Wet belediging staatshoofd opheffen
07 Mar 2022, 04:44
foto


De wet die verbiedt het staatshoofd te beledigen kan liever vandaag dan morgen worden opgeheven – stof tot nadenken voor volksvertegenwoordigers

Quote: As president… I accept that people are going to call me awful things every day, and I will always defend their right to do so.” – Barrack Obama

Tijdens de vorige regering zagen we het al en nu bij de huidige ook: ‘het Muilkorven! Zoals vaker gebeurt in dictaturen, worden burgers die het staatshoofd met liederlijke taal bespreken in opdracht van het Openbaar Ministerie aangehouden door de politie. Deze zeer draconische en antidemocratische handeling wordt mogelijk gemaakt door artikel 152 van het Wetboek van Strafrecht waarbij overtreders een maximale gevangenisstraf van vijf jaar riskeren.

In Suriname moeten we gaan leren om minder kleinzerig te doen en niet, vanuit ons subjectief referentiekader, willen bepalen voor anderen wat correct of incorrect taalgebruik is in het openbaar. Ook scheldwoorden, als je ze nu leuk vindt of niet, dienen beschermd te worden door het recht op vrijheid van meningsuiting. Als je niet van iemands taalgebruik houdt, is ‘NEGEREN' altijd nog een keuzemogelijkheid.

In dit land denken we kennelijk dat het staatshoofd een godheid is en bijgevolg bijzondere bescherming moet genieten tegen bepaalde vormen van het recht op vrijheid van meningsuiting. De wet in kwestie is een variant van een wet die stamt uit de koloniale tijd namelijk de wet op het verbod van majesteitsschennis.

In Nederland is die wet op 1 januari 2020 afgeschaft. België volgde dat voorbeeld in 2021. In de VS worden presidenten met de regelmaat van de klok in het openbaar ‘beledigd' zonder negatieve wettelijke consequenties voor de beledigende partij. Artikel 152 sr. bevordert, hoe dan ook, de ontwikkeling van de democratie in ons land niet. De bepaling van wat een belediging is, wordt gedaan naar het gevoel en de goede smaak van de persoon die zich beledigd voelt. Er kleeft geen enkele objectiviteit daaraan. Kortom: wat de ene persoon een belediging vindt, hoeft de andere persoon nog geen belediging te vinden. Dat alleen is al reden genoeg om dat artikel liever vandaag dan morgen te schrappen uit de wet.

De specifieke rol die de president vervult als staatshoofd mag geen reden zijn om de vrijheid van meningsuiting te beperken door strafwetgeving. Het valt in een moderne samenleving niet te verdedigen dat een staatshoofd privileges krijgt die enkel hem beschermen, nota bene via achterlijke wetten die de vrijheid van meningsuiting beperken. Het is een niet te verantwoorden beperking op de vrijheid van meningsuiting. De wet is immers niet algemeen, maar beschermt enkel één persoon.

Een aparte wetgeving enkel en alleen voor het staatshoofd, ademt de sfeer uit van het ‘ancien regime': een periode in de Franse geschiedenis waarbij koningen ongelimiteerde macht hadden en wettelijk niet negatief besproken mochten worden.

Het feit dat iets een wettelijke grondslag heeft betekent nog niet dat we het als volk langer hoeven te accepteren, zoals de Nederlanders en de Belgen het verbod op majesteitsschennis niet langer aanvaardden. Wetten zijn niet onveranderlijk; ze zijn door mensen aangenomen en kunnen dus ook weer door mensen worden verwijderd.

De vrijheid van meningsuiting zou in een moderne samenleving zwaarder moeten wegen dan de bescherming van het staatshoofd. Laten we als Surinaams volk m.b.t. dit vraagstuk ons niet conservatief, maar progressief, opstellen en het recht op vrijheid van meningsuiting, waar hard voor gestreden is, niet opofferen teneinde het (fragiel) gevoel van het staatshoofd te beschermen tegen woorden, die uiteindelijk toch niet schaden.
Quote: If we don't believe in freedom of expression for people we despise, we dont believe in it at all – Noam Chomsky

Anthony Hellings (kritische burger)
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May