Ons geliefd land Suriname wordt op 25 november 44 jaar oud, tenminste
als onafhankelijke natie. Dat is een volwassen leeftijd waarbij wij mogen
verwachten dat de verhoudingen in het land ook volwassen zijn geworden. Bij
deze gelegenheid willen wij kijken naar de etnische verhoudingen.
De geschiedenis van Suriname kent ieder kind dat naar de lagere school
is geweest. Na een periode van slavernij en contractarbeid kregen de tot slaaf
gemaakten en de contractarbeiders meer vrijheid om zich sociaal en economisch
te bewegen. In het begin was het voor alle groepen moeilijk om hun weg te
vinden, terwijl de kolonisator de groepen vaak gescheiden hield.
In 1949 werden de eerste verkiezingen gehouden en de verschillende
bevolkingsgroepen kenden elkaar nog niet goed, omdat ze in andere geografische
gebieden woonden, weinig scholing hadden genoten, vaak nog alleen hun eigen
taal spraken en nauwelijks kranten lazen. In deze context is het begrijpelijk
dat politieke partijen langs etnische en religieuze grenzen ontstonden.
In 1954 kreeg Suriname interne autonomie en kort daarna begonnen
meerdere radiostations met uitzendingen, zodat er meer informatie beschikbaar
kwam voor de doorsnee Surinamer. Ook gingen meer kinderen naar school, kwam een
geografische verschuiving op gang, want meer mensen trokken vanuit het district
naar Paramaribo. Dit proces was in de zestiger jaren nog bezig en de politieke
partijen waren vooral bezig met de emancipatie van de eigen etnische achterban.
Dat geldt zowel voor de Creolen, Hindostanen als Javanen. Marrons en Inheemsen
leefden toen nog vrij geïsoleerd in het binnenland en deels aan de kust, maar
slechts een enkeling in Paramaribo.
Pas in 1967 deed de eerste Marron partij, nl. de Progressieve Bosneger
Partij, mee aan de verkiezingen. Pas toen de Marrons meer naar Paramaribo
trokken kwam deze groep meer in beeld. Etnische politieke partijen zijn dus
verklaarbaar vanuit de geschiedenis en de posities van diverse etnische groepen
in de samenleving. Deze partijen hebben de verschillende groepen geholpen om hun plaats in die samenleving te
vinden. Het heeft de emancipatie en integratie van de etnische groepen
bevorderd.
Als VHP zijn wij ook door dit proces gegaan. Wij leven nu in een andere
tijd. De diverse etnische groepen wonen nu veel dichter bij elkaar. Wij zijn
buren geworden, onze kinderen gaan naar dezelfde scholen en op de werkplaats
werkt iedereen samen. Er zijn tientallen radio en televisiestations die de
burgers informatie geven over de samenleving. Vrienden en vriendinnen letten
niet meer op etnische afkomst en het resultaat is dat we vele gemengde
huwelijken hebben gekregen. Dat is een trend die niet meer te stuiten is.
Vanuit de VHP zijn wij blij met dit proces, omdat het betekent dat de
vroeger gescheiden bevolkingsgroepen inderdaad bezig zijn om een natie te
vormen. Als partij zijn wij ook een transformatieproces ingegaan van een partij
met een voornamelijk Hindostaans karakter tot een nationale partij. Dat proces
is gaande, maar we zien al vele vruchten.
Het proces wordt ook positief ervaren in de samenleving met name ook
bij jongeren die niet meer in een etnisch hokje willen worden geplaatst. Wij
zijn als verschillende bevolkingsgroepen Suriname binnengekomen, maar zijn
allemaal nu met dit land verbonden. Het betekent dat het oude denken in
etnische hokjes vervangen moet worden door het denken in termen van ‘wij
Surinamers’. Wij moeten samen met elkaar ervoor zorgen dat de toekomst voor
alle Surinamers, ongeacht afkomst, beter wordt. Dat is de uitdaging waar wij
voor staan. De VHP wenst u een switi Srefidensi toe.