Productie nader bekeken
04 Nov 2020, 08:33
foto


De aanleiding voor het schrijven van dit korte artikel is de opmerking van de minister van Economische Zaken als zouden productiebedrijven te vergelijken zijn met doodgewone assemblagebedrijven. Deze vergelijking werd gemaakt in verband met een dispuut met meelmaatschappij De Molen inzake de subsidie van importmeel. 

Als je de verschillende onderdelen van auto’s op de juiste manier assembleert, creëer je inderdaad een goed rijdende auto, conform de bewering van de minister. Maar je kunt niet allerlei soorten suiker bij elkaar brengen om suikerriet te toveren of verschillende soorten meel combineren om tarwe, de grondstof van meel, terug te krijgen. De productie in deze voorbeelden vindt dus plaats via zogenaamde extractie en is daarom niet te vergelijken met assemblage. Er worden bovendien in het proces van extractie van verschillende meelsoorten ook veevoer ingrediënten geproduceerd. De bovengenoemde vergelijking, die de minister trok tussen productie en assemblage, is dan ook onbruikbaar. Zonder verder specifiek op de kwestie van De Molen te willen ingaan, aangezien het hier draait om een principe, is het opvallend dat de houding van dit ministerie een importcultuur uitademt.

Mentaliteitsombuiging
Onze financieel-economische geschiedenis laat overduidelijk zien dat de importcultuur, inclusief assemblage, miljarden aan US-dollars heeft verspild, terwijl Suriname in dit opzicht steeds afhankelijker wordt. Als gevolg hiervan is ons onderwijssysteem meer administratief en intellectueel georiënteerd. Terecht wil de minister van onderwijs dit proces keren, zodat al in een vroeg stadium de talenten en aspiraties van jongeren kunnen worden geïdentificeerd en ontwikkeld om initiatieven te leren ontplooien en ondernemingszin te bevorderen. Hierdoor zal de noodzakelijke mentaliteitsombuiging zeker ontstaan, waardoor niet langer wordt neergekeken op beroepsopleidingen, maar integendeel het aanbod hiervoor zal vermeerderen. 

De ambities van jongeren zullen een centrale rol moeten gaan spelen in hun opvoeding en opleiding, waarbij vraag en aanbod op de productie arbeidsmarkt in evenwicht kunnen worden gebracht. Deze trend is onontbeerlijk om Suriname ooit daadwerkelijk duurzaam zelfvoorzienend te kunnen maken en behoeft een meerzijdige aanpak. 

Meerzijdige Aanpak
Het bevorderen van duurzame productie voor voedselconsumptie betekent niet alleen het bieden van fysieke, financiële en fiscale investeringsincentives aan producenten, maar tegelijkertijd het ontmoedigen van de dienovereenkomstige importen. Vandaar dat bijvoorbeeld de Caricom het tarief van 25% invoerrechten op de import van meel heeft vastgesteld, zogenaamde Common External Tariff (CET). De aanpak van het onderhavige ministerie beoogt precies het tegenovergestelde, wat contraproductief is en oneerlijke concurrentie stimuleert met alle nadelige gevolgen van dien. Deze ontwikkelingsvisie voor productieopvoering eist een lange termijnplanning, waarin Suriname tot op heden desastreus gefaald heeft. Gelukkig deelt de huidige regeringsleiding deze inzichten ook, althans in woord, om een nieuwe weg voor een productief Suriname te kunnen inslaan. Time will tell!

Dr. Roy I. Bhikharie, BA, MA, PhD
Ex-voorzitter Associatie van Surinaamse fabrikanten (ASFA)
Advertenties