Inutilem responsionem (nutteloze reactie)
05 Apr 2022, 05:52
foto


De president van het Hof heeft blijkens een tweetal artikelen in Starnieuws, d.d. 8 februari 2022 en d.d. 24 maart 2022, aangegeven:
1. Advocaten moeten eerbied en vertrouwen hebben in de gerechtelijke autoriteiten en als zij van mening verschillen met een rechter dienen zij de groene tafel op te zoeken en bij voldoende gronden eventueel een rechter te wraken en de pers te vermijden;
2. Rechters zijn getraind om sportief te zijn: hij hoort advocaten in de media onsportieve uitspraken doen, de gerechtelijke autoriteiten negerende;
3. Een rechter gaat niet over één nacht ijs in de route naar het oordeel. De beslissing is altijd gemotiveerd en geschraagd middels vastgestelde feiten en omstandigheden die uit de aangedragen bewijsmiddelen zijn gehaald;
4. Tal van brieven bereiken de Hofpresident die gaan over scepsis over de rechter. Wraak die rechter: een hogere rechter gaat dan na of die wraking terecht is of niet.

Het bijna heilig verklaren van zijn eigen organisatie, want de Hofpresident geeft immers al een schot voor de boeg door aan te geven hoe enorm professioneel en sportief rechters zijn, dat rechters heel bedachtzaam motiveren door niet over één nacht ijs te gaan en dat advocaten dit heiligdom alleen bij de groene tafel mogen attaqueren anders zijn zij onsportief, deed ondergetekende de wenkbrauwen fronsen.  

Hoeveel wrakingsverzoeken zijn er bijvoorbeeld gehonoreerd en wat is de reden dat dit rechtsfiguur zo weinig wordt ingesteld? Dat zijn gerechtvaardigde vragen.

Ondergetekende kan zich maar niet van de indruk ontdoen, alhoewel hij blijft proberen om deze gedachte uit zijn hoofd te zetten, dat er sprake is van een ‘clava amicorum’ (vriendenkliekje) binnen de rechterlijke macht waartegen advocaten zouden moeten opboksen indien zij een wrakingsprocedure zouden opstarten tegen rechters die tot de ‘inner circle’ behoren. Het beeld dat deze procedure thans oproept is dat advocaten het moeras ingestuurd worden en daar niet gemakkelijk meer uit komen.
Dan lijkt het verstandiger, mede in het belang van cliënt, het e.e.a. te laten voor wat het is.
 
Waarom zou een willekeurige (klagende) advocaat vertrouwen moeten hebben in de rechterlijke macht? Het vertrouwen in de rechterlijke macht wordt weliswaar verondersteld aanwezig te zijn, maar in het hypothetische geval dat een advocaat echter geen vertrouwen zou hebben in de rechterlijke macht zou daar geen enkele consequentie aan verbonden kunnen worden: want hoe ga je wantrouwen wegnemen? Het Hof moet het vertrouwen in de gerechtelijke autoriteiten bevorderen. Dat is zijn taak. Een klacht is overigens een gratis advies ter verbetering van de kwaliteit.
Eerbied in de zin van respect, edoch niet in de zin van ontzag, kan wel worden gevorderd.

Aanpakken van rechters die niet aan bepaalde eisen van bekwaamheid voldoen lijkt dus een schier onmogelijke taak, want het zijn immers allemaal getrainde ‘professionals’ volgens de Hofpresident, maar advocaten moeten anderzijds wel worden aangepakt is de teneur van het verhaal en eventueel voor de tuchtraad worden gesleept, zoals dat bij nagenoeg elke beëdiging de jonge advocaten wordt ingepeperd.
    
Ergo: als een rechter de met zijn beroep gepaard gaande objectiviteit laat varen, en dat gebeurt in de belevingswereld van ondergetekende maar al te vaak, staat een advocaat, als gemachtigde van zijn cliënt, veelal met lege handen.

De rechter wordt neergezet door de Hofpresident als het summum van sportiviteit en professionaliteit en (sommige?) advocaten, wat een verrassing, als personen behept met een onsportieve inslag om zaken regarderende rechters in de media uit te vechten en/of als personen die de euvele moed hebben om hem brieven te schrijven over scepsis die zij hebben tegen bepaalde rechters.  

Sommige(?) advocaten wordt het opzoeken van publiciteit verweten, maar ook de Hofpresident is bepaald niet publiciteitsschuw. Een heel macaber voorbeeld hiervan is het in de publiciteit treden van de Hofpresident, namens het Hof, om de reikwijdte van een door het Hof gewezen vonnis van 20 maart 2020 buiten de groene tafel om op 10 april 2020 toe te lichten.

Het is overigens bizar dat de Hofpresident, namens het Hof, postfactum een vonnis van het Hof toelicht omdat er verschillende meningen zouden bestaan in de media over dit vonnis. Is het vonnis soms onduidelijk? Is de toelichting geschreven om fouten in het vonnis te retoucheren? Gaat het Hof voortaan eigen vonnissen annoteren in geruchtmakende zaken?  

Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak: de (on)zichtbare rechter: ”Vooral het bewaken van de rechterlijke onpartijdigheid in de zin van artikel 6 EVRM blijkt een belangrijke reden te zijn (volgens rechtspraak van het Europese Hof) om de rechter het zwijgen op te leggen. Met name als het aankomt op concrete zaken mag een rechter absoluut geen uitlatingen doen in de pers, zelfs niet als iemand hem daartoe provoceert.”

R. Lobo
Burger
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May