Corruptie in het Caribisch gebied
De afgelopen week is een rapport verschenen van het World Justice Project over corruptie in het Caribisch gebied. Het gaat om een onderzoek naar de mening van de burgers in 14 landen, waarbij er over zes gebieden vragen zijn gesteld. De resultaten van dit rapport bespreken we vandaag in deze column. Daarbij maken we een vergelijking tussen de mening van de burgers in Suriname en in de andere landen.
Hoge perceptie, maar lage echte corruptie
In het algemeen denken veel burgers in de Caribische landen dat anderen erg corrupt zijn. Liefst 66% van de burgers in de regio denken dat alle dan wel de meeste politieke partijen corrupt zijn en 55% denkt dat van hun parlementsleden. In Suriname denkt 82% van de burgers dat de politieke partijen corrupt zijn en 63% vindt dat van DNA leden.
Ook agenten van politie wordt door 50% van de Caribische burgers als corrupt gezien (in Suriname 55%). Douaniers worden door 42% van de burgers in de regio als corrupt gezien (Suriname 61%). In mindere mate geldt dit voor militairen nl. 39% in de regio gemiddeld en 24% in Suriname. De minst corrupte beroepen zijn volgens de peiling die van artsen/verpleegkundigen (regio 20% en Suriname 12%) en leerkrachten (regio 18% en Suriname 7%).
In de praktijk blijkt de corruptie echter mee te vallen, want gemiddeld gaf slechts 7% van de burgers aan dat zij direct of indirect gevraagd waren -in het jaar voorafgaand aan de enquête- om ergens een steekpenning (tyuku) te betalen. In zes landen kwam dat zelfs minder dan 2% voor. De landen waar de meeste tyuku werd betaald (tussen de 16% en 19%) waren: de Dominicaanse Republiek, Haïti, Jamaica en Guyana. Drie landen zaten tussen de hoogste en de laagste groep met 6% tot 7% nl. Suriname, Trinidad & Tobago en St. Lucia.
Vrienden en familie
Het grootste deel van de burgers in de regio (ca. 88%) denkt dat vrienden en familieleden ‘geregeld’ worden in de ambtenarij of dat zij contracten krijgen van de overheid. Dit percentage is in alle landen vrij hoog. Overigens denkt men hetzelfde over de private sector, ofschoon de cijfers daar iets lager liggen nl. rond de 75%.
In het Caribisch gebied vindt gemiddeld 15% van de ondervraagden dat het vrij acceptabel is dat een ambtenaar een job krijgt op basis van een netwerk van vrienden en familieleden. De grootste acceptatie hiervan -nl. door 26% tot 36% van de burgers- is in de Dominicaanse Republiek, Haïti en Guyana. In Suriname is de acceptatie met 4% vrij laag. Bij andere vormen van corruptie is de acceptatie in de regio rond de 10%, terwijl dat in Suriname slechts 2% is.
Wie geeft een tyuku en voor welk doel
Van degene die het afgelopen jaar ergens een steekpenning hadden betaald werd gevraagd wie het initiatief had genomen tot het betalen daarvan. Het bleek dat dit in de regio gemiddeld in twee derde van de gevallen het initiatief kwam van de ambtenaar of degene die de dienst verleende, terwijl in een derde van de gevallen de burger zelf het initiatief nam. Vreemd genoeg zien we in Suriname dat in 63% van de gevallen het juist de burger was die uit zichzelf een tyuku aanbood, terwijl dit blijkbaar niet gevraagd was. Dat betekent dat corruptie in feite door de burgers zelf gestimuleerd wordt, terwijl we eerder zagen dat de meeste Surinamers corruptie juist lijken af te wijzen. Kennelijk zijn normen en gedrag bij een deel van de burgers niet consistent.
Er is ook gevraagd voor welk doel men een steekpenning heeft betaald. In 60% van de gevallen (in Suriname 68%) gaf men aan dat men een procedure wilde versnellen of iets wilde afhandelen. In 16% van de gevallen (Suriname ook 16%) was dit om een boete te vermijden bijv. je kan denken aan het betalen van een kleiner bedrag om een hoge bekeuring te vermijden of om een belastingaanslag te verminderen. In 9% (Suriname 11%) ging het als dank voor een bewezen dienst en in 7% (Suriname 0%) om informatie te verkrijgen of een betere behandeling. Er was ook een restcategorie voor alle andere redenen van 8% (Suriname 5%).
Rapporteren van corruptie
Op de vraag of men de corruptieve praktijk aan de autoriteiten had gemeld, gaf gemiddeld 5% van de Caribische burgers aan dat zij dat inderdaad had gedaan (Suriname ook 5%). Aan degenen die het niet hadden gemeld aan de autoriteiten werd gevraagd waarom ze dat niet hadden gedaan. Een derde van de burgers gaf aan dat ze het niet hadden gedaan, omdat de steekpenning in hun voordeel was uitgevallen d.w.z. zij hadden iets ontvangen of ze hadden hogere uitgaven vermeden dan wel een gift uit dankbaarheid gegeven.
Een derde deel gaf aan dat het geen zin had om aangifte te doen, omdat er toch niets mee gedaan zou worden, of ze wisten niet waar ze de klacht moesten deponeren, of ze waren bang voor negatieve gevolgen als ze het zouden doen. Nog een derde deel gaf aan dat het geven van steekpenningen gebruikelijk was of gaf een andere reden. In Suriname gaf 40% aan dat ze het niet hadden gedaan, omdat ze er zelf voordeel van hadden, terwijl 15% een negatieve reden noemde, en 45% dat het gebruikelijk was om een tjuku te geven dan wel een andere reden.
Werkwijze
Het onderzoek is gedaan in 14 Caribische landen via een algemene landelijke opiniepeiling. Het onderzoek is in de periode mei tot en met september 2022 gedaan. In elk land werden tussen de 500 en 1000 burgers gevraagd naar hun mening over corruptie. Het gaat dus niet om de feitelijke corruptie, maar om de ervaringen en percepties van burgers. De landen waar het onderzoek gedaan is zijn: Antigua & Barbuda, de Bahama's, Barbados, Dominica, de Dominicaanse Republiek, Grenada, Guyana, Haïti, Jamaica, St. Kitts & Nevis, St. Lucia, St. Vincent & de Grenadines, Suriname en Trinidad & Tobago.
Marten Schalkwijk
Politiek Analist