25 mei 2020: Pe a moni komoto? Wie betaalt, bepaalt
27 May 2019, 11:11
foto
Illustratie Pinterest. Corruptie: Pe a moni komoto? Wie betaalt, bepaalt.


Ruim een jaar voor de mei-2020 verkiezingen, hebben enkele partijen hun verkiezingscampagne al ingeluid. De één feestelijker met meer babari dan de andere. “Ma fu pe a moni komoto? Wij moeten weten vanwaar de middelen komen voor de financiering van de politieke partijen en hun verkiezingscampagnes, zegt politicoloog Hans Breeveld. “De verkiezing wordt steeds meer een farce als onbekend is vanwaar het geld komt. Want, wie betaalt, bepaalt”, stelt hij tegenover Starnieuws.

De belangen van foute donateurs, bijvoorbeeld criminele organisaties, zouden dan centraal kunnen staan. Volgens artikel 53 van de grondwet moeten partijen jaarlijks hun inkomstenbronnen en rekeningen publiceren. Breeveld ziet soms krantenadvertenties van partijen waarin zij hun balans publiceren. Er is geen instantie die controleert of de balans wel juist is. “Je vraagt je af: als ze die inkomsten slechts hadden, hoe hebben ze de uitgaven van de afgelopen verkiezingen gefinancierd. En hoe zullen ze de komende financieren.”

Alleen de zon gaat voor niets op
Kiezers brengen hun stem uit, maar de partijvoorzitters zijn met handen en voeten gebonden aan de financierders, vindt Breeveld. Hij illustreert zijn stelling met een voorbeeld uit het verleden. Een minister (hij noemt geen namen) vertelde hem dat er een openbare aanbesteding was. Een financierder belde hierna met de partijvoorzitter, die vervolgens de minister belde en zei ‘je weet toch, deze man is onze financierder’. “Het was geen kwestie meer van de goedkoopste inschrijver maar van een zekere gebondenheid van de politieke partijen aan de geldschieters. Omdat niemand geld geeft voor niets.”

Corruptie en omkoping
Volgens de Financial Action Task Force (FATF) kunnen prominente politieke, bestuurlijke en invloedrijke personen (Political Exposed Persons/PEPs) in hun functie gevoelig zijn voor corruptie en omkoping. Internationaal is die verwevenheid gezien. Politici, ook Surinaamse, kunnen vanwege hun politieke rol makkelijker toegang krijgen tot de uitvoering van financiële transacties. 

De FATF heeft PEPs daarom als doelgroep aangemerkt in de witwasbestrijding en terrorismefinanciering. Hun overmakingen, stortingen en leningen zijn onderhevig aan verscherpt cliëntenonderzoek door financiële instellingen.

Malafide partijdonateur 
Evenementen zoals verkiezingscampagnes zijn een makkelijke manier voor criminelen om wit te wassen. Procureur-generaal (pg) Roy Baidjnath Panday vertelt desgevraagd dat er “wetenschappelijk en strafrechtelijk het bewijs is geleverd dat publiekelijke activiteiten zoals carnavalsfeesten facilitair zijn voor witwaspraktijken”. Het kan gebeuren dat een politieke organisatie of kandidaat geld ontvangt van een malafide donateur. “De partij moet bereid zijn om melding te doen van de strafbare handeling”, vindt hij. “Wie dit nalaat, creëert zelf de mogelijkheid dat dit soort taferelen zich kunnen afspelen.”

Baidjnath Panday vindt niet dat er hiervoor een speciale opsporingsdienst moet komen. “Ik zou eerder geneigd zijn te redeneren dat politieke organisaties zich niet ontvankelijk moeten opstellen voor gelden met een verdachte herkomst of sponsors die niet zuiver zijn.”

Anonieme gulle gevers 
De pg heeft hetzelfde standpunt bij anonieme gulle gevers. “Je moet niet onnozel zijn, want ook onopzettelijk schuldig zijn aan een witwasactiviteit is door de wetgever strafbaar gesteld.” Hij benadrukt dat criminaliteit de kop in te drukken, begint bij elke individu of entiteit zelf. 

Breeveld vindt dat partijen een “screening moeten hebben zoals DOE die heeft. Die nemen niet van iedereen geld.” Het heeft allemaal te maken met de eigen partijverantwoordelijkheid. Partijen en kandidaten die hun eigen campagne financieren moeten aangeven onder welke condities zij geld en middelen aannemen. 

Sponsering diasporagemeenschap
Er schuilt ook gevaar bij sponsoring vanuit de diasporagemeenschappen, merkt Breeveld op. Hij grijpt hiervoor naar het schandaal rond oud-president Nicolas Sarkozy van Frankrijk, die campagnegeld zou hebben aangenomen van de Libische leider Moammar Gaddafi. Als er in Suriname geen wet is dan kan de diaspora gewoon overmaken, zegt Breeveld. 

“Het is weer de eigen verantwoordelijkheid en een kwestie van welke band wij willen met de diasporagemeenschappen. En kunnen andere niet illegaal verkregen geld doorsluizen onder de noemer van diaspora?” De politicoloog is voorstander dat deze kwestie besproken moet worden met bijvoorbeeld belastingdeskundigen. “En experts die weten hoe internationaal gelden lopen. Witwassen is tough.”

Wet Financiële Voorzieningen Politieke Partijen
Negen jaar geleden – 24 november 2010 – diende de Democracy Unit (DU) het concept van een ‘Wet Financiële Voorzieningen Politieke Partijen’ in. Breeveld gaf toen leiding aan DU, die nu eigenlijk alleen nog op papier bestaat. Hij vermoedt dat het wetsvoorstel ergens in een lade ligt bij De Nationale Assemblee. “Ik weet niet wat DNA ermee doet. Er is een grote achterstand in de behandeling van wetsvoorstellen; neem de voorstellen voor Grondwetsherziening, die is niet eens ingediend bij DNA en is zelf belangrijker dan deze wet – het is de moederwet.”

Pg pleit voor wettelijke melding
Baidjnath Panday herinnert zich een discussie uit het verleden in het parlement over een aanpassing van het Decreet Politieke Organisaties. Men vond dat het hoogste tijd was dat partijen bekendmaken wie de financierders zijn van hun partij. Er is toen gekozen om dat niet wettelijk te regelen, maar wel wettelijk te verankeren dat politieke partijen periodiek opgave moeten doen van hun begroting. “Ik denk dat daar bewust is gekozen voor een methode om buiten beeld te laten wie de financierders zijn van politieke partijen. En dat acht ik een gemis. De moederwet moet zeker worden aangepast.”
De pg pleit ervoor dat politieke partijen wettelijk verplicht worden om donaties en giften, te melden bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Het zou een norm moeten zijn, zoals die in een aantal landen geldt.

Partijen richten stichtingen op
Toen het artikel 53 van de grondwet ‘je moet jaarlijks publiceren’ kwam, gingen de politieke partijen stichtingen oprichten, blikt Breeveld terug. “En daar gaan de gelden vooral naar toe en dan kun je je doel niet bereiken, wanneer je denkt te gaan controleren.” De partij schrijft dat zij maar dit bedrag heeft ontvangen, “maar waar is het grote geld, pe a moni de?”
En toch, de vraag fu pe a moni komoto, vindt Breeveld belangrijker. “Ik heb in het verleden gepleit voor een waarborgfonds, dat kunnen we alleen instellen als het duidelijk is vanwaar het geld komt.” Anders kan men op corruptieve manier via malafide en illegale bronnen geld ontvangen.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May