PALU: Oppenheimer lening was niet noodzakelijk
22 Nov 2019, 08:44
foto


De kritieken over de te sluiten lening met Oppenheimer moeten zich richten op de slechte deal die gesloten is met Suralco. Dat de regering nu gedwongen wordt om een lening te nemen om de Afobaka dam over te nemen, is het directe gevolg van de slechte onderhandelingen met Suralco. Volgens de Brokopondo Overeenkomst (BO) moest de dam overgedragen worden op het moment dat Suralco stopte met haar bauxietontginning en -verwerking. En dat was al in 2015. Maar doordat de regering nu akkoord is gegaan om vier jaren later de dam over te nemen betekent dat zij heeft toegestaan dat Suralco van bauxietontginning overging tot het verdienen van veel geld met elektriciteitsleveranties aan Suriname. Dat nu een lening gesloten moet worden om de Suralco af te kopen, is gewoon te gek voor woorden en is een direct gevolg van de a-nationale houding van de regering. Het Surinaamse volk zal nu de lening moeten terugbetalen doordat zijn volksvertegenwoordiging het belang van Suriname niet centraal stelde tijdens de onderhandelingen met Suralco.

We zullen er niet onderuit komen dat we leningen moeten nemen om onze ontwikkeling te financieren. De vraag die centraal moet staan in discussies over al dan niet lenen, is “waarvoor lenen we het geld”. Voor wat dat betreft heeft de PALU al eerder gesteld, dat sommige soorten van leningen door een leningenplafond beperkt moeten worden. Zo moeten leningen die gebruikt worden om de nationale productieondernemers te stimuleren onbeperkt genomen kunnen worden. Consumptieve leningen die gebruikt worden om salarissen van ambtenaren, subsidies en buitenlandse reizen te betalen en die weinig opbrengen voor ons land en niet direct leiden tot meer-productie zullen beperkt moeten worden met een leningenplafond.

Het merendeel van de leningen die tijdens regering Bouterse II zijn gesloten hebben het karakter van consumptieve leningen. Ook bij deze tweede Oppenheimer lening gaat het om de betaling van ‘consumptieve doeleinden’. Meer dan US$ 100 miljoen zijn achterstallige betalingen aan Suralco voor de levering van elektriciteit. Ook het resterend deel van bijna US$ 50 van de Oppenheimer lening zal kennelijk zo aangewend worden. In de conceptovereenkomst staat namelijk dat het resterend deel gebruikt zal worden voor de “hervormingen in de energiesector” wat erop zal neerkomen dat de EBS gesubsidieerd zal worden. Dus ook deze lening zal niet direct geïnvesteerd worden in de productie, niet in meer mogelijkheden voor de bevolking om geld te verdienen of het creëren van meer werkgelegenheid voor jongeren. En gaat het in deze dus weer om een overwegend consumptieve lening.

Wat nu duidelijk wordt is dat de slechte overeenkomst met Suralco de ontwikkelingsmogelijkheden van het Surinaams volk heeft versmald. De te lenen gelden bij Oppenheimer hadden bij betere onderhandelingen veel productiever elders ingezet kunnen worden.

Dat van regeringszijde nu als argument wordt aangevoerd dat het onvermijdelijk was en dat zonder de lening de dam niet kan worden overgenomen, is dansen op eigen muziek. Volgens de BO moest de dam “om niet” en "in goede staat" direct worden overgedragen zodra Suralco haar activiteiten in Suriname zou beëindigen. Nu dat niet heeft plaatsgevonden in 2015 heeft Suriname onnodig vier jaren langer moeten betalen voor elektriciteit uit de Afobaka dam. De regering heeft slecht onderhandeld met Suralco omdat koste wat het kost de dam overgenomen moest worden vóór de verkiezingen van mei 2020. De korte termijn partijbelangen staan daarbij centraal ten koste van het algemeen, nationaal belang op de lange termijn. De regering en daarmee de NDP-coalitie worden gaargekookt in het eigen (slechte) vet. En het volk wordt helaas daarin meegetrokken.


Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May