Staatsolie moet meer produceren om nationale ontwikkeling te financieren

Staatsolie Suriname zal snel tot meer productie moeten komen om niet alleen bij de financiële tekorten van de regering bij te schieten, maar ook bij de ontwikkeling van het land. Minister Jim Hok van Natuurlijke Hulpbronnen windt er geen doekjes om dat het bij de regering gaat om meer inkomsten van het staatsbedrijf. “Elke dollar die we nu kunnen verdienen is veel meer waard dan over tien jaar”, legt de minister uit. Staatsolie moet volgens hem nu afstappen van de zelf gemaakte keuze stationair te produceren, terwijl de potentie tot meer productie er is.

Gevraagd om cijfers waarop de eis tot meer productie gebaseerd is, kon Hok echter niet presenteren. “Ik ben geen oliedeskundige, maar als we meer inkomsten kunnen krijgen uit Staatsolie moet het ook gebeuren. Hetzelfde zou volgens Hok ook moeten gebeuren bij andere bedrijven en multinationals. Als volgens de bewindsman de revenuen hoger komen te liggen, zal de samenleving er beter van worden. “Als delfstoffen opgaan laten we het dan uit de grond halen voor meer geld om andere sectoren te ontwikkelen. Het is een normaal economisch ‘ding”, vindt Hok.

De bewindsman zegt dat de regering hierover geen gesprek heeft gehad met de leiding van Staatsolie. De regering en ik vind ook persoonlijk dat de productie omhoog moet”, zegt de minister. Op de persconferentie van de Raad van Ministers woensdag wist hij niet aan te geven waarom en waaraan het heeft gelegen dat Staatsolie niet over is gegaan tot verhoging van de productie. Hok zegt dat als Staatsolie niet in staat is te voldoen aan de eis van de regering de directie wel met cijfers zal moeten komen uitleggen waarom er geen verhoogde productie kan plaatsvinden.

Vicepresident Robert Ameerali heeft dinsdag in De Nationale Assemblee gezegd dat de verhoogde prijzen van olie op de internationale markt, enerzijds toch wel een positieve zijde hebben. “Het betekent dat de inkomsten van Staatsolie dan groter worden”, zei hij. Hok zegt ook dat Staatsolie de grootste verdiener is van het land en de regering dat ook zo wil blijven houden.