Alberg: ‘Vóór ik naar Suriname kom, eet ik een week vrijwel niets’
04 Jun 2022, 02:54
foto
Natiospeler, middenvelder Roland Alberg. (Foto: Diederik Samwel)


Middenvelder Roland Alberg maakt sinds vorig jaar deel uit van de nationale voetbalselectie. Deze week bereidt hij zich onder leiding van bondscoach Stanley Menzo voor op de drie interlands in de Nations League. Natio speelt vandaag tegen Jamaica in het Franklin Essedstadion. Op 7 juni volgt de uitwedstrijd tegen de Reggae Boyz en op 11 juni staat in Torreón de uitwedstrijd tegen Mexico op het programma.

Roland Romario Alberg doorliep de jeugdopleiding van AZ, maar maakte zijn debuut in de eredivisie voor Excelsior. Zijn carrière bracht hem daarna naar het Turkse Elziğspor, ADO Den Haag, Philadelphia Union, CSKA Sofia, Panionios in Griekenland en Roda JC (dat hem tussentijds verhuurde aan Hyderabad in India). Sinds het afgelopen seizoen staat hij onder contract bij MVV Maastricht. Hij kwam drie keer uit voor het Surinaamse elftal.

‘Het geeft me een heel speciaal gevoel om voor Suriname te mogen uitkomen. Ik realiseer me heel goed het enorme verschil met de omstandigheden in Nederland. Zeker in covid-tijd hebben de mensen het hier heel moeilijk gehad. Toch krijg ik altijd het gevoel dat ze het op de een of andere manier wel weten te redden. Vanuit die situatie vind ik het mooi om het publiek hoop te kunnen geven met het nationale voetbalteam. Het voelt geweldig om zo onthaald te worden, bijna als een soort helden van Suriname die strijden voor het volk. Met volop aandacht van de media.

‘Zoals iedereen vorig jaar ook vol spanning zat uit te kijken naar de WK-wedstrijd tegen Canada. En meteen met een hoog verwachtingspatroon. Zeg maar gerust dat die verwachtingen te hoog waren. Die Canadezen zijn al iets van vijf jaar bij elkaar. In die tijd hebben zij het proces doorgemaakt waar wij net aan begonnen zijn. Wij moeten ook geleidelijk kunnen groeien. Met steeds een paar nieuwe, betere spelers erbij. Het is nu zaak ook andere jongens te overtuigen om voor Suriname te komen spelen. Hopelijk gaat dat uiteindelijk ook lukken met jongens als Riedewald en Boëtius.

‘Vroeger heb ik voor Oranje onder 21 gespeeld. En hoewel je natuurlijk nooit nooit moet zeggen of denken, wist ik toen eigenlijk al dat de kans dat ik het grote Oranje zou halen, heel klein was. Ik weet nog goed dat ik een belletje kreeg van Dean Gorré. Weet je, ik heb daar jaren stiekem op zitten wachten. Met andere spelers hebben we het er vaak genoeg over gehad. Zou het ooit gaan lukken met dat paspoort? Het gevoel overheerste dat het tijdens onze carrière niet meer zou gebeuren. Daarom was ik geweldig trots toen ik werd gebeld door de bondscoach. Of ik ready was, vroeg hij. Nou, dat ben ik altijd als het om Suriname gaat. Op dat moment moest nog wel het papierwerk in orde worden gemaakt. Gorré vroeg me ook of ik bereid zou zijn m’n vliegticket naar Suriname te betalen. Uiteindelijk zou dat niet nodig blijken te zijn, maar voor mij was dat helemaal geen vraag.‘Het moment dat we bij president Santokhi waren zal ik nooit vergeten. Daar werden we in groepjes naar voren geroepen en kregen we het blauwe paspoort overhandigd. Gewoon, een normaal Surinaams paspoort.

‘Nee, een basisplaats zit er voor mij niet zo snel in. Ik heb jongens als Tjaronn Chery en Diego Biseswar voor me. Dus als je Menzo spreekt, doe dan maar een goed woordje voor me. Hij weet wel wat ‘ie aan me heeft. Toen we vorig jaar met natio tegen Aruba speelden, was hij daar technisch directeur. In die wedstrijd heb ik gescoord. Die zat er wel lekker in, dacht ik. En Menzo is dat volgens mij ook nog niet vergeten.

‘Ik ben zeker Surinaams opgevoed, vooral door mijn moeder. Begin jaren tachtig is ze naar Nederland gegaan; mijn oudste broer en mijn oudste zus zijn in Suriname geboren. Eens in de zoveel tijd gingen we terug om de familie te zien. De eerste keer was ik tien, toen zat ik net in de jeugdopleiding bij AZ. Als voetballer zat ik zo’n beetje elke twee jaar in Suriname in de zomervakantie. Tussendoor veel Facetimen. En elke keer vroegen ze wanneer ik nou eindelijk voor Suriname zou gaan spelen. Sterker nog, dat was steevast de eerste vraag. Vooral voor mijn familie is het dan ook mooi en belangrijk dat ik nu voor natio speel. ‘Ja man, zelf ben ik ook echt een familieman. Vóór ik naar Suriname ga, eet ik een week lang vrijwel niks. Het eten is echt té switi. Mijn lievelingsgerechten? Nou eh, alles eigenlijk. Maar pfoeh, zwaar is het wel, daarna moet ik écht even gaan liggen.

‘Mijn favoriete plek in Suriname? Dat is het huis waar ik m’n eerste herinneringen aan bewaar. Van mijn oma op Ephraimszegen. De plek, de straat, het erf en de sfeer die er hangt. Mijn oma is vorig jaar november overleden. Nu woont een van mijn tantes daar, samen met haar oudste zoon. Na de interland tegen de Cayman Islands vorig jaar maart heb ik oma nog opgezocht. Ze was geweldig trots dat we hadden gewonnen en dat ik een assist had gegeven. “Goed zo, mijn zoon”, zei ze. Als het lukt na de interlands in de Nations League zou ik dolgraag nog een familie-etentje organiseren op Ephraimszegen.’

Diederik Samwel
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May