Groen licht voor Braziliaanse transgene boon
02 Oct 2011, 16:00
foto


Braziliaanse boeren hebben hun hoop gericht op een nieuwe genetische gemodificeerde bonensoort (ggo-boon) die bestand is tegen één van de meest gevreesde plagen. Critici zeggen echter dat er geen garantie is dat de bonen onschadelijk zijn voor mens en milieu.

Het Braziliaanse staatsbedrijf Embrapa heeft Boon 5.1 ontwikkeld. De ggo-boon moet het antwoord zijn op het bonenscherp-mozaïekvirus. Het virus vergeelt de bladeren, vervormt de wortels en granen en stopt de bloemvorming. De witte vlieg (Bemisia tabaci) is de overdrager van het virus. Elk jaar verwoest dit virus 90.000 tot 280.000 ton bonen. Volgens Embrapa is deze hoeveelheid genoeg om zes tot twintig miljoen volwassen Brazilianen te voeden. Als alles vlot verloopt, kan de transgene boon over drie jaar op het bord van de Brazilianen komen.

Geen insecticide meer
De rijke landbouwers bestrijden de witte vlieg met insecticide. Dat gebeurt zeker één keer per week, zegt Francisco Aragao, één van de verantwoordelijken voor de ontwikkeling van de ggo-boon. De kleine boeren kunnen volgens hem “alleen maar bidden” dat de verliezen meevallen. Aangezien het virus steeds meer resistent wordt tegen insecticide, moeten steeds grote hoeveelheden hiervan worden gebruikt voor zijn bestrijding. Met de nieuwe boon wordt insecticide overbodig, zegt Aragao. Ook de kostprijs en daarmee de consumentenprijs gaan omlaag, redeneert hij. De boon is een basisingrediënt in de Braziliaanse keuken.

De Nationale Technische Veiligheidscommissie (CTNBio) heeft in september groen licht gegeven voor de commercialisering van de ggo-boon. Vijftien leden stemmen voor, twee onthielden zich van stem en vijf hebben verzocht om meer analyses. Volgens Embrapa zijn bij de uitgevoerde analyses van 2004 tot 2010 de aanbevelingen van de CTNBio gevolgd. “Daarbij zijn geen problemen geconstateerd.” Aragao noemt de transgene boon "helemaal veilig" en vindt de kritiek dat ze minder voedzaam zou zijn "totaal absurd".

Voorzorgsprincipe
Volgens Renato Maluf, voorzitter van de Nationale Raad voor Voedselveiligheid (Consea), is de snelheid waarmee de boon wordt vrijgegeven moeilijk te rijmen met het voorzorgsprincipe. Hij benadrukt dat slechts 2 van de 22 proeven gelukt zijn en dat niet alle Braziliaanse ecosystemen zijn onderzocht. "We vinden het roekeloos om zo snel een product vrij te geven dat de hele bevolking consumeert en waarvan de voedselveiligheid en voedingswaarde niet vaststaat. Embrapa zou als overheidsbedrijf met groot prestige het voorbeeld moeten geven in verband het voorzorgsprincipe."

De humanitaire organisatie Tierra de Derechos constateert “een gebrek aan respect van de nationale en internationale wetgeving voor bioveiligheid." Er zou teveel informatie zijn geheim gehouden, die beschikbaar had moeten zijn voor een goede risico-evaluatie door wetenschappers en samenleving.
Maluf wijst erop dat de huidige bonenproductie voorziet in de binnenlandse behoefte. De stelling dat boeren meer bonen en andere gewassen moet produceren "om de honger te verlichten," noemt hij "misleidend". "Brazilië is één van de grootste producenten en uitvoerders van voedingsproducten ter wereld. Tot voor kort ging dat gepaard met onaanvaardbare hongercijfers."

Embrapa gaat nu ook in Honduras proeven doen met de transgene boon, in samenwerking met de Universiteit van Honduras. Volgens Aragao zou de boon ook werken in Argentinië en Bolivia.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May