“Vissen blijven niet op één plaats. Het is daarom
belangrijk dat we onze visserij hulpbronnen die wij hebben goed beheren. Ook
moet je als land een management plan op het gebied van visserij klaar hebben en
kijken wat je buren doen,” zegt Radjes Asraf, hoofd beleidsmedewerker op het
ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV). Suriname, Trinidad &
Tobago, Frans- Guyana, Guyana en Brazilië zijn twee dagen in een meeting bijeen
gekomen om te komen tot een duurzaam regionaal management plan voor
visserij ‘the North Brazil Shelf Large
Marine Ecosystem’.
Volgens de LVV-deskundige zijn er vooronderzoeken geweest hoe de visserij is in de
participerende landen. Hiervoor zijn experts en onderzoekorganisaties te werk
gegaan, hebben de rapporten gepresenteerd en moeten die bij elkaar brengen.
”Aan de hand van de presentaties wordt er gewerkt aan een regionaal management
visserijplan”. Asraf geeft aan dat het gangbaar is dat er gewerkt wordt aan een
plan voor vier tot vijf jaren die op gezette tijden worden herzien.
Iedereen werkt naar duurzaam visserij. “Dat wil zeggen dat
je zoveel mogelijk jouw visbestanden gaat bewaken opdat deze gebruikt niet
alleen kunnen worden voor ons zelf, maar ook voor de generaties die moeten
komen,” stelt Asraf. Hij merkt op dat al de landen het allemaal over eens zijn
dat het regionaal management plan tot stand moet komen. De landen hebben een ‘shared stocks’ wat wil zeggen dat bepaalde
vissoorten voorkomen in al deze landen. Een voorbeeld hiervan zijn de snappers
en daarnaast de seabob garnalen.
Aan het plan werken naast de vijf landen ook mee The Secretariat of the Western Central Atlantic
Fishery Commission (WECAFC) een werkarm van de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO), the Caribbean Regional Fisheries Mechanism
(CRFM) en de French Research Institute for
Exploitation of the Sea (IFREMER). Uit de landen zijn er
vertegenwoordigers van ministeries en ookvanuit de private sector.
De LVV-topper zegt dat data verschaffen geen probleem mag
zijn. Volgens hem sturen Suriname en andere landen op tijd gegevens door naar
de FAO die een wereldorganisatie is. “Als een land die data nodig heeft, zou
die heel makkelijk informatie kunnen krijgen via FAO natuurlijk”. Het komt
volgens Asraf voor dat landen misschien geen gedetailleerde informatie willen
delen maar er is wel een verbetering hierin. De informatie van de verschillende
gepresenteerde onderzoeken moeten leiden naar het duurzaam regionaal management
plan voor de landen.
Asraf merkt op dat het plan zeker komt, omdat FAO het zo spoedig mogelijk verwacht. “Als
wereldvoedselorganisatie willen zij dat wij ook voedselzekerheid en
voedselproductie hebben. Maar ze willen niet dat je productie moet gaan ten
koste van je visvoorraad."