Wetgeving is een complexe aangelegenheid, niet eenvoudig, en behoort
met de grootste zorgvuldigheid tot stand te komen. Het recente proces in De
Nationale Assemble (DNA), terzake
de behandeling en aanname van de ‘Wet verdere ordening van Valuta Transacties en het Valuta Verkeer’, 21 Maart 2020, geeft wederom blijk dat men politiek en wets-technisch
juridische regelgeving niet van elkaar
kan scheiden, en zich eerder verleidt door politiek opportunisme. Een
onvoorbereide en overhaastige wetgeving, treft onder geen omstandigheid zijn
doel, en men is vaak onbewust over de
sociale, economische en politieke gevolgen. Het is ontwrichtend voor een
goed bestuur, ondermijnt het vertrouwen dat burgers en delen in de samenleving
en in de democratie hebben, en bovenal, catastrofaal voor een rechtsstaat.
Zoals bekend, werd de wet in kwestie bij verrassing en zoals thans
blijkt met een politiek spelletje van vluchtige en onverwachte agenda wijziging
in DNA doorgevoerd. De wet werd
gepasseerd met een politieke instemming
van 26 leden, een gewone meerderheid dus, terwijl de rest van DNA-leden uit
protest wegbleef. De aanname van de wet werd desalniettemin doorgevoerd.
Inmiddels zoals verwacht, hebben grote delen in de samenleving hun misnoegen
geuit, en uit alle relevante hoeken is er protest getekend bij de president om deze wet niet af
te kondigen.
Naar mij lijkt, is het de verantwoordelijkheid van DNA om een
wetsproduct zo goed mogelijk, beantwoordend aan zijn doel, in elkaar te zetten,
met inspraak van alle maatschappelijke en functionele groepen als een
bottomline. Het staatshoofd zou DNA op zijn vingers moeten tikken, en zelfs
weigeren om maatschappelijk contentieuze wetsproducten op zijn tafel te
krijgen, hoe goed deze ook bedoeld zijn, door zijn eigen fractie. Dit zou zeker
het geval moeten zijn, als blijkt dat het wetsproduct inputs van belangrijke
actoren uit de samenleving mist, zoals thans het geval lijkt te zijn, dat
processen niet goed zijn gevolgd, en dat de wetgeving zijn doel mist.
De democratie verlangt van het staatshoofd dat het uitvoerend orgaan,
naar DNA toe zijn eigen verantwoordelijkheid op zich neemt en daarbij de wetgever controleert, op een
juiste voorbereiding van wetten en acht slaat op de gevoelens en aspiraties van
het volk, van grote maatschappelijke groeperingen, en van relevante actoren.
Dit is het hele principe van ‘checks and balances’ tussen de wetgevende en
uitvoerende in het wetgevingsproces. Een kwalitatief juiste wetgeving is geen
kwestie van oppositie of coalitie, mag ook niet onderbouwd zijn op politieke
motieven, doch in principe ingegeven door het algemene- en staatsbelang. Het
volk moet ermee gediend zijn! Een dergelijke terugwerping door het staatshoofd,
zou DNA moeten afstraffen met zwakke
wetgeving, maar ook een belangrijke bijdrage zijn aan de democratie, en dat DNA
als wetgever aan kwaliteitswetgeving behoort te doen.
Met het recente wetsproduct, schijnt de wetgever het gemikt te hebben
op de cambiohouders. Dat is over duidelijk te lezen in het wetsproduct. Echter,
het is niet de taak van de wetgever om
cambiohouders af te straffen middels punitieve en selectieve wetgeving. Het
doel van de wetgever is om (sociaal-, economische/financiële en maatschappelijke) processen in juiste banen
te leiden en middels wetgeving ordening in de samenleving te brengen, daarbij
het algemeen belang als het hoogste motief. Wetgeving als de onderhavige draagt zelfs risico’s van een discriminatoire
aard te zijn, en zoals eerder door anderen aangehaald, werkt averechts in het
financieel, maatschappelijk en
economisch verkeer in plaats van de door DNA beoogde financiële ordening en
economische stabiliteit te brengen. Gezien de overhaastige wijze waarop deze
wet tot stand is gekomen, en de daarbij gevolgde onderliggende
technisch-juridische zeer zwakke processen, is het onvermijdelijk, dat deze
wetgeving zijn beoogde doel zal missen en is een verdere chaos op de financieel- en economische markten
onontkoombaar.
Mr. Drs. Sardhanand Panchoe