Column: Politieke Borrelpraat 613
24 May 2020, 22:12
foto


“Soh! Morgen is de grote dag, de dag der dagen, de dag van de waarheid, de dag van…”
“Ach man, drink door en kwebbel minder. Morgen is een gewone dag als alle andere dagen.”
 “Mooi gezegd, meester, maar nog steeds laten veel kiezers hun stemkeuze bepalen door de mooiste beloften, de grootste lawaaischoppers, de meeste wapperende vlaggen en het hardste geluid tijdens roadshows.”
“Maar volgens het Burgerinitiatief heeft geen van de partijen een duidelijk onderbouwd regeerprogramma kunnen presenteren.”
“Dat is een politieke cultuur in dit land. Partijen willen zich niet binden aan gedetailleerde programma’s en weten dat het gros van hun kiezers die dingen niet eens leest. Ze stemmen op grond van hun politieke bribi op een bepaalde partij.” 
“En door welke punten wordt hun stemkeuze dan bepaald, meester?” 
“Kijk, luister, jongeman. De politieke bribi van zo een tweederde van de stemmers wordt bepaald door: 1) ik stem op mijn bijna goddelijk verklaarde voorzitter, mi e dede gi mi leider; 2) ik stem op een partij die overwegend bemand (in de leiding) en bevrouwd (in vooral de midden- en achterban) wordt door mensen die op mij lijken, liefst ook qua taal en religie; en 3) ik stem op de partij waarop mijn grootouders en mijn ouders hebben gestemd, en mijn kinderen en kindskinderen in de toekomst ook zullen stemmen.”
“En wat is de politieke bribi van wat men noemt de ‘zwevende kiezers’, die ongeveer een derde van de stemgerechtigden uitmaken?”
“Simpel. Dat is gewoon de ontkenning van die drie punten hierboven. Dus: ik stem niet op …” 
“Maar die eenderde aan zwevende kiezers vind je vooral in de stad, in kieskring 1, Region One.”
“Klopt helemaal. Hoe verder je van de stad gaat, hoe groter de invloed van traditie en van etniciteit. Maar het is vooral de stad die sinds de eerste verkiezingen volgens het Algemeen Kiesrecht de doorslag geeft.”
“Hoezo meester? Ik begrijp dit niet.”
“Dommie, omdat jij de politieke geschiedenis van dit land niet kent.”
“Meester, u speelt nu op de man, niet op de bal, u wordt persoonlijk. Straks roept u mij nog ‘keskesi of yapyapi’ al is het als grap bedoeld.”
“Dan roep jij mij ook voor de grap ‘blaka baab’ terug.”
“Dan worden we beiden heel terecht uit de vergaderzaal gezet.”
“Oké, sjorrie dat ik persoonlijk werd. Zal ik je dan iets historisch over de zetelverdeling vertellen?”
“Graag. Ik ben een en al oor.”
“Oké, arki mi bun. Bij de eerste verkiezing volgens het Algemeen Kiesrecht op 30 mei 1949 haalde de NPS 13 van de 21 zetels, dus de absolute meerderheid, de VHP 6 en de KTPI 2. Klarie, de rest nul, maar in de stad gold: winner takes all, dus geen kiesdeler.”
“Maar meester, wat was de zetelverdeling en het aantal kiezers per kiesdistrict?”
“Volg goed. In de stad, het bolwerk van de mulatten en volkscreolen, kon je 10 zetels halen en waren er 34.000 geregistreerde kiezers. In de kieskringen 2, 3 en 4, wat nu min of meer Wanica en Para is, kon je elk 1 zetel halen, dus maar 3 zetels met in totaal 30.000 kiezers.”
“Wat? Dus met bijna evenveel kiezers als de stad, maar met maar drie zetels?” 
“Klopt. En dan te berekenen dat twee van deze kieskringen het bolwerk waren en nog steeds in feite zijn van de Hindostanen. Goed, maar deze zetelverdeling was ter wille van het politiek evenwicht, anders zouden ‘die Aziaten’ teveel zetels halen en zouden zij de creolen overheersen, want daar zijn velen in feite nog steeds als de dood zo bang voor. Alleen onze Lieve Heer weet waarom.”
“Maar goed, laat u dit stokpaardje even. Hoe was de verdeling in de andere kieskringen?”
“Kieskring 5, Commewijne: 2 zetels met circa 16.000 kiezers, het Javaans bolwerk, nog steeds min of meer. Dan Kieskring 6, Saramacca met 2 zetels en circa 4.500 kiezers; kieskring 7, Nickerie met 2 zetels en zo een 8.500 kiezers; kieskring 8, Coronie met 1 zetel en 1.500 kiezers en tenslotte kieskring 9, Marowijne met 1 zetel en circa 1.000 stemgerechtigden.”
“Maar wat hebt u ontdekt uitgaande van de verkiezingsuitslag van de eerste algemene verkiezingen?”
“Nou, kijk naar de percentages, dan zie je dat de VHP als zelfstandige partij in 1949 zes van de 21 zetels haalde, dat is 35%. En dat bleef ook zo bij de volgende verkiezingen, totdat papa Lach met Jopi-popi een ‘politiek verbontu’ sloot en zij zo uiteindelijk de regeermacht konden overnemen.”
“Dus die beroemde verbroederingspolitiek was in feite een politiek verbond tussen in feite de twee leiders alleen?”
“Natuurlijk. Stel je voor dat beide leiders ernaar zouden streven om Creolen en Hindostanen echt te laten verbroederen, te laten samensmelten, dan waren beide leiders hun achterban kwijt.”
“Goed dus de VHP haalde toen met overwegend Hindostaanse stemmers maximaal 35% van het beschikbare zetels. En dan?”
“Hoeveel zetels zijn er nu?”
“51”
“Goed zo. En hoeveel is 35% daarvan?”
“Ehm, even m’n calculator… dat is 17,85 dus zeg 17 of 18 zetels.”
“En wat zegt een peiling dat de VHP bij deze verkiezingen zou kunnen halen?”
“Zo een 18 zetels, dacht ik.”
“Dus na al die jaren, toch weer 35% van het aantal zetels. En nog steeds zal het grootste deel van deze stemmers uit Hindostanen bestaan.”
“Zoals dat ook het geval zal zijn bij de andere, op etnische basis geschoeide partijen. Een groot deel van de kiezers stemt nog altijd volgens etnische lijnen.”
“En dit werd al die tijd gecamoufleerd door die pre-electorale combinaties die nu verboden zijn.”
 “Dus weer zal, zoals sinds de eerste algemene verkiezingen, de beslissing in feite in de stad vallen.”
“Jawel, mi boi. Een rondje daarop.”

Rappa
Advertenties

Tuesday 19 March
Monday 18 March
Sunday 17 March