Waarneming president bij afwezigheid werkbezoek buitenland niet nodig
09 Sep 2021, 04:54
foto
Hugo Fernandes Mendes


(Aangeboden)

In Suriname is al jaren het gebruik ontstaan dat de president bij een werkbezoek of staatsbezoek aan het buitenland, zijn functie plechtig ter waarneming overdraagt aan de vicepresident. De ondervonden noodzaak voor waarneming wordt standaard gebaseerd op artikel 98 c van de grondwet waarin kortweg staat dat het ambt van president door de vicepresident wordt waargenomen zolang de president 'ontbreekt' of 'afwezig' is.

Een actueel voorbeeld is het bezoek van president Santokhi aan Nederland. In een op 5 september getekend protocol van overdracht werkbezoek Nederland staat dat tijdens de afwezigheid van de president, de vicepresident “ binnen het grondgebied van Suriname het ambt van president zal waarnemen”. Beide functionarissen hebben elkaar succes toegewenst na de ondertekening en beloofd elkaar dagelijks te bellen. De vicepresident is nu al voor de derde keer geroepen de president waar te nemen.

De vraag is of deze procedure staatsrechtelijk nodig en correct is. Het heeft er door de woorden ‘ binnen het grondgebied van Suriname’ allereerst de schijn van dat de president slechts zijn binnenlandse taken als staatshoofd en regeringsleider heeft overgedragen. Dat zou betekenen dat Suriname tijdelijk 2 presidenten heeft, één president voor het binnenland en één president voor het buitenland. Dat is vanzelfsprekend een onhoudbare stellingname die niet bedoeld kan zijn.
Dit nog geheel los dat de bewoordingen en de geest van de grondwet geen ruimte laten voor een dergelijke splitsing van de functie. Ook feitelijk lijkt het splitsen van de functie van staatshoofd en regeringsleider onmogelijk in een binnenlands en buitenlands deel. Er is altijd slechts één president. Dit betekent dat het protocol van overdracht van 5 september zo moet worden gelezen dat de presidentiële functie in zijn geheel zoals omschreven in de grondwet, nu wordt waargenomen door de waarnemend president.

Niettemin heb ik met gefronste wenkbrauwen kennis genomen van een recent officieel persbericht waarin gewag wordt gemaakt dat de waarnemend president als ‘staatshoofd’ een gesprek heeft gevoerd met de Cubaanse ambassadeur over de missie van Cubaanse artsen in Suriname. Met gefronste wenkbrauwen vanwege de volgende vraag.
Als de president zijn functie heeft overgedragen aan de vicepresident in welke functie of hoedanigheid bezoekt hij Nederland en voert hij gesprekken met de koning, en andere autoriteiten? Een president die zijn functies tijdelijk heeft overgedragen kan namelijk niet als president optreden. Toch gaat ook in Nederland eenieder er van uit dat het daadwerkelijk de president is die een werkbezoek aflegt. President Santokhi is dan ook met de nodige egards ontvangen.

Het voorgaande illustreert een groot tot dit moment kennelijk onoplosbaar staatsrechtelijk vraagstuk. Suriname heeft 2 functionarissen die tegelijkertijd in twee verschillende landen in een formele hoedanigheid worden omschreven als staatshoofd van Suriname! De voortdurende verwarring over vele constitutionele vraagstukken is het logische resultaat waarin het land reeds dertig jaar verkeert. Suriname moet het – ondanks alle politieke beloften van opeenvolgende regeringen – doen met een uit 1987 stammende noodgrondwet waarvan iedereen weet dat het staatkundig fundament uitermate broos is. Dat verklaart waarom ook ambtelijke diensten ongewild de fout in kunnen gaan. Niet voor de laatste keer.

Het is op zich prijzenswaardig dat bestuurders zich willen houden aan de letter van de geldende grondwet. Het is roeien met de riemen die er zijn. De gegeven interpretatie van artikel 98 c  is kennelijk dat de president bij een bezoek aan het buitenland ‘ontbreekt’ dan wel ‘afwezig’ is, en derhalve niet in staat is zijn functie uit te voeren. Om die reden moet hij worden waargenomen. Maar deze interpretatie lijkt te berusten op een misvatting. De president is louter vanwege een bezoek aan het buitenland, helemaal niet afwezig en ontbreekt ook niet. Het tegendeel is waar.

De publiciteit rond het bezoek aan Nederland, vooral in Suriname, maakt dat hij meer dan ooit aanwezig is. Nergens staat dat hij (steeds) in het land moet zijn om zijn functie te kunnen uitoefenen. Deze interpretatie van afwezigheid is,  zeker in deze tijd met perfecte verbindingen, in zeer vele buitenlanden volstrekt onbekend. De overdracht van de presidentiële functie is geen sinecure, en de grondwet moet daarom op dit punt met grote voorzichtigheid en zorgvuldigheid worden uitgelegd.

Onder ‘afwezigheid’ in de zin van de grondwet moet eerder worden verstaan dat de president onverklaarbaar afwezig en feitelijk onvindbaar is. Derhalve niet kenbaar in staat is zijn functies uit te oefenen. Om deze reden is zijn medewerking strikt genomen niet nodig voor toepassing van artikel 98 c. Als de president zelf van mening is dat het verstandig is om welke reden ook tijdelijk zijn functie over te dragen, dan zal hij gebruik kunnen maken van artikel 98.b. In dit artikel staat dat de president zelf desgewenst tijdelijk zijn functie kan neerleggen.

Het is aan te bevelen alles wat twijfel kan veroorzaken over de status van de president bij een bezoek aan het buitenland, te voorkomen. Artikel 98 c van de grondwet moet gereserveerd blijven voor een niet verklaarbare afwezigheid en onbereikbaarheid van de president. Een staatsbezoek of werkbezoek betekent allerminst dat de president afwezig is. Hij is als gezegd aanweziger dan ooit, en reeds daarom ook staatsrechtelijk volledig aanspreekbaar op alle functies van zijn ambt. De vicepresident had in zijn eigen hoedanigheid met de ambassadeur van Cuba het gesprek moeten voeren. Suriname, heeft als elk land slechts één staatshoofd.

Hugo Fernandes Mendes
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May