Recht op recht
30 Sep 2019, 18:54
foto


Eenieder heeft bij aantasting van zijn rechten en vrijheden aanspraak op een eerlijke en openbare behandeling van zijn klacht binnen redelijke termijn door een onafhankelijke en onpartijdige rechter, aldus artikel 10 van de Surinaamse Grondwet.

In dit artikel is een aantal zeer belangrijke beginselen of beter gezegd fundamentele rechten voor procederende partijen neergelegd, t.w.
- Het recht op toegang tot een rechter
- Het recht op een eerlijke behandeling van de zaak
- Het recht op rechtspraak door een onafhankelijke en onpartijdige rechter en last but not least
- Het recht op een uitspraak van de rechter binnen een redelijke termijn.
Deze rechten zijn in min of meer in gelijke bewoordingen te vinden in de constituties van vele landen als ook in verdragen. Dit artikel gaat over het laatste, het recht op een uitspraak binnen een redelijke termijn.

Ingevolge artikel 134 lid 1 van de Grondwet is de kennisneming van berechting omtrent alle rechtsgeschillen, tenzij de wet een andere rechter aanwijst, opgedragen aan de Rechterlijke Macht. Binnenkort gaat het nieuwe zittingsjaar van de rechterlijke macht van start. Een jaar waarin de Surinaamse rechters opnieuw heel hard zullen moeten werken om de gestaag toenemende gerechtelijke procedures het hoofd te kunnen bieden.

Het is een notoir feit dat de rechterlijke macht zwaar onderbemand is. Een gevolg van decennia lange verzuim om rechters op te leiden en in te zetten in gerechtelijke colleges. De verantwoordelijke instanties hebben in het verleden nagelaten tijdig maatregelen te treffen om onderbezetting van de rechterlijke macht te voorkomen. Bij de onafhankelijkheid in 1975 kreeg Suriname een mooie Grondwet met daarin een prominente plaats voor de rechterlijke macht. Echter werd nagelaten te voorzien in een opleiding voor de rechterlijke macht. Van 1975 tot 2000 is er bitter weinig gedaan aan opleiding en vorming van rechters. Bij tijd en wijle werd er iemand als rechter toegelaten, veelal een praktijkjurist uit het notariaat of de advocatuur of een griffier. Van een structurele opleiding en vorming van rechters gericht op continuïteit van een goede rechtspleging was er in die periode geen sprake. Dat verzuim wreekt zich nu.

Het gevolg van de voorschreven laissez- faire houding is dat anno 2019 sprake is van een zware onderbezetting van de rechterlijke macht. Gouverner c’est prévoir, regeren is vooruitzien en niet apres nous le déluge (na ons de zondvloed). Van vooruitzien is in bovenvermelde periode duidelijk geen sprake geweest voor wat betreft opleiding en vorming van rechters. Bij talrijke gelegenheden is bij monde van de huidige waarnemend president van het Hof van Justitie gewezen op de grote onderbezetting van de rechterlijke macht en de noodzaak om in snel tempo rechters op te leiden en in de rechtspraak in te zetten. Ook worden alternatieve mogelijkheden voor tijdelijke oplossing van het probleem aangegeven, zoals het inzetten van schrijfrechters en versnelde opleidingen. De huidige rechters worden geconfronteerd met een zware werkdruk. Met beperkte mankracht en middelen wordt onder bezielende en voortvarende leiding van de waarnemend president van het Hof van Justitie geprobeerd de rechtspraak op aanvaardbaar niveau gaande te houden. Met noodmaatregelen zoals de verkorte opleiding van juristen tot rechters wordt getracht enige verbetering in de ontstane situatie te brengen. Overbelasting van rechters kan de kwaliteit van de rechtspraak negatief beïnvloeden.

Een ander ernstig gevolg van de onderbezetting is de lange duur van gerechtelijke procedures. Civiele procedures die in eerste aanleg en hoger beroep langer dan 10 jaar duren zijn al lang geen uitzondering meer. Zelfs kort gedingen duren niet zelden jaren. Rechtzoekenden klagen steen en been over de lange duur van gerechtelijke procedures. Sommigen gaan zelfs dood in afwachting van een uitspraak van de rechter.

Suriname gaat door voor een rechtsstaat. De belangrijkste pijler van een rechtsstaat is de rechterlijke macht. Conflicten tussen burgers onderling en tussen burgers en overheid worden door een rechterlijk oordeel beslecht. Een goede rechtspleging is daarom van eminent belang voor handhaving van de rechtsstaat, een conditio sine qua non. Het vertrouwen van burgers in de rechterlijke macht hangt nauw samen met een goede rechtspleging.

Een uitspraak binnen een redelijke termijn in gerechtelijke procedures is daarvan een wezenlijk onderdeel. Gebeurt dat niet dan leidt het niet alleen tot teleurstelling maar erger nog tot afname van het vertrouwen van burgers in het rechtssysteem.

Verlies van vertrouwen in rechtspraak zal onherroepelijk leiden tot het zoeken naar alternatieve mogelijkheden voor oplossing van conflicten (arbitrage, mediation). Maar het kan ook leiden tot toename van het plegen van eigen richting, het nemen van het recht in eigen hand waarbij het recht van de sterkste geldt. Dit laatste wil niemand.

Het is dan ook de hoogste tijd dat alle bij de rechtspleging in Suriname betrokken actoren de krachten bundelen en samenwerken om de kwantitatieve en kwalitatieve problemen waarmee de Surinaamse rechtspraak wordt geconfronteerd het hoofd te bieden.

Van het ministerie van Justitie wordt verwacht dat het een voorhoederol vervult in processen die kunnen leiden tot verbetering van de rechtspleging in Suriname. Helaas is hiervan in de praktijk, mede als gevolg van de vele ministerswijzigingen in korte tijd, nog niet veel te merken. Teveel plannen en voorstellen zijn in het verleden in stoffige bureaulades terechtgekomen.

Het concept nieuw burgerlijk wetboek ligt sinds 2008 te wachten op behandeling in De Nationale Assemblee. Daar schijnen ze het echter te druk te hebben met andere zaken dan wetten maken, tenzij het betreft gelegenheidswetgeving.

Hopelijk is de bouwkundige staat van het voormalig hoofdgebouw van het ministerie, goed te zien vanuit het Presidentieel paleis en het gebouw van de Kantongerechten, niet illustratief voor de wijze waarop de politiek over wetgeving en rechtspraak denkt. Justiabelen (rechtzoekenden) hebben recht op recht binnen redelijke termijn zoals verankerd in artikel 10 van de Grondwet.

Willem Siwpersad
advocaat bij het Hof van Justitie van Suriname
Advertenties