De minister van Openbare Werken moet bedanken

De minister van Openbare Werken moet onmiddellijk zijn ontslag indienen en de eer aan zichzelf houden. Wanneer de fractieleider van de coalitie de heer Gajadien (VHP) onomwonden aangeeft dat minister Nurmohamed van de VHP tegen het nationaal belang handelt zou de minister de eer aan zichzelf moeten houden.

De heer Gajadien van de VHP kiest ervoor om geen interpellatie voorstel in te dienen om de minister ter verantwoording  te roepen in De Nationale Assemblee. Hij kiest bewust ervoor om de president van de republiek te schrijven en als het ware hem publiekelijk ter verantwoording op te roepen. Deze handeling kan best wel gecategoriseerd worden als het openbreken van een beerput. Interne besprekingen hebben tot niets geleid, dan maar deze zaak aan de grote klok hangen.

Het a-nationaal handelen van deze minister hoeft dan niet eens corruptief te zijn maar zodra het tegen het nationaal belang indruist en de minister aanwijsbaar en aantoonbaar als zodanig heeft gehandeld zou hij moeten bedanken.
Trouwens in deze zaak heeft de heer Gajadien een standpunt ingenomen welke publiekelijk is bekend gemaakt.

Stapt de minister niet op dan moet er wel een grondig onderzoek komen waarom de minister als zodanig heeft gehandeld. In wiens belang handelt de minister? Het is in elk geval niet in het nationaal belang? Als in deze het belang  van het volk niet wordt gediend, wiens belang wordt dan wel gediend en waarom? Ook de vragen wiens belang de heer Gajadien verdedigt en voor wie er meer werk wordt gevraagd en voor hoeveel moet duidelijk zijn.  

Deze vragen dienen nu ook beantwoord te worden. In elk geval moet deze zaak verder worden onderzocht. DNA-leden moeten in het kader van transparantie en goed bestuur verdere verduidelijking vragen. De beerput is nu in elk geval open getrokken door de fractieleider van de coalitie. Ik zal als burger afwachten welke consequenties de fractie van de coalitie of de VHP aan deze handelingen van de minister verbindt.

Quincy Yorks