column: Invictus
25 Apr 2011, 09:00
foto


Dit weekend keek ik naar een film uit 2009 van de Amerikaanse regisseur Clint Eastwood getiteld ‘Invictus’. Het is een indrukwekkend verslag van een spannende periode in de sportgeschiedenis van Zuid-Afrika en bevat wijze lessen voor iedere multiculturele samenleving, ook voor Suriname. De film vertelt het verhaal van de strijd om de wereldbeker Rugby van 1995. Zuid Afrika was het gastland voor dit evenement dat op haar hoogtepunt door één miljard mensen werd bekeken.

In 1994 kwam Mandela aan de macht als president van een verscheurd en verdeeld land. De kleine blanke minderheid moest via democratische verkiezingen haar macht afstaan aan een overwegend zwarte regering van het ANC.

Rugby was de sport van die blanke minderheid. ‘Springboks’ was de naam van het nationale team van de Rugby Bond van Zuid-Afrika.
De blanken noemde Ruby een barbaarse sport die gespeeld werd door gentlemen and voetbal een gentlemen’s sport gespeeld door barbaren.
Het nationale team telde één zwarte speler, Chester.
De zwarten van Zuid-Afrika beschouwden de sport als een blanke sport waar ze niets mee hadden.

In de wereldkampioenschappen zag Mandela de mogelijkheid om iets te doen wat voor onmogelijkheid werd gehouden, namelijk voorkomen dat Zuid-Afrika na de afschaffing van de apartheid zou wegglijden in een raciale burgeroorlog van zwart tegen blank. De haat bij de zwarten tegen het onrecht dat de blanken hen tijdens het apartheidssysteem had aangedaan lag nog vers in het geheugen.

In de film kwam dat tot uiting in de spanningen binnen het team van veiligheidsagenten van de president. Dat team bestond eerst uit zwarte strijders van het ANC. De werkdruk was groot en de jonge zwarte leider van het team wilde meer mensen. Mandela gaf hem die mensen: een team van blanke veiligheidsagenten; mensen die vroeger de ANC’ers hadden gearresteerd en gemarteld. De constante spanning tussen de zwarte en blanke veiligheidsagenten die wel een gezamenlijk doel hadden - de (zwarte) president beveiligen tegen aanslagen – getuigt van de pijnlijke overgang van apartheid naar democratie.

De Springboks presteerde slecht. Niemand verwachtte dat ze ooit de kwart finale zouden overleven. Mandela had echter bedacht dat als de hele natie achter het team zou staan, ze de wereldbeker zouden kunnen winnen. Maar hoe krijg je een meerderheid van zwarten om de overwegend blanke rugby spelers die hen herinnerde aan apartheid te gaan steunen? Dat ging in drie stappen, die naast elkaar worden genomen.

De eerste stap was de formulering van het idee van wat een multiculturele samenleving is. Mandela’s idee was eenvoudig: als je met elkaar wilt samenleven in harmonie, dan is het niet voldoende om langs elkaar heen te leven. Je moet echt interesse tonen in elkaars cultuur. Rugby was onderdeel van de blanke cultuur. Daar was niets mis mee. Er was iets mis met de politiek van apartheid, niet met de sport van de blanken. Als je die boodschap geeft, dan haal je ook de hobbel weg om het nationale team te steunen.

De tweede stap is het formuleren van het idee van leiderschap in een multiculturele samenleving. Je hebt mensen nodig aan beide kanten die de brug oversteken naar elkaar culturen. Mandela had vanaf het begin aangegeven dat hij persoonlijk het nationale Rugby team zou steunen. Hij verscheen bij hun wedstrijden in het tenue van de Springbok; een tenue dat door de zwarten werd gehaat vanwege de associatie met apartheid. Hij volgde hun verrichtingen en spoorde hen aan. Toen de zwarte nationale sportcommissie unaniem besloot om de naam van het team te veranderen en hun emblemen weg te doen, verscheen Mandela persoonlijk op de vergadering, die hij van een afstand volgde. Hij ging in discussie met de mensen om hen uit te leggen dat de haat uit het verleden niet de basis was om een toekomst op te bouwen. Je hoeft je vijand die al verslagen ligt, niet nog eens een flinke schop na te geven, maar hem optillen en tot vriend maken. Die boodschap is een moeilijke boodschap die alleen gegeven kan worden door sterke leiders.
Het besluit werd door de vergadering na de discussie teruggedraaid. Mandela had leiderschap getoond.

De aanvoerder van het nationale team, Francois Pienaar, werd meermalen door Mandela aangesproken. Ze voerden discussies over wat leiderschap inhield. De Springboks zongen bij de wedstrijden hun eigen liederen in het Afrikaans. Mandela stimuleerde Pienaar om het officiële volkslied – Nkosi sikelele Africa - van Zuid Afrika te zingen bij de wedstrijden. Dat lied kenden de blanke spelers niet eens.

De derde stap was een serie van activiteiten om de blanke spelers naar de zwarte townshops te brengen om de jeugd kennis te laten maken met die blanke sport en dat op televisie te laten zien. Een televisie-beeld is meer waard dan duizend toespraken, zei Mandela. De spelers gingen ook naar de gevangenis op Robbeneiland waar Mandela gevangen had gezeten en leerden over het leven van hun president. Ook dat was op televisie te zien.
Tijdens het toernooi groeide de steun voor de Springboks die de ene na de andere wedstrijd won. Uiteindelijk stond de hele natie achter die spelers en wonnen ze inderdaad de wereldcup, iets dat voor onmogelijk werd gehouden. De titel Invictus betekent onoverwinnelijk en is afkomstig van een lievelingsgedicht van Mandela.

De lessen van Invictus zijn van toepassing op Suriname. Een goede multiculturele samenleving is een samenleving waar mensen niet langs elkaar leven maar met elkaar. De belangstelling voor elkaars cultuur is niet iets dat je uit beleefdheid af en toe noemt in een speech, maar die je daadwerkelijk toont in je betrokkenheid bij culturele activiteiten van die andere culturen. Politieke leiders zouden dat moeten uitstralen. Maar als je dat doet, dan zou dat betekenen dat je andere culturele groepen niet ziet als concurrenten of vijanden. Misschien is dat een brug te ver voor politici, maar niet voor kunstenaars, zangers, cabaretiers of intellectuelen van het vrije woord.

Sandew Hira
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May