Ex-Assembleelid Rachied Doekhie moet publiekelijk zijn verontschuldiging aanbieden tegen Krishna Mathoera. De rechter heeft hem veroordeeld hiertoe.
Ex-parlementariër Rachied Doekhie moet zijn uitlatingen over Krishna Hussainali-Mathoera rectificeren in de media waarin hij ook sorry moeten zeggen aan Mathoera, haar gezin en het publiek. Verder moet hij een schadevergoeding van € 5000 betalen. Dit heeft kantonrechter Dayanand Bandhoe beslist op 8 november 2022 in de civiele zaak die Mathoera aanhangig maakte tegen Doekhie voor aantasting van haar goede naam en eer. De rechter besliste dat Doekhies uitspraken niet op waarheid berusten.

De ex-parlementariër sprak op 30 april en 1 mei 2015 als NDP-hoofdbestuurslid op een partijbijeenkomst in Nickerie. Hij deed verschillende uitspraken over Mathoera, die hij als crimineel met drugs- en wapengelden neerzette, haar zoon van betrokkenheid bij een dodelijke aanrijding en vlucht naar Cayenne betichtte en Mathoera samen met overleden echtgenoot beschuldigde van het trainen van personen om Desi Bouterse te elimineren.

“Het doen van zulke zwaarwichtige en criminaliserende uitspraken, die niet op waarheid berusten, moeten Doekhie dan ook in hoge mate worden verweten”, gaf de rechter aan. Doekhie heeft geen concrete stellingen als bewijzen aangeboden – die indien bewezen – tot een andere beslissing zou kunnen leiden. Daarom wordt het bewijsaanbod gepasseerd, gaf de rechter aan.

Tegen de zware en onterechte beschuldigingen stapte Mathoera gelijk naar de rechter om haar naam en die van haar gezinsleden te zuiveren. De kortgedingrechter besliste, twee jaar later op 27 juli 2017 dat de uitspraken van Doekhie diepgaand onderzocht moeten worden, alvorens een oordeel te geven of die wel onrechtmatig zijn en wees de vordering toen af. In het verzoek tot de civiele rechter stelde Mathoera dat de gedane uitspraken schadelijk zijn voor haar goede naam en eer. In het verzoek tot veroordeling nam zij ook de NDP mee, omdat zij die die medeverantwoordelijk en aansprakelijk houdt voor haar geleden schade. De rechter verklaarde haar niet-ontvankelijk in deze eis.

Doekhie gaf in zijn verweer onder andere aan dat hij als volksvertegenwoordiger heeft gesproken en hij de plicht heeft om het volk te informeren over ernstige geconstateerde zaken. Hij beriep zich op zijn recht op vrije meningsuiting en politici genieten in dit kader bescherming. Verder vond hij dat Mathoera als politicus en publieke figuur in grote mate blootstaat aan kritiek en die behoort te accepteren/tolereren. Hij overhandigde verschillende verklaringen afgelegd bij notarissen en krantenartikelen om zijn uitspraken te staven.

De plaats en de omstandigheden waar Doekhie de uitspraken deed, “betreft geen politiek debat”, stelde de rechter. Over Mathoera’s recht op een goede naam en eer tegenover Doekhies beroep op het recht van vrije meningsuiting, stond de rechter uitgebreid bij stil. Er spelen twee belangen: enerzijds van individuele burgers die door uitlating en publicaties in de pers blootgesteld zijn aan lichtvaardige verdachtmakingen. En anderzijds het belang dat niet, door het gebrek bij het grote publiek, misstanden die de samenleving kunnen raken blijven voortbestaan.

Voor wie in deze gelijk heeft of welke belang zwaarder weegt, greep de rechter voor de beoordeling naar een arrest van de Nederlandse Hoge Raad. De belangen van Mathoera wegen zwaarder dan die van Doekhie. Zijn uitspraken berusten niet op waarheid en zijn stelling dat hij gehandeld heeft in algemeen belang gaat niet op, gaf de rechter aan.

Bandhoe besliste dat Doekhie binnen een week na betekening van het vonnis moet overgaan tot rectificeren, waarin hij de onterechte beschuldigingen erkent, zijn verontschuldigingen aanbiedt en aan het publiek ‘sorry’ zegt voor het vertellen van onwaarheden. De gedane uitspraken zijn door verschillende media gepubliceerd en andere hebben die met derden gedeeld, “waardoor die het groter publiek hebben bereikt”.

Verder veroordeelde de rechter de ex-parlementariër tot het betalen van een schadevergoeding van € 5000,- voor geleden immateriële schade, vermeerderd met een wettelijke rente ad 6% per jaar vanaf 5 september 2019 tot aan dag van algehele voldoening.