Tjin Liep Shie voerde aan dat Jumman R. heeft verklaard dat hij daadwerkelijk iemand had neergestoken met een mes. De verdachte kwam later te weten dat het slachtoffer is overleden. Volgens de officier van justitie is er geen sprake van noodweer casu quo noodweerexces. De verdachte verklaart dat hij eerst door het slachtoffer is aangevallen met een zaag welk op het terrein van het slachtoffer is geschied. 

Getuigen hebben aangegeven de verdachte op straat is gezien terwijl het slachtoffer tot hem sprak. “Voorts wordt in acht genomen de plaats alwaar het slachtoffer is aangevallen en aangetroffen. Kortom, de ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding en of gevaar jegens verdachte was niet meer aan de orde”, stelde Tjin Liep Shie. Zij zei in haar requisitoir dat de meeste steekverwondingen in de rug van het slachtoffer zijn toegebracht, wat dus impliceert dat hij van achteren moet zijn aangevallen terwijl hij op dat moment geen enkele bedreiging vormde voor verdachte. 

“Ten overvloede wordt opgemerkt, dat in het bovenlichaam zich vitale organen bevinden. Bij het met kracht steken met een mes in het bovenlichaam wordt de aanmerkelijke kans in het leven geroepen, dat een vitaal orgaan geraakt wordt en dat het slachtoffer komt te overlijden. Het OM is ook van oordeel dat verdachte zich bewust moet zijn geweest van deze kans en dat hij deze ook heeft aanvaard”, zei Tjin Liep Shie.