Suriname wint prijs bij Law Moot Court Competition

Suriname heeft een goede beurt gemaakt op de 12e editie van de Annual CCJ International Law Moot Court Competition. Dit is een internationale juridische ‘battle’ voor rechtenstudenten uit het Caribisch Gebied,  georganiseerd door de Caribbean Court of Justice (CCJ). De Anton de Kom Universiteit is uitgeroepen tot Best Team from an Academic Institution. Het is de eerste keer dat Suriname een topprijs in de wacht sleept.
 
Bij deze competitie wordt een internationale rechtszaak gesimuleerd, gebaseerd op (recht)zaken die zich in het echte Caribische leven voordoen. De kern hierbij is dat voorkomen moet worden dat het Herziene Verdrag van Chaguaramas - de bepalingen en overeenkomsten die de Caribische gemeenschap en de gemeenschappelijke markt tot stand hebben gebracht en houden- niet wordt geschonden. De wedstrijd heeft twee dagen geduurd, afgelopen donderdag en vrijdag.
 
Het doel van deze jaarlijks terugkerende Moot Court is om studenten een breder inzicht te geven in de rechtspraak van de CCJ, die de bewaker is van het Verdrag. De Moot Court draagt op deze manier ook bij aan de ontwikkeling van praktische rechtszaal- en advocatuurvaardigheden voor studenten. De simulaties zijn levensecht, de deelnemers worden tot het uiterste gedreven om excellent te zijn.  
In deze editie moesten de deelnemers voor- of tegen de claim van Vincement pleiten; zij eist van de overheid dat al het geld dat teveel aan belasting is betaald, wordt teruggegeven.  
 
De zaak: Vincement LTD uit St Vincent and the Grenadines importeert cement uit Europa. De overheid heeft op een bepaald moment besloten dat het geïmporteerde cement in een andere categorie hoort, waardoor de importbelasting steeg van 5 naar 15 procent. Twee jaar later is gebleken dat een ander bedrijf wel nog steeds hetzelfde type cement importeert voor hetzelfde tarief. Na over en weer geprocedeerd te hebben, hebben de autoriteiten toegegeven dat de classificatie fout was. Vincement LTD claimt dat zij de 10 procent die zij al die tijd teveel aan de belastingen heeft betaald, terugbetaald moet worden. De overheid vindt van niet.  
 
Er hebben zes teams tegenover elkaar gestaan in de simulatie. University of the West Indies Cave Hill Barbados versus University of Guyana, de Adekus tegenover University of the West Indies St Augustine en de Hugh Wooding Law School versus de Norman Manley Law School. Team Suriname was vertegenwoordigd door Kamenie Bhagoe, Rajshree Sardjoe, Janina Eendragt en coach Shaiesta Nabibaks, docent Internationaal recht.  Het Surinaamse team heeft het met succes voor Vincement LTD opgenomen.  

Er zijn twee winnaars uit de bus gekomen. De jury heeft uit praktiserende rechters van de CCJ bestaan. De Adekus heeft goede indruk gemaakt, genoeg om de prijs voor Best Team from an Academic Institution te winnen. In de categroy HBO opleidingen heeft de Norman Manley Law School uit Jamaica gewonnen. Door de covidsituatie was de wedstrijd online. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het Surinaamse team gefaciliteerd om aan de virtuele ‘battle’ deel te nemen. 
 
Coach Nabibaks is onder de indruk: “Voor het eerst heeft Suriname een prijs kunnen winnen. Behalve een plakkaat, certificaten en medailles die nog komen, hebben de deelnemers  een rijke dosis aan ervaring gekregen en extra studiepunten. En natuurlijk staat zo’n deelname heel goed op het curriculum.”
 
Behalve de CCJ organiseren universiteiten en HBO opleidingen in het Caribisch Gebied, vaker simulaties van rechtszaken. Dit helpt om de studenten sneller op een bepaald punt te krijgen; ervaring en inzichten bij juridisch pleiten nationaal en internationaal.   

Nabibaks: “Studenten die de rechten-opleiding volgen op Adekus, worden nog niet getraind om te pleiten en zaken te verdedigen. In de andere Caricomlanden wel. Ze worden vanaf dag 1 getraind om te pleiten tijdens hun studie. Afgestudeerden bij ons oefenen dit pas als ze in de advocatuur gaan. De opleiding Master Surinaams recht is nu bezig het vak Moot Court te ontwikkelen, zodat het kan worden opgenomen in het curriculum”.