De bewindsvrouw zei dat in het oude systeem kinderen bleven zitten om een bepaald vak, jarenlang op de lagere school bleven, overgingen wegens leeftijd totdat ze in de zesde klas belandden en na een bepaalde leeftijd een getuigschrift kregen. Met het nieuwe systeem is er aandacht voor elk kind. Leerlingen hoeven niet meer te blijven zitten om een bepaald vak als zij wel goed zijn in andere dingen. Echter om het nieuwe systeem te stimuleren zijn er naast leerkrachten, ook nieuwe leermiddelen, technologie en extra lokalen nodig.

Levens zei dat ze nooit heeft gesteld dat de overschakeling naar het nieuwe systeem binnen een jaar zou plaatsvinden, omdat het onmogelijk is. Zij deelde mee dat er nieuwe boeken zijn ontwikkeld voor de lagere school. Ze zijn ontwikkeld door Surinaamse curriculum ontwikkelaars en zijn afgestemd op het laten meedoen van de kinderen. “Uit het hoofd leren, mag niet meer”.

De zesde klas is niet voldoende, vandaar dat besloten is leerjaar 9 en 10 toe te voegen. Volgens de minister was er een lijst van activiteiten gepland om langzaam maar zeker te voldoen aan de voorwaarden, maar dat covid kwam opdagen, gevolgd door de economische crisis en de overstromingen. Ondanks dit, was niets doen geen optie. Het grootste probleem waarmee het ministerie nu kampt is dat na covid 5.000 kinderen niet meer naar school zijn gekomen. Het ministerie zal opzoek gaan naar deze kinderen en lokalen bouwen, zodat zij les kunnen volgen. De leerkrachten waren niet langer instaat met grote groepen van meer dan 30 leerlingen te werken. Kinderen gingen dus om de ene dag naar school. Achteraf bleek dit wel goed te zijn voor de leerkrachten, maar niet voor de leerlingen die op de vrije dag geen huiswerk maakten, maar hun ouders hielpen.

Het bouwen van lokalen is dus een prioriteit, zodat alle leerlingen elke dag naar school kunnen. Het ministerie heeft SRD 108 miljoen nodig voor de bouw van extra lokalen in het binnenland. Dit geld is ook bestemd voor de bouw van nieuwe scholen. Hoe langer het duurt hoe meer kinderen het ministerie kwijtraakt, die het verkeerde pad kunnen opgaan. De minister van Financiën & Planning heeft SRD 10 miljoen beschikbaar gesteld voor renovatie en nieuwbouw, maar de minister wil niet van start gaan, omdat een nieuwe school in het binnenland SRD 11 miljoen kost en niemand gediend is met half gebouwde scholen. In Brokopondo heeft de minister 7 scholen kunnen renoveren. Ook zijn er 108 toiletgroepen gebouwd voor scholen. Hiernaast is SRD 66 miljoen nodig voor leermiddelen zoals tafels en stoelen. Over de opgelopen achterstanden zei Levens dat deze op een speciale manier ingehaald worden door de ballast eruit te halen en de essentiële dingen te behandelen. De minister zei dat er overal in de wereld een achterstand is. “Het wordt langzaam opgevangen, want de kinderen zijn geen robots”.

DNA-leden hebben nog veel kritiek op het nieuwe systeem. Er werd gevraagd wat de plannen zijn ook over de schoolvoeding. Levens vroeg of het parlement wil dat terug moet worden gegaan naar het oude systeem of als kinderen begeleid moeten worden op basis van hun talent. Zij benadrukte wederom wat de voordelen zijn van het nieuwe systeem en dat kinderen niet het gevoel moeten krijgen dat ze niet goed zijn. “Elk kind heeft talent. Er is opvang geregeld voor kinderen die niet goed zijn in alles, maar wel in bepaalde dingen”, sprak Levens. De minister erkende dat zij een inschattingsfout had gemaakt bij de beoordeling, waardoor het moeilijk was voor leerkrachten om hun leerlingen te beoordelen. Dit is intussen gecorrigeerd door het ministerie. Nu is er een lijst gemaakt met de normen waardoor leerkrachten alleen moeten afvinken.