Column: Olievondst moet geen vloek worden
06 Aug 2019, 00:59
foto
Illustratie: René Gompers


Honderd jaar bauxietwinning, een aluinaarde- en zelfs een aluminiumfabriek heeft van Suriname geen welvarend land gemaakt. De duizenden kilo's goud die uit de bodem zijn gehaald en nog worden gehaald, hebben geen glans gebracht in het leven van de doorsnee burger. De kraters, gevuld met veelal verontreinigd water, zijn de indringende getuigen van milieuvernietiging. Een verlies dat in decennia nog niet hersteld zal zijn. En nu staan wij op de drempel - in navolging van buurland Guyana - van (een) enorme olievondst(en) voor de kust. Staatsolie-directeur Rudolf Elias weet duidelijk iets meer dan hij wil prijsgeven. Al geruime tijd zegt hij zeer overtuigd dat het slechts een kwestie van tijd is om de oliebron bloot te leggen. Daarom blijft hij roepen: zijn wij al ready hiervoor? 

Het hebben van miljarden barrels olie in de bodem en het prijken op de wereldranglijst als 17e rijkste land wat natuurlijke hulpbronnen betreft, brengt Moesje niet naar Parijs. Een duidelijker voorbeeld dan regionaal buurland Venezuela is er niet.
Venezuela is één van de olierijkste landen, waar brandstof goedkoper is dan water, maar het overgrote deel van de bevolking is in armoede gedompeld. Het land maakt de afgelopen drie jaren al een ongekende inflatie mee. De olierijke landen zoals Equatoriaal Guinee en Angola zijn er ook niet in geslaagd de kwaliteit van het leven van de gewone burgers in het land te verbeteren. Integendeel zijn de conflicten en contrasten groter dan ooit tevoren.

Suriname heeft qua kennis van de olie-industrie een voorsprong op buurland Guyana. En daarom juist moest op het hoogste niveau al een discussie zijn gestart - om op basis van nationale consensus - vast te stellen wat de bestemming zal zijn van de inkomsten uit de nieuwe olievoorraden. Als het oliegeld eenmaal rijkelijk begint te vloeien, gaat alle geld worden geconsumeerd, zoals dat gebeurd is met de inkomsten uit bauxiet, goud en hout. Welk deel van de inkomsten gaat naar educatie, volksgezondheid, infrastructuur en hoeveel geld gaat in een welvaartsfonds voor de komende  generaties? Hoe moet dat fonds eruit zien en hoe zal het worden beheerd? Waar is het bestemmingsplan van de olie-inkomsten? De Nationale Assemblee, die het volk vertegenwoordigt, zou hierin het voortouw moeten nemen met steeds het gezamenlijke belang van de natie voor ogen. 

Natuurlijke hulpbronnen horen een zegen te zijn voor een land. Ze moeten op duurzame wijze worden ontgonnen, waarbij het hele land er baat bij heeft. Als wij kijken hoe het eraan toe gaat met de goudwinning, hoe het milieu wordt vernietigd, hoe mensen worden blootgesteld aan ziektes en allerlei andere bijkomende ellende, dan moeten er toch lessen uit worden getrokken. Een grote olievondst moet geen vloek worden. Het is verwerpelijk dat een kleine groep zich verrijkt met NATIONALE rijkdommen ten koste van de samenleving.  

Overeenstemming over een bestemmingsplan voor de nieuwe olie-inkomsten voordat de olievondst wordt geformaliseerd, is een noodzaak om niet te vervallen in de problemen die buurland Guyana nu ervaart. Nu het netvlies nog niet is vertroebeld met dollar-tekens, moet er rationeel en onverschrokken besluiten worden genomen over hoe de inkomsten op een verantwoorde manier besteed zullen worden. Voorkomen moet worden dat profiteurs en corruptie de overhand krijgen. Als eenmaal de olie is gevonden, zullen in de discussies weer de partijbelangen overheersen. Om te voorkomen dat het nationale belang weer eens het onderspit delft, is de tijd nu meer dan rijp om besluiten IN HET BELANG VAN LAND EN VOLK vast te leggen. 

Nita Ramcharan 
Advertenties

Tuesday 19 March
Monday 18 March
Sunday 17 March