Brazilië: Hevige concurrentie bij aantrekken olie-investeringen

Brazilië wordt geconfronteerd met hevige concurrentie van buurlanden Guyana, Suriname en Uruguay om olie-investeringen aan te trekken van landen over de hele wereld. Beleidsmakers in de grootste economie van Latijns-Amerika hameren nu op een nieuw regelgevend en productiedelingskader om de zakelijke omgeving van het land aantrekkelijker te maken voor investeerders.

Tijdens een webinar dat vorige maand werd bijgewoond door grote belanghebbenden, zei Decio Oddone - CEO van de Braziliaanse onafhankelijke producent Enauta - op de bijeenkomst: "We moeten prioriteiten stellen ... er is concurrentie tussen verschillende landen over de hele wereld om het juiste kader te creëren om toekomstige olie- en gasprojecten mogelijk te maken. … continue verbetering van het regelgevingsproces is belangrijk."

Oddone wordt gezien als een invloedrijke pleitbezorger voor de hervorming van het licentie- en productiedelingsregime in Brazilië. Als voormalig directeur-generaal bij het National Petroleum Agency (ANP) van het land van 2016-2020 wordt hij geprezen voor het inluiden van een flexibeler regelgevingsklimaat. Hij vindt dat Brazilië nog meer moet doen om investeerders voor zijn olie-industrie aan te trekken en te behouden.

Guyana en Uruguay plannen beide nieuwe licentieverkooprondes in 2021. Belanghebbenden in de Braziliaanse oliesector zijn zich er terdege van bewust dat de belangstelling van investeerders in Guyana is toegenomen sinds september vorig jaar, toen de natie de productie in Payara door ExxonMobil in Payara goedkeurde . Het is het derde project van het bedrijf in het productieve Stabroek Block. Payara zal naar verwachting tot 220.000 vaten olie per dag opleveren na de start in 2024.

Oddone dringt er bij het Braziliaanse Congres op aan nieuwe, flexibele incentives in te voeren om investeerders eerder dan later te overtuigen. Volgens hem werden potentiële investeerders uitgeschakeld door een vertraging van vijf jaar bij de verkoop van licenties, aangezien Brazilië zijn productiedelingsbeleid voor subsalt (geologische laag na zoutlagen) invoerde. De regeling ondermijnt de ontwikkeling van hulpbronnen in het land vóór de geplande overgang naar een koolstofarme omgeving.

De beweging voor beleidshervormingen voor licenties en regulering kwam in een stroomversnelling na de slechte resultaten van Brazilië van zijn zesde veiling voor productiedelingsrechten voor subsalt-lagen. De eerste verkoop van de productiedelingsrechten in november 2019 waren overdreven ingewikkeld.

De licentieactiviteiten in 2020 werden tot december stopgezet door het coronaviruspandemie, maar toen het ANP op 4 december de tweede cyclus van het Open Areaal-programma hield, werd slechts één offshore-blok uit de beschikbare 35 verkocht. Dit gebrek aan interesse van investeerders leidde tot nog meer oproepen voor een volledige herziening van de licentievoorwaarden van Brazilië.

Sindsdien heeft de minister van Mijnbouw en Energie, Bento Albuquerque, bevestigd dat het Braziliaanse Congres heeft besloten om gedurfde wijzigingen aan te brengen in het nationale productiedelingsbeleid. Daarbij is in het bijzonder aandacht voor of het ANP exploratie- en productieblokken moet verkopen onder meer flexibele productiedelings- of concessiemodellen, en ook of er aanvullende hervormingen moeten worden doorgevoerd in 2021, zoals het agentschap dat nodig acht.

In het kader van een nieuw gasmarktbeleid dat in 2019 werd ingevoerd, onderstreepte Brazilië zijn toewijding aan open markten en de ontwikkeling van een sterke omgeving voor kleine tot middelgrote bedrijven. Op deze manier hoopt de natie de uitdaging aan te gaan van concurrerende licentie- en productiedelingsregimes van andere spelers op de mondiale oliemarkt - inclusief de buurlanden Guyana, Suriname en Uruguay.