De jarige BEP heeft op een persconferentie in het partijcentrum uit de doeken gedaan wat de plannen zijn voor 11 mei en de verkiezingen van 2020. Door vertragingen van bepaalde zaken, zoals het nieuwe gebouw dat nog niet helemaal af is, is een deel van de activiteiten naar volgende week zaterdag verschoven, licht Asabina toe. Het gaat in elk geval goed met de partij en er is zelfs wat groei te merken. De installaties van tientallen kernen in bijvoorbeeld Brokopondo en Paramaribo getuigen daarvan, geeft Asabina aan. 

Aan de mislukte gesprekken met de ABOP om samen te werken de komende verkiezingen wordt er lang stil gestaan bij de persconferentie. Geen van de organisaties wil opgaan in de andere partij. Asabina merkt op dat ABOP de BEP van zaken die fout lopen, blijft beschuldigen ondanks dat er tegenbewijs geleverd is. Zoals de kwestie van 'laat is laat' en van de benoeming van granman Aboikoni haalt hij aan. “We hebben in 2005 niet geantwoord, 2010 en 2015 ook niet, 2020 w’o piki den,” zegt Asabina strijdvaardig. De partij blijft wel gesprekken voeren met andere partijen over mogelijke samenwerkingen.

BEP gaat primair in de voor haar traditionele districten, aan de verkiezingen van 2020 meedoen: Brokopondo, Marowijne, Sipaliwini, Wanica en Paramaribo. Asabina roept alle politieke partijen, in het bijzonder de ABOP, op om een ‘schone’ propaganda te voeren. “Laten we propaganda voeren op basis van trackrecords, op basis van ‘san yu du k’ba, san yu de van plan fu du.’  No go blaka tra partij. Kom met issues, laten we niet meedoen aan karaktermoord, ga ook geen slachtofferrol nemen en de vinger wijzen naar anderen van als we de hand in eigen boezem moeten steken, moeten we dat ook doen.”

Het verkiezingsprogramma heet ‘De weg naar glorie en glans voor elke Surinamer'. Asabina en ondervoorzitter Edgar Dikan halen enkele punten aan waarvoor BEP zich voor gaat inzetten. Een rechtvaardig belastingsysteem, het oplossen van het grondenrechtenprobleem, decentralisatie, tegengaan van de ontbossing, een betere verdeling van de inkomsten uit de mijnbouw voor lokale bewoners en verbetering van het onderwijs. Dikan die ook minister is van Regionale Ontwikkleing voegt er aan toe dat er al gewerkt wordt aan het oplossen van het grondenrechtenprobleem en de ontbossing. “Un wani nofo zetel san e stel unu in staat om het beleid in voldoende mate te beïnvloeden,” benadrukt Asabina nog eens. 

René Gompers