Grondenrechten Inheemsen EIND IN ZICHT?
02 Jan 2022, 06:51
foto
De toenmalige president, Johan Ferrier, heeft een delegatie van KANO ontvangen op 30 december 1976. (Foto: De West)


(Ingezonden)

De Inheemse dorpen Galibi, Apoera, Section en Washabo werden in de jaren ‘60 en ‘70 opgeschrikt door handelingen van de overheid, waardoor de bewoners in hun woon- en leefgenot werden beperkt. Het volgende citaat vertolkt de gevoelens van die tijd. “Sinds ettelijke maanden heeft de KANO naar aanleiding van onrustwekkende geluiden van de mensen in het binnenland getracht deze samen te bundelen (...). Onderwerp van de onrust is de onzekerheid van de Indiaanse bevolking van de binnenlandse dorpen omtrent hun bestaanszekerheid. Zij voelen het als een groot tekort aan niet met zekerheid te weten of zij in hun dorp kunnen blijven wonen of onderhevig zullen blijven aan de willekeur van externe initiatieven, zij het vanwege de overheid of van particulieren”. (uit: KANO protestmars 27 dec -30 dec 1976 ten behoeve voor woon- en leefgebieden der Indianen).

De KANO besloot samen met een aantal dorpen een protestmars te lopen, om kracht bij te zetten aan hun eis voor collectieve rechten op de gronden. De protestmars duurde van 27-30 december 1976, waarbij een groep Inheemsen van ongeveer 50 personen, de 150 km weg van Albina naar Paramaribo te voet aflegden. Het doel was de regering te dwingen tot een wettelijke erkenning van de woon- en leefgebieden. De protestmars had als motto “Grondrechten zijn ook mensenrechten”. Binnen de grondenrechtenstrijd kan de protestmars gezien worden als een hoogtepunt, vanwege de nationale en internationale aandacht.

Reeds vóór de onafhankelijkheid startte de strijd om wettelijke erkenning van Inheemse woon- en leefgebieden, waarbij zij duidelijk kenbaar maakten geen onafhankelijkheid te wensen, alvorens hun grondenrechten wettelijk waren omschreven. Hun eis resulteerde erin dat zij ook een plek kregen als lid van de Surinaamse sectie van de Koninkrijkscommissie.

Eind december 2021 was het precies 45 jaren geleden dat de Inheemsen dor deze protestmars de aandacht van de toenmalige regering-Ferrier opeisten. Vandaag 45 jaren en zoveel regeringen verder hebben de Inheemsen en Marrons aan het begin van 2022 nog steeds geen juridische erkenning van de collectieve rechten op hun gronden. Ter verkrijging van rechten op de gronden die zij sinds mensenheugenis bewonen en bewerken, is door de rechthebbenden, sinds de protestmars van 1976, geen middel onbenut gelaten, om hun eisen kracht bij te zetten.

Dit  resulteerde in enkele markante gebeurtenissen, waarvan  hier enkele worden opgesomd;
1. Op 20 april 1977 werd de Advies commissie Aanspraken op Grondgebieden in het Binnenland geïnstalleerd door minister M. Cambridge van Opbouw
2. Vertegenwoordigers van de Grondkommissie Washabo/Apoera, het Regionaal Komitè Beneden Marowijne en de vereniging Tangiba te Santigron, proclameren “De Verklaring van Santigron” op 1 juli 1978;
3.  Het ontstaan van de Tucajana Amazone Organisatie in 1989; ontstond in reactie op het gesloten Kourou-Akkoord in juli ’89. In hun eisen calculeerden zij later ook de grondenrechtenstrijd
4.  Het Akkoord van Nationale Verzoening en Ontwikkeling  (Vredesakkoord van Lelydorp in 1992)
5. Oprichting van de Organisatie van Inheemsen in Suriname (OIS) in 1992
6. Oprichting Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) in 1992

7. Eerste Gran Krutu van Inheemse en Marron traditionele gezagsdragers te Asidonhopo in 1995; voor het eerst kwamen deze leiders bijeen om te praten over hun diverse rechten
8. Tweede Gran Krutu gehouden in Galibi in 1996
9. Het Buskondre Protocol in 2000/Presidentieel Besluit, No. PB28/2000.
10. Demarcatie van Inheemse gebieden; een eerste aanzet werd gegeven in de dorpen in Beneden-Marowijne in 2000
11. Instelling Grondenrechtencommissie van het Traditioneel Gezag van Inheemse en Tribale Volken in 2007
12. Instelling van het Verenigd Politiek Platform door de VIDS in 2009
13. Instelling Presidentiële Commissie inzake de rechten van Inheemse Volken in Suriname in 2016
14. Installering van een managementteam, een secretariaat en drie commissies voor de uitvoering van het ‘Stappenplan ter Realisering van de Wettelijke Erkenning van de Grondenrechten der Inheemse en Tribale Volken in Suriname’ in  2018
15. Instelling Presidentiële Commissie Grondenrechten in 2020.

Na ettelijke jaren hebben de inspanningen geresulteerd in een conceptwet die tot stand is gekomen door diverse procedures, maar bovenal middels actieve participatie van de Inheemse en Tribale volken. De conceptwet is in april 2020 ingediend bij DNA, en wederom in mei 2021. In 2020 wordt een Presidentiële commissie Grondenrechten ingesteld, die 'wederom' voorstellen moet doen aan de regering ter oplossing van dit vraagstuk. De president deelde in juni 2021 mee dat dat de commissie een wetsontwerp/raamwet Wet Collectieve Rechten Inheemse en Tribale Volken heeft gemaakt, die goedkeuring geniet van de regering. De wet is op 15 juni 2021 aangeboden aan DNA. Blijkbaar zijn er 2 conceptwetten over grondenrechten ingediend bij DNA.

De Wet die op 15 juni bij DNA is ingediend, schijnt ontoereikend te zijn in het garanderen van rechtszekerheid en rechtsbescherming voor de doelgroep. Gehanteerde mensenrechtenverdragen zijn niet voldoende verwerkt, en belangrijke zaken zoals demarcatie, FPIC, zelfbestuur en wettelijke bevoegdheden van traditioneel gezag ontbreken of zijn onvoldoende belicht. Met deze wet kan gronduitgifte gewoon voortduren. Bij disputen kunnen belanghebbenden in beroep bij de grondenrechtenkamer. De vraag kan gesteld worden of de wet leidt tot oplossing van het grondenrechtenvraagstuk of spanningen teweeg zal brengen binnen de desbetreffende gemeenschappen. Hopelijk zullen de rechthebbenden niet hoeven te zeggen, z.a. wijlen Granman Oscar Lafanti eens zei aan de overheid, “Yu no mus’ seri a dagu gi mi, dan yu e hor’ a keti’.

Drs. Th. Cirino
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May