Feminisering Rechterlijke Macht
07 Oct 2021, 12:41
foto
2 juli 2021, vijf van de zes geïnterviewde rechters. Mr. Sandra Bradley staat niet op de foto. V.l.n.r. mr. Ishwarpersad Sonai, mr. Marie Mettendaf, mr. Ingrid Lachitjaran, de tweede vrouwelijke rechter van Suriname, mr. Iwan Rasoelbaks, president van het Hof van Justitie en mr. Robert Praag. (Foto Ranu Abhelakh)


(Aangeboden)

In het Nederlands Juristen Blad aflevering 28 is van de hand van prof.mr. A.R. Mackor, hoogleraar professie ethiek, Rijksuniversiteit Groningen (hierna ook te noemen de auteur), een belangwekkend artikel verschenen: Vierentwintig jaar vrouwelijke rechters in Suriname. De auteur merkt op dat het Surinaamse HvJ in de afgelopen vierentwintig jaar in meer dan één opzicht een stormachtige ontwikkeling heeft doorgemaakt.

De rechtspraak is gefeminiseerd en ook de maatschappelijke achtergrond van de rechters is sterk veranderd. Zij is van mening dat de feminisering vooral het gevolg is van de scheve vrouw-man ratio onder rechtenstudenten.
De geïnterviewde rechters hebben niet de indruk dat status en gezag van de rechter door feminisering veranderd zijn.

In haar studie gaat de auteur in op mogelijke verklaringen voor deze razendsnelle feminisering; op gezag en status van het rechterschap en de vraag of gender daar invloed op heeft en/of rechters verschillen bemerken tussen denken of handelen van mannelijke en vrouwelijke rechters. Mackor baseert haar onderzoek voornamelijk op interviews met de president van het HvJ en vijf van de negenentwintig rechters. De benoeming van de eerste vrouwelijke rechter, mr. Cynthia Valstein-Montnor, vond plaats in 1997.

In 1975 bestond het Hof uit dertien mannelijke rechters. De eerste succesvolle RAIO-opleiding startte in 1993. Vijf vrouwen werden toegelaten, maar de enige die uiteindelijk overbleef was mevrouw Valstein-Montnor. In 2004 ging de tweede opleiding van start. Tien personen werden geselecteerd onder wie slechts één man die in de loop van de opleiding afviel. Deze opleiding leverde zeven rechters op, allen vrouw.

Een vergelijkbaar scheve vrouw-man ratio is te zien bij de derde opleiding van 2014 (vier vrouwen, één man) en de opleiding van 2018 tot 2020 (drie vrouwen en één man). Dit heeft tot gevolg dat het HvJ dat van 1997 tot 2008 slechts één vrouw telde, sinds 2009 in meerderheid uit vrouwelijke leden bestaat. Nadat in 2018 zeven mannen en twee vrouwen vanuit het O.M. en de AdeKUS als zij-instromer rechter zijn geworden, is de verhouding enigszins gelijkgetrokken. Mackor constateert dat op het moment van schrijven (mei 2021) het HvJ negenentwintig rechters telde, zestien vrouwen (55%) en dertien mannen.

Verklaring feminisering

De auteur geeft als mogelijke verklaring aan dat mannen meer dan vrouwen geïnteresseerd zijn in geld verdienen. Ook hechten zij meer waarde aan vrijheid en privacy. De vrouwelijke rechter mr. Lachitjaran vertelde dat als zij mannelijke advocaten polst of zij belangstelling hebben voor het rechterschap, zij steevast als antwoord krijgt: “Misschien als ik tegen mijn pensioen aanzit”. De president van het HvJ, mr. Rasoelbaks, zou te kennen gegeven hebben dat hij zich als rechter nimmer beknot heeft gevoeld in zijn bewegingsvrijheid. De belangrijkste verklaring voor feminisering lijkt volgens Mackor te liggen bij de juridische opleiding zelf. Het is al geruime tijd zo dat veel meer vrouwen dan mannen studeren.

Gezag en respect
Geen van de geïnterviewde vrouwelijke rechters zegt ooit moeite gehad te hebben zich staande te houden als rechter. Opmerkelijk is dat volgens de auteur uit de voornamelijk Amerikaanse literatuur geconstateerd wordt dat in de rechtszaal een verschil in bejegening van en respect voor mannen en vrouwen blijkt. Vrouwelijke rechters zouden vaker geïnterrumpeerd worden dan mannen. Ook zouden zij minder respectvol worden aangesproken.
In Suriname is een dergelijk verschil volgens de geïnterviewden niet aanwezig.

Verschillen in denken of handelen
Mackor merkt op dat de meeste geïnterviewde rechters geen verschillen zien.  De vrouwelijke rechter mr. Bradley ziet ze wel. Naar haar mening zijn mannen technischer en zakelijker en halen sneller de essentie uit dingen, terwijl vrouwen meer op details ingaan. Zij ziet mannen en vrouwen als complementair en daarom vindt zij genderbalans in de organisatie belangrijk.

De enige context waarin volgens alle rechters gender een duidelijke rol speelt, is in familiezaken. Procespartijen zouden geneigd zijn afhankelijk van hun geslacht een beroep te doen op het genderbewustzijn van de desbetreffende rechter bijv. door een mannelijke procespartij die tegen zijn vrouw procedeert en bij de mannelijke rechter steun zoekt met de woorden: “als man begrijpt u zeker wat ik bedoel”. In dit verband is het interessant te weten dat het algemeen beleid van het HvJ is dat meervoudige kamers zoveel mogelijk uit tenminste één man en één vrouw bestaan. De auteur merkt op dat in zedenzaken het HvJ erop toeziet dat een meervoudige kamer niet uit drie vrouwen bestaat!

Ik (CJ) neem aan dat zij hiermee bedoelt dat in een dergelijke kamer tenminste één mannelijke rechter moet zitten. Dit om te voorkomen dat de conclusie getrokken zou kunnen worden dat een meervoudige kamer wel uit drie mannen mag bestaan!

Carlo Jadnanansing
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May