Nominatiedossier Jodensavanne Unesco’s Werelderfgoedlijst
04 Mar 2019, 09:28
foto
Conserveringsactiviteiten op de Creoolse begraafplaats te Jodensavanne. (Foto’s Collectie Stichting Jodensavanne)


De Stichting Jodensavanne wil het nominatiedossier ‘Jodensavanne’, dit jaar afronden en afgeven aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur. Suriname kan dit dan indienen voor de plaatsing op Unesco’s Werelderfgoedlijst. Het dossier is al tien jaar in voorbereiding. “Het verhaal van Jodensavanne is op zich al uniek en sterk genoeg. Maar wij willen het sterker maken”, zegt bestuurslid Stephen Fokké aan Starnieuws.

Naast archeologisch onderzoek en opgravingen, voert de organisatie momenteel een conserveringsproject uit van de grafpalen op de Creoolse begraafplaats te Jodensavanne. Vroeger stond het bekend als 'nengre berpe'. De houten Bruinhart-grafpalen bestaan al langer dan honderd jaar, vertelt Stichtingsvoorzitter Harrold Sijlbing. Bij het conserveren draait alles om behoud van de authenticiteit van de begraafplaats en de grafpalen en -stenen.

Het is belangrijk omdat de paalvorm en inscripties nergens in de wereld voorkomen. Volgens Fokké zijn er enige verschillen, maar ook overeenkomsten met de houten grafpalen in enkele Afrikaanse landen. Wat het conserveringsproject en het verhaal daarbij nog bijzonder maakt is de associatie Joden en Afrikaanse slaven, hun nazaten en de link met de Inheemsen in de omgeving, motiveert Sijlbing.

Jodensavanne is uniek
Bij elke nominatiedossiers is de vergelijkende analyse belangrijk. Suriname moet aangeven waarom Jodensavanne zo uniek is vergeleken bij andere Joodse sites. Volgens informatie komen de meeste Joodse sites in stedelijke gebieden in de wereld. Een sterk punt voor Suriname. Naast de interactie Joden, Inheemsen en Afrikanen, ligt Jodensavanne in een bosrijke omgeving en hield een eigen leger op na. “Men had toen allerlei vrijheden van het koloniale gouvernement gekregen. Je kunt een mooie combinatie maken met de militaire verdediging van de plantages”, vertelt Fokké.

Internationale erkenning
Jodensavanne is sinds 1999 op de tentatieve Werelderfgoedlijst van de Unesco. Een volledige plaatsing ziet Fokké als een “internationale erkenning voor wederom een uniek stuk erfgoed van Suriname”. Eerder kregen het Centraal Suriname Natuurreservaat (CSNR) en de historische binnenstad internationale erkenning als werelderfgoed.

Black History Month
Om nog meer kracht bij het verhaal te zetten, voert de organisatie het conserveringsproject op de Creoolse begraafplaats uit. Het project startte in februari in het kader van de Black History Month, vertelt Sijlbing. In deze maand worden belangrijke personen en gebeurtenissen in de geschiedenis van de Afrikaanse diaspora herdacht.

“We geven hiermee een signaal dat Jodensavanne een Nationaal monument is, en niet alleen Joods Erfgoed”, zegt de voorzitter. “Vaak vergeet men dat Jodensavanne niet alleen is opgebouwd door zweet van Europese Joden, maar vooral door zweet van Afrikaanse slaven. En de mensen die daar begraven liggen, zijn hun nazaten”

Houten grafpalen conserveren
De stichting heeft de afgelopen jaren zitten peinzen hoe de houten grafpalen te conserveren, zonder aan de authenticiteit te komen. Er is aangeklopt bij de Unesco, die verwees naar internationale houtdeskundigen die een langere traditie in houtconservering hebben dan Suriname.
Maar de adviezen, hoewel waardevol, spraken de stichting niet aan, blikt Fokké terug. Deze gingen over originele grafpalen verwijderen, in een museum plaatsen en replica’s terugzetten of een gehele overkapping boven de begraafplaats. “Iedereen gaf aan dat vocht en water de grootste boosdoeners zijn.”

Uiteindelijk kwam de meest pragmatische oplossing vanuit eigen bodem. Erik Botter van de afdeling Houttechnologie van het CELOS stelde een conserveringsstrategie met maatregelen op. Fokké is blij dat lokaal de pragmatische aanpak is gevonden. “We kunnen de palen op een verantwoorde manier verduurzamen.”

Eerste veertien palen
Aan het begin van het conserveringsproject, werden eerst enkele culturele rituele handelingen gepleegd. Vervolgens begon een klein team met het opgraven. Tot dit weekend zijn er al veertien grafpalen schoongemaakt en aan de onderzijde ingesmeerd met teer. De palen werden rechtop teruggeplaatst, bespoten met insecticide en het deel dat boven de grond uitsteekt, kreeg een laag houtolie.

De grafpalen waren in het verleden aan de boven zijde, de kop, voorzien van een dakje van lood. Het waardevol spul werd gestolen en vervangen door zinkenkapjes. Door de jaren heen waren ook die verdwenen, vertelt Fokké. “We hebben nu bredere zinken kappen gezet met een ventilatieruimte tussen het hout en de kap.”

De Creoolse begraafplaats kent volgens de inventarisatie in 1998 en update in 2002 ongeveer 134 grafpalen inclusief bakstenen graven. De stichting zal de komende periode alles opnieuw inventariseren. Het vermoeden is dat er door de jaren heen heel wat palen zijn verdwenen. “Palen zijn omgevallen, zijn niet leesbaar of de kop is weggerot”, legt Fokké uit. “De grafpalen worden nu ook volledig opgemeten en uitgetekend. Het gaat nu om een uitgebreide inventarisatie.

Archeologisch onderzoek en opgravingen
Tegelijk, om het nominatiedossier te versterken met argumenten, richt de stichting zich vooral op meer archeologisch onderzoek en opgravingen. Jodensavanne bestaat uit meer dan de ruïne van de Synagoge, Joodse en Creoolse begraafplaats en hier en daar funderingsresten, onderstreept Fokké. Van de Unesco ontving de organisatie een ground-penetrating (grond)radar om ondergrondse structuren zoals funderingen of grafstenen te detecteren.

“We weten uit de archieven dat de synagoge het middelpunt was van een rechthoekig stratenpatroon. Wij willen nu nagaan of dit stratenpatroon werkelijk bestaat zoals de archieven aangeven.” In de buurt van de synagoge zijn er al funderingsresten van bakstenen aangetroffen.

Universiteitsstudent Jason Daiman van Delfstofproductie bedient de radar en zal op de onderzoeksresultaten afstuderen. Op basis van de analyse van de radargegevens, worden nu gerichte testputten gegraven om zoveel mogelijk funderingsresten te vinden, geeft Fokké aan. De archeoloog Irene Meulenberg en de recent afgestudeerden geschiedenis met minor archeologie Sushmeeta Ganesh en Jovan Samson doen de opgravingen.

Kennis voorhanden
Fokké zegt dat met het conserveringsproject nu kennis voorhanden is om houten grafpalen in Suriname te verduurzamen. Als directeur van Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname zal hij deze kennis onder de aandacht brengen van andere instellingen die historische begraafplaatsen beheren.

Voor de komende periode, kijkt de Stichting Jodensavanne uit naar vrijwilligers die weten wat hard werken is en willen helpen bij het conserveringsproject. Serieuze geïnteresseerden kunnen bellen met 8884425/ 8553014 of zich aanmelden via de facebook pagina Jodensavanne Foundation.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May