Geslachtsnaam, de belangrijkste pijler van het familierecht
11 May 2021, 10:42
foto


Elk kind heeft het onvervreemdbare recht op een geslachtsnaam, dat verankerd is in de nationale wetgeving en internationale verdragen. In dit artikel sta ik kort stil bij dit fundamenteel recht en nodig ik vakgenoten uit om hierover meer uitleg te geven aan het volk van Suriname.

Allereerst een aantal wetsartikelen als uitleg

Zo volgt uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat elk individu het recht heeft op een naam als middel tot persoonlijke identificatie en binding aan een familie, groep, land, streek, etc.

Artikel 3, lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) luidt: “Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichaam, vormen de belangen van het kind de eerste overweging”.  

Artikel 7, lid 1 van het IVRK luidt: “Het kind wordt onmiddellijk na de geboorte ingeschreven en heeft vanaf de geboorte het recht op een naam, het recht een nationaliteit te verwerven en, voor zover mogelijk, het recht zijn of haar ouders te kennen, en door hen te worden verzorgd”.

Artikel 8, lid 1 van het IVRK luidt: “De Staten die partij zijn, verbinden zich tot eerbiediging van het recht van het kind zijn of haar identiteit te behouden, met inbegrip van nationaliteit, naam en familiebetrekkingen zoals wettelijk erkend, zonder onrechtmatige inmenging”.

Artikel 24, lid 2 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (BUPO) bepaalt: “Elk kind heeft, zonder onderscheid naar ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom of geboorte, recht op die beschermende maatregelen van de zijde van het gezin waartoe het behoort, de gemeenschap en de Staat, waarop het in verband met zijn minderjarigheid recht heeft”. En lid 2 bepaalt: “Elk kind wordt onmiddellijk na de geboorte ingeschreven en krijgt een naam”.
 
Artikel 56a van het Surinaamse Burgerlijk Wetboek, boek 1, luidt: “Wettige en door de vader erkende onwettige kinderen dragen de geslachtsnaam van de vader; onwettige, niet door de vader erkende kinderen, die van de moeder”.

Artikel 57 luidt: “Niemand mag zijn geslachtsnaam veranderen, of een andere bij de zijne voegen, zonder toestemming van de President. Degene, wiens geslachtsnaam of voornamen niet bekend zijn, kan een geslachtsnaam of voornamen aannemen met toestemming van de President”.

De situatie in Suriname
Er ligt nu een wetsvoorstel tot wijziging van het Surinaamse Burgerlijke Wetboek, boek 1. Voorgesteld wordt om aan artikel 57, de leden 2 tot en met 10 toe te voegen. De initiatiefnemers willen hiermee voor minderjarige als voor meerderjarige kinderen het dragen van door ouders nieuw gekozen geslachtsnaam, mogelijk maken.

Volgens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (hoe de wet geïnterpreteerd en toegepast moet worden) gaat het in artikel 57 lid 1, uitdrukkelijk om personen die reeds een geslachtsnaam hebben en die hun geslachtsnaam willen veranderen of een andere bij de zijne te voegen. Op grond van artikel 57 kan met toestemming van de President de geslachtsnaam van de aanvrager veranderd worden, maar als de aanvrager kinderen heeft, dan verandert de geslachtsnaam van de kinderen niet automatisch, dit, gelet op “het persoonlijke karakter van de toestemming”.  “In de gevallen, waar het wel de bedoeling was om de toen minderjarige kinderen, inmiddels meerderjarig, bij het verzoek der ouders ook te betrekken, is de meerderjarigheid een obstakel voor het deelachtig worden van de nieuw gekozen geslachtsnaam en is er dus sprake van onmacht zijdens de ouders”.
         
Wat Suriname van Nederland kan overnemen

Naar Nederlands recht is het mogelijk dat een kind de geslachtsnaam van de vader of die van de moeder kan dragen (keuzerecht artikel 1:5 lid 4 Burgerlijk Wetboek). Als de ouders geen keuze maken, dan krijgt het kind automatisch de geslachtsnaam van de vader (artikel 1:5 lid 5 onder a Burgerlijk Wetboek) en als de vader onbekend is dan krijgt het kind de geslachtsnaam van de moeder. Zo zijn er nog andere uitzonderingen, maar het uitgangspunt is, dat kinderen binnen één gezin, allemaal dezelfde achternaam dragen.

Ik denk dat Suriname het goed doet om het in het kader van het gelijkheidsbeginsel het Nederlandse voorbeeld te volgen en ook het dragen van dubbele geslachtsnamen (namenreeksen), gelet op voormelde verdragsbepalingen, mogelijk gaat maken. Het recht van het kind verlangt, dat een kind een gelijkwaardig recht heeft op het dragen van de geslachtsnamen van de beide ouders, gehuwd of ongehuwd. Het wetsvoorstel voldoet niet aan deze norm.                                         
K. Ramdhan
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May