Hamke hinyá se nikár. Haal me hier weg
Jagernath Lachmon zou in eerste instantie afwijzend hebben gereageerd. “Nee, liever niet maar nu jullie het toch vragen, doe maar. Ik kan jullie er echter niet toe verplichten.” Een voor hem gebruikelijke, bijna plichtmatige nederigheid. Voor de rest zou hij zich er niet mee bemoeien. Na zijn dood (19 oktober 2001) kreeg Jack van Oranje (een geuzennaam vanwege Lachmons onvoorwaardelijke liefde voor het Nederlandse Oranje koningshuis) ook zijn standbeeld. Helaas niet op zijn Oranjeplein maar op het Onafhankelijkheidsplein. Zo hardvochtig kan het leven ook zijn.
Jagernath Lachmon en Jopie Pengel waren twee eigenwijze politieke karakters van hun tijd. Zij spraken tot de verbeelding, een impact waar Suriname soms met genoegen op terugkijkt. Althans, het hangt ervan af door welke bril je deze mannen bekijkt. De standbeelden van deze twee grote Surinaamse zonen op het Onafhankelijkheidsplein hebben zo ook hun eigen karakteristieke trekken meegekregen. Hun beeltenis, gemaakt door de kunstenaars Stuart Robles de Medina (Jopie Pengel) en Erwin de Vries (Jagernath Lachmon), vertellen ons hoe hun scheppers hen zich verbeeldden. Beide opdrachtgevers kregen waar voor hun geld. Het Surinaamse volk betaalde via Lanti/NPS (1974) voor het standbeeld van Pengel terwijl voor Lachmon elke Surinaamse dollar die de VHP minder wilde besteden, ook een krampachtigere versie van zijn imago betekende.
Toen Erwin de Vries de opdracht kreeg van de VHP, de partij waar Lachmon tot aan zijn dood voorzitter van was, stond daar een bedrag tegenover. Wat de VHP wilde geven was bij lange na niet toereikend aan de grootheid die Lachmon voorstelde. Voor schepper Erwin de Vries was deze opdracht maar om het even. Zijn imago was ondergeschikt aan de Surinaamse dollar: Jagernath Lachmon werd het kind van de rekening door zijn eigen VHP. Niet dat de partij onvoldoende geld had. Het was hun krenterigheid die maakte dat hun partijleider en trekker van de verbroederingspolitiek nu in de schaduw van Jopie Pengel staat. “Je krijgt waar je voor betaalt.” Dat was het compromis.
Bij de uitwerking echter, ontbreken ook nog typische karakteristieke trekken of voegden de kunstenaars iets toe. Jopie Pengel staat er bij als een goochelaar die elk moment met een stok een konijn uit zijn hoge hoed kan toveren. In zijn politieke loopbaan gedroeg hij zich vaak ook als zodanig. Jagernath Lachmon staat er in opgerolde mouwen terwijl hij altijd in witte overhemden met korte mouwen rondliep in het warme Suriname. Wezenlijk verschil voor een man die niet letterlijk met zijn handen in de modder ploeterde. Je ziet ook een opgehouden linkerhand, het typisch bedelende beeld waar hij altijd het Huis van Oranje om hulp vroeg. Wederom: je krijgt waar je voor betaalt. Dat getuigt van hoe de Surinaamse politiek kunst slash cultuur bejegent. En de VHP hoeft zich ook niet te schamen voor de elefantiasis-benen van hun grote leider. Die waren zijn eigendom en deel van zijn persoonlijkheid. Die benen zijn vakkundig door de kunstenaar weggewerkt als onderdeel van het compromis tussen de VHP en de kunstenaar.
Waarom moest Lachmon ook nog een plek krijgen op het Onafhankelijkheidsplein? Het antwoord is voor cultuur- en kunstbarbaren zonder ruimtelijk inzicht heel simpel: omdat Jopie Pengel er staat! Beide Surinamers hebben zich inderdaad samen ingezet voor verbroedering tussen de verschillende etniciteiten in Suriname, met name tussen de Afro- en Hindostaanse Surinamers. Had dan het standbeeld van Lachmon zodanig ontworpen dat hij hand in hand met Pengel als vaders van de natie de toekomst inwandelt. Niet dat hun verbroederingspolitiek hen niet kenmerkt. Kijken we echter naar hun politieke loopbanen dan is er één wezenlijk verschil: Lachmon bleef de bescheiden parlementariër, Pengel vrat zich vol met politieke functies.
Kijkend naar de twee beelden op zich dan valt Lachmon in het niet ten opzichte van de imposante Pengel. Groots, naar zijn tijdgeest. De iele Lachmon valt in het niet daartegenover. Doe Jagernath Lachmon dit niet aan, ook al is nederigheid zijn toonbeeld geweest. “Hamke hinyá se nikár, bháio.” Haal het beeld weg. Geef Lachmon de plek die de geschiedenis hem vanaf zijn intrede in de politiek reeds had toebedeeld: het terrein van De Nationale Assemblee. “Huwán ham ghare báti. Daar hoor ik thuis.” Ruimte genoeg om er voort te leven in de Surinaamse politieke geschiedenis. Zijn as mag er ook gestrooid worden.
Stuart Rahan
taknangami@live.nl
Vandaag
Gisteren
- Paus Leo XIV belooft voortzetting hervormingen van Franciscus
- Verwarring door Bondru-billboard: NPS benadrukt zelfstandige koers
- Suriname op de drempel van verandering
- President Santokhi luistert naar zorgen veiligheidsdiensten
- Volksgezondheid: Koop Ozempic alleen via erkende apotheken
- Voorzichtige doorbraak in Amerikaans-Chinees handelsconflict
- A20, DOE en PRO nemen afstand van Bondru-campagne
- Democratie vraagt om oplettendheid
- Staat betwist rechtszaak Stichting Wan Okasi over geheime stemming
- Ook vandaag wat onweersbuien
- Taxiën door de politiek: Steve over verkiezingen en oude tijden
- NDP: Van beloftes naar beleningen - De financiële erfenis regering-Santokhi
- Minister Ramadhin opent politieke aanval op nefroloog Goerdat
Eergisteren
- Milieu Effecten Analyse niet meer gratis
- Eerste zending stembiljetten naar Sipaliwini
- Suriname bouwt aan duurzame toekomst
- Gewapende overval op supermarkt: Winkelier weet te ontkomen
- Wie is Robert Prevost, de nieuwe paus Leo XIV?
- Stemmen voor Evenwicht: Samen Werken aan een Nieuw Suriname
- Colporteurs oproepingskaarten stuiten op adresproblemen
- Prevost verrast als eerste Amerikaanse paus
- De Twa-Twa in de Kolenmijn
- Bewolking, regen en onweer
- Vandaag en morgen nationale rouwdagen
- Bond Havenbeheer eist inzage in arbeidsovereenkomst Mangre
- Politie Suriname versterkt door VS training en HSI-ondersteuning