Occupatie goedgepraat
19 Feb 2022, 18:49
foto


Op een in het vorig weekeinde gehouden online massameeting van de ABOP, heeft minister Dinotha Vorswijk van ROGB, enkele verbazingwekkende, gewaagde uitspraken gedaan, die voorshands ongecorrigeerd zijn gebleven. Zo zou de minister hebben gezegd dat occupanten niet meer worden verwijderd, dat de partij de belangen van haar achterban behartigt en dat degenen die hadden geoccupeerd, nooit zijn verwijderd. Ze verwees daarbij naar projecten als Goede Verwachting, Sunny Point, Texas en Leiding 22.

De uitspraken van de ROGB minister wekken daarom verbazing, omdat occupatie volgens het Wetboek van Strafrecht, een misdrijf is. Voor alle duidelijkheid (en een beter begrip) mag het volgende dienen:
WET van 14 oktober 1910, houdende vaststelling van een Wetboek van Strafrecht voor Suriname (G.B. 1911 no. 1), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij G.B.(volgt een hele reeks wijzigingen)
Artikel 411a
1. Hij die zonder een daartoe gerechtigde titel zich op grond of land aan een ander toebehorende vestigt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar of geldboete van ten hoogste vijf duizend gulden.

2. Bij veroordeling van de schuldige tot straf, zal de rechter tevens een bevel tot ontruiming van de grond of het land geven.

Bij WET van 30 maart 2015, houdende nadere wijziging van het Wetboek van Strafrecht (G.B. 1911 no. 1, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2012 no. 70) in verband met herziening van het Wetboek van Strafrecht is dit artikel gewijzigd en luidt sindsdien als volgt,..

Bezetting gebouw of grond van derden
 411a 1. Degene, die opzettelijk en wederrechtelijk aan een ander toebehorende gebouw, grond of land of een gedeelte daarvan bezet, bezet houdt of in gebruik neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en geldboete van de vierde categorie.

2. Bij veroordeling van de schuldige tot straf, zal de rechter tevens een bevel tot ontruiming van de grond of het land geven.

De uitspraak van de minister staat haaks op Artikel 1 WvSR, luidende
1. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
2. Indien voor een gedraging die in een algemene strafbepaling valt een bijzondere strafbepaling bestaat, komt alleen deze laatste in aanmerking, zowel bij de toepassing van de wet als bij het bepalen van de straf. Deze regel vindt toepassing ongeacht de hoogte van de strafbedreiging ten opzichte van die van de algemene strafbepaling.

3. Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit is begaan, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.

Voor zover is kunnen worden nagegaan is geen verandering in de wetgeving doorgevoerd, na het tijdstip waarop het feit is begaan die de strafbaarheid van het feit opheft. En dus blijven occupanten strafbaar. Bovendien is de strafmaat bij de wetswijziging van 30 maart 2015 verzwaard.

De ondoordachte uitspraken van de minister hebben de deur opengezet voor misbruiken en verkeerde gewoonten in deze dus het opzettelijk en wederrechtelijk aan een ander toebehorende gebouw, grond of land of een gedeelte daarvan bezetten, bezet houden of in gebruik nemen.

De passages uit de woorden van de minister, waarmee ze een groep mensen uit haar achterban iets vertelt op de online massameeting "volgens de minister te zien aan het feit, dat degenen die hadden geoccupeerd, nooit zijn verwijderd. Hiermee duidde Vorswijk op gebieden als Goede Verwachting, Sunny Point, Texas en Leiding 22," wat doet vermoeden dat de minister zich kennelijk beroept op het gewoonterecht. Dat beroep rust, in mijn perceptie, evenwel op een misvatting en onjuiste interpretatie van dat recht.

Gewoonterecht is recht dat gebaseerd is op gewoonten. Een belangrijk kenmerk van gewoonterecht is dat het van generatie op generatie mondeling wordt doorgegeven. Daarom wordt gewoonterecht ook wel ongeschreven recht en costumier recht genoemd. Aangezien gewoonterecht ontstaat vanuit de samenleving is het de tegenhanger van wettenrecht, dat door de wetgever aan de samenleving wordt opgelegd.

In algemene zin is een gewoonte een gebruikelijke wijze van doen van een individu of een groep mensen. Niet iedere gewoonte leidt tot gewoonterecht. Om als grondslag voor gewoonterecht in aanmerking te komen moet een gewoonte aan een aantal voorwaarden voldoen. Aan dat vereiste is hier niet voldaan.

Groter nog dan mijn verbazing over de uitspraak van de minister, is mijn verwondering over het uitblijven van enige reactie van de zijde van welk overheidsinstituut ook, waarmee de indruk ontstaat dat de overheid de draagwijdte van de woorden van de minister sanctioneert. Daarmee is dus een vrijbrief gegeven voor occupatie. Is dat geen teken an de wand?

George Orie
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May