Yelena Fadeyeva, country coordinator van de Wereldbank voor Suriname en minister Gillmore Hoefdraad van Financiën na de ondertekening van de leningsovereenkomst.(Foto: René Gompers)
Het ministerie van Financiën heeft US$ 23 miljoen geleend bij de
Wereldbank. Met het geld zullen projecten van de ministeries van Natuurlijke
Hulpbronnen (NH) en Handel, Industrie en Toerisme (HI&T) worden
gefinancierd. Het gaat om projecten die meerdere bronnen van inkomsten voor het
land moeten helpen bevorderen én de concurrentiepositie van bepaalde sectoren
moeten versterken.
De lening voor het ‘Competitiveness and
Sector Diversification Project’ is dinsdagmorgen op het ministerie van
Financiën, officieel gemaakt met de handtekeningen van minister Gillmore
Hoefdraad enYelena Fadeyeva, country
coördinator van de Wereldbank voor Suriname. Fadeyeva deelt mee dat het een
jaar heeft geduurd om alles rond te krijgen voor de lening. Zij en Hoefdraad
benadrukken dat een economie met meerdere bronnen van inkomsten, het leven van
de bevolking zal verbeteren. Het project is ook bedoeld om Suriname te laten
stijgen op de lijst van landen waar het goed zaken doen is.
“We hebben lang gewacht, maar zijn blij dat het nu zover is,” deelt
handelsminister Stephan Tsang mee. Hij legt uit dat zijn ministerie het geld vooral
zal besteden aan toerisme en agricultuur. “Het gaat om voortzetting van
projecten die we nu hebben, waar we ons voornamelijk richten op kleine en
middelgrote ondernemers, omdat zij de ruggengraat van onze economie zijn,” zegt
de bewindsman. “Het gaat om ‘grants’ die
wij gaan geven. De ondernemer komt zijn bedrijfsplan presenteren en verdedigen
bij een commissie.” Dit model om aan grants
te komen is succesvol gebleken. Het nieuwe fietspad op Bakkie in Commewijne is
op deze manier tot stand gekomen, vertelt Tsang.
Hoefdraad licht toe dat hoewel de economie niet langer op de mijnbouw
alleen moet blijven teren, het bestuurlijk kader in die sector verbeterd moet
worden. Dat is waar het geld van NH voor gebruikt zal worden, deelt hij mee.
Het project zal veel te maken hebben met trainingen, capaciteitsopbouw en het
veranderen van wetgeving.
Volgens Hoefdraad gaat het om een zachte lening; er is een ‘grace’ periode van 5 jaar, waarna in 25 jaren
afgelost moet worden. Bij het baggerproject van het Saramaccakanaal, waarvoor
ook bij de Wereldbank US$ 35 miljoen is geleend, is de looptijd 30 jaar. De
overeenkomst voor die lening is in april gesloten. Het uitbaggeren en
rehabiliteren van het Saramaccakanaal, begint in 2021.