen verlenen aan de president van het land. Hofpresident Mettendaf hamerde dit meteen af en liet de raadsman weten deze wijze van verdediging niet te zullen toestaan. Daarop vroeg Kanhai waarom de apparatuur, die volgens het OM afgeschreven was, op een gegeven moment toch weer in gebruik werd genomen. Er is voorts geen procedure op schrift over de wijze waarop apparatuur moet worden afgeschreven, benadrukte hij. Volgens hem had het onderzoek maar één doel: de uitvoerende macht een genoegen doen. De rechter heeft de zaak uitgesteld naar 2 november voor uitspraak.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May