Indonesië: Zware regen belemmert reddingswerk na tsunami

Indonesische reddingsteams worstelden vandaag om afgelegen gebieden aan de westkust van Java te bereiken, te midden van een "extreme weersomstandigheden." Er is een waarschuwing voor hevige regen gegeven in het gebied waar een tsunami vorige week meer dan 400 mensen heeft gedood.

De vissersdorpen langs de kust hebben zware regen gehad, die de wegen in modderpoelen heeft veranderd. Het zwaar weer en de slechte wegen vormen een obstakel voor konvooien die zware machines en hulp aan afgelegen gebieden brengen. Intussen hebben de autoriteiten bewoners aangespoord weg te blijven van de kust voor het geval er weer hoge golven komen.

Aswolken uit de nabijgelegen Anak Krakatau (kind van Krakatau) zette zaterdag golven van vijf meter hoog in gang in de Sunda Strait, tussen de eilanden Java en Sumatra. De aswolken verduisterden bijna het vulkanische eiland, waar een krater bij hoogwater instortte.

Het Indonesische Meteorologisch Agentschap (BMKG) zei dat het ruwe weer de krater van de vulkaan kwetsbaarder kon maken. "We hebben een monitoringsysteem ontwikkeld dat specifiek gericht is op de vulkanische bevingen bij Anak Krakatau, zodat we vroegtijdige waarschuwingen kunnen geven," zei BMKG-topman Dwikorita Karnawati, eraan toevoegend dat een uitsluitingszone van twee kilometer was opgelegd.

Het agentschap heeft het aantal bevestigde doden op 430 gezet. Minstens 159 mensen worden nog vermist. Bijna 1.500 mensen raakten gewond en meer dan 21.000 mensen zijn geëvacueerd naar hoger gelegen gebieden. Er geldt een noodtoestand tot 4 januari. De autoriteiten hopen daarmee dat het gemakkelijker zal worden om hulp in te zetten, zei Sutopo Purwo Nugroho, woordvoerder van het Nationale Bureau voor Rampenmitigatie.

Zoek- en reddingsteams hadden zich gefocust op de stad Sumur in de buurt van de zuidwestelijke punt van Java, maar "de wegen zijn beschadigd en geblokkeerd". Er moesten helikopters worden ingezet om evaluaties en evacuaties uit te voeren, voegde hij eraan toe. Vrijwilligers moesten geïmproviseerde bruggen uit betonblokken samenvoegen nadat de golven de infrastructuur langs de kust hadden weggespoeld.

Indonesië is een enorme archipel die op de "ring van vuur" van de Stille Oceaan zit. Dit jaar heeft het land zijn ergste jaarlijkse dodental geleden door rampen in meer dan een decennium. De laatste ramp, die tijdens de kerstperiode aanving, bracht herinneringen op aan de tsunami in de Indische Oceaan veroorzaakt door een aardbeving op 26 december 2004, waarbij 226.000 mensen in 14 landen werden gedood, waaronder meer dan 120.000 in Indonesië.

De tsunami op zaterdagavond volgde na de ineenstorting van een deel van het vulkaaneiland van ongeveer 64 hectare, gelijk aan zo’n 90 voetbalvelden. De golven spoelden vissersdorpen en vakantieresorts weg en lieten een kust achter met het luciferhout van huizen, verpletterde voertuigen en omgevallen bomen. Kinderspeelgoed en attracties op een kustcarnaval in Sumur bleven verspreid liggen langs een moerassig strand.

De golf van zeewater liet ook tientallen schildpadden gestrand achter op het land. Vrijwillige reddingswerkers hebben de dieren met een gewicht van enkele kilo's, terug naar de zee te dragen.

Op Sebesi-eiland in het midden van de Straat van Sunda waren helikopters gestuurd om inwoners te evacueren. Langs de kust verblijven duizenden mensen in tenten en tijdelijke onderkomens zoals moskeeën of scholen, met tientallen slaapplaatsen op de grond of in overvolle openbare voorzieningen. Rijst en instant noedels zijn in veel schuilplaatsen afgeleverd, maar schoon water, materiaal tegen nat weer, schone kleding en dekens zijn schaars, zeiden sommige evacués.

In 1883 barstte de vulkaan die toen bekend stond als Krakatoa uit en ging als één van de grootste uitbarstingen de geschiedenis in. Meer dan 36.000 mensen kwamen om in een reeks tsunami's en de wereldwijde oppervlaktetemperatuur werd met één graad Celsius verlaagd door zijn as. Anak Krakatau is het eiland dat in 1927 uit het gebied ontstond en sindsdien is gegroeid.