Voorzitters Ronny Asabina (BEP) en Gregory Rusland (NPS)
Na de verkiezing van Ashwin Adhin (NDP) tot voorzitter van De Nationale Assemblée en Ronnie Brunswijk (ABOP) tot vicevoorzitter, resteert er nog één belangrijke horde voor de samenwerkende partijen binnen de nieuwe coalitie. Gregory Rusland (voorzitter NPS) en Ronnie Asabina (BEP), die samen met de NDP, ABOP, PL en A20 de nieuwe coalitie vormen, rekenen erop dat alle zes partijen zich houden aan eerder uitgesproken belofte: samen de verkiezing van president en vicepresident in te gaan.

Rusland gaf na de verkiezing van de nieuwe leiding van het parlement aan dat de wijze waarop die is verlopen, in lijn was met de gemaakte afspraken. “Het is een afvinken van de afspraken,” zei de NPS-voorzitter. “We hebben elkaar het jawoord gegeven.”

Asabina voegt eraan toe: “Wij van de BEP voeren het gegeven woord hoog in ons vaandel. Uiteraard hou je rekening met de realiteit van de dag - er zijn lessen geleerd - maar we zijn uitgegaan van het positieve. We zijn de Almachtige dankbaar, maar ook zij die zich aan de afspraken hebben gehouden.”

De BEP-voorzitter erkent dat de politieke onzekerheid, met name rond de positie van Ronnie Brunswijk en de ABOP, te maken heeft met het spanningsveld tussen vrijheid en rechtsstaat binnen de democratie. Die vrijheid omschrijft hij als het recht van ieder individu om zijn gegeven woord alsnog in te trekken. “Maar we praten hier over principes. Dus hopen wij dat iedereen zich houdt aan wat we collectief hebben afgesproken. We zien natuurlijk wat er om ons heen gebeurt, maar we gaan ervan uit dat de gemaakte afspraken worden nagekomen.”

Volgens Rusland moet de huidige politieke onzekerheid niet te lang voortduren. “Er zijn grote verwachtingen van wat wij als coalitie willen gaan doen, maar de realiteit is dat we pas na de daadwerkelijke overname precies zullen weten wat we aantreffen en overnemen. Pas dan kunnen we richting bepalen en keuzes maken over beleidsactiviteiten en de daarbij behorende acties.”

Asabina wijst op signalen over de financiële en economische situatie van het land. Een onomkeerbaar feit is volgens hem dat de nieuwe regering vanaf 2026 zal moeten beginnen met het aflossen van de buitenlandse schulden. Hij herinnert eraan dat de zittende regering de aflossingen van die schulden heeft doorgeschoven naar na de verkiezingen van 25 mei. 
“Maar we moeten nu gaan werken aan het houdbaar maken van de schulden en het financiële huishoudboekje van de overheid,” zegt Asabina. “Als we als team goed samenwerken, vertrouwen in elkaar opbouwen én het vertrouwen van de samenleving weten te herwinnen, liggen er genoeg mogelijkheden om de staatskas aan te vullen. Maar dat moet wel op een manier gebeuren die financieel beheersbaar blijft.”