"Wat ook voor eisers in deze is gebleken, is dat gedaagden in hun verweer ten processe juridisch niet deugdelijk hebben kunnen weerleggen, de door eisers aangedragen stellingen. Hierdoor staat het voor eisers dan nog steeds overeind dat er wel degelijk sprake is van belediging, laster, smaad en/of haat zaaien. Daarnevens is het voor eisers gebleken dat in onvoldoende mate de door hun ten processe te berde gebrachte stellingen en bewijzen zijn meegenomen in de overwegingen. Eisers kunnen dan ook niet anders dan om in hoger beroep op te komen tegen het voormeld vonnis," stellen de raadslieden.

Wat volgens de eisers eveneens belangrijk is om te vermelden is dat de kantonrechter in haar vonnis heeft overwogen dat het in het algemeen belang noodzakelijk is dat partijen binnen korte tijd met elkaar in gesprek raken en de discussie aangaan over de tegenbeweging. Dat is het aanbieden van de petitie versus de verantwoordelijkheid voor en bewaking van het algemeen belang, hetgeen volgens de kantonrechter noodzakelijk is in het belang van de openbare orde.

Eisers zijn content dat de kantonrechter het belang van de maatschappelijke discussie en de correlatie met het algemeen belang over de punten opgenomen in de bedoelde petitie voor ogen heeft gezien. Dit is wat eisers reeds maanden ook vragen aan de regering. Het is nog de vraag als de regering hieraan gevolg zal geven, stellen de eisers via hun gemachtigden.