Voor een bedrijf dat investeringen nodig heeft is het uitgeven van obligaties een van de manieren om aan het nodige bedrag te komen. De obligatie is het bewijs van de lening, de koper krijgt een rentevergoeding. De campagne om het geld op te halen is woensdag op het hoofdkantoor van Staatsolie gelanceerd. Financieel-directeur Agnes Moensi-Sokowikromo, algemeen directeur Rudolf Elias, en Steven Coutinho, directeur van de DSB Bank, hebben fijntjes uitgelegd hoe deze obligatielening in elkaar zit. Staatsolie gaat twee soorten obligaties uitgeven; klasse A en klasse B.

 

Klasse A, coupures van US$ 100, is bestemd voor Surinaamse investeerders met een lokale bankrekening. Klasse B, coupures van US$ 30.000  is voor investeerders in Suriname en Curaçao. Beide soorten obligaties zijn onderverdeeld naar looptijd. 5,5 jaar tegen een rente van 7 procent per jaar, en 7 jaar tegen een rente van 7.5 procent per jaar. De obligatie wordt op de Dutch Caribbean Security Exchange (DCSX) op Curaçao genoteerd. Ze zijn dus internationaal verhandelbaar. Inschrijvingen zijn tussen 5 februari en 5 maart. De DSB Bank regelt de zaken van de Surinaamse investeerders. Op Curaçao wordt dat gedaan door de Vidanova Bank. 

Staatsolie wil tussen 2020 en 2027 flink investeren in de huidige activiteiten. Deze investeringen zijn niet bestemd voor de operatie op zee, benadrukken Elias en Moensi. Het bedrijf wil onder andere de productie van ruwe olie op niveau houden, 6 miljoen barrels per jaar. Diesel is er al genoeg, maar Staatsolie wil meer gasoline maken, van 2.8 naar 3.4 miljoen barrels per jaar. Het oliebedrijf wil de 25 procent aandelen in het Merian goudbedrijf behouden én gaat voor 30 procent meedoen in de Iamgold Pikin Saramacca goudmijn. Staatsolie wil de capaciteit van de Afobaka krachtcentrale, die zij vanaf 1 januari beheert, vergroten. De krachtcentrale heeft een vermogen van 189 megawatt. Maar door het waterpeil achter de dam wordt dat niet gehaald, deelt Elias mee. Staatsolie wil studies verrichten over hoe meer stroom op te wekken met de krachtcentrale. 

Moensi benadrukt dat investeren bij Staatsolie gegarandeerd veilig en succesvol is. Dit is al de derde obligatielening. Bij de eerste waren er 2200 obligatiehouders genoteerd. Dat het vertrouwen is gegroeid is met de tweede obligatielening bewezen: 3200 obligatiehouders. Moensi wil minstens evenveel investeerders. Het bedrijf geniet daarnaast een prima reputatie bij internationale financiële instellingen. Met de notering op de Curaçaose beurs doet Staatsolie zijn intrede op het wereldpodium, wordt er aangegeven. Een stap om trots op te zijn, merkt Coutinho op. Hoewel Staatsolie financieel solide is, maakt de olievondst de positie van Staatsolie sterker, merkt bankdirecteur Coutinho op. Dat gegeven is zeer aantrekkelijk voor de internationale investeerders die op de DCSX opereren. 

René Gompers