Beleid om staatsfinanciën verder in gareel te houden
08 Jul 2018, 08:27
foto
In 2017 dalen de uitgaven een volle procentpunt van het BBP, te weten van 25,8% in 2016 tot 24,8%. De inkomsten namen toe van 16,7% in 2016 tot 17,5% in 2017.


Het ministerie van Financiën deelt mee dat de overheid een beleid voert om de staatsfinanciën verder in het gareel te brengen. Het gaat om een efficiënter en rechtvaardiger, maar ook nu en in de toekomst financierbaar beleid. Allereerst is het tekort van de overheid afnemend: van circa 9,7% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) in 2015 naar 9,1% in 2016 en een verdere afname tot 7,3% in 2017, laat Financiën in een persbericht via het Nationaal Informatie Instituut optekenen.

Het BBP voor 2017 wordt volgens de huidige berekeningen van het Planbureau geschat op SRD 25.353 miljoen. Bij het vaststellen van 2017 bedroeg de schatting van het 2017 BBP SRD 26.672 miljoen. Op basis van dit oorspronkelijk aangenomen, hoger BBP bedraagt het tekort 6,3 procent. Het is een grote aanpassing in korte tijd.

Vermindering van het tekort volgde op het verder intomen van de uitgaven en een lichte inkomstenstijging. In 2017 dalen de uitgaven een volle procentpunt van het BBP, te weten van 25,8% in 2016 tot 24,8%. De inkomsten namen toe van 16,7% in 2016 tot 17,5% in 2017.

Uitgaven
De overheid draagt lopende lasten aan personeelsuitgaven, aanschaf van goederen en diensten, en subsidies. Ook de rentebetalingen horen tot de lopende uitgaven. Daarnaast pleegt de overheid kapitaalsinvesteringen in de opzet van nieuwe gebouwen, wegen en andere infrastructuur, wordt uitgelegd in het persbericht.
Sociale rechtvaardigheid en groeibevordering zijn belangrijk doelen van het uitgavenbeleid, maar de uitgaven moeten wel efficiënt zijn. Vanaf een bepaald punt is verdere uitgavenvermindering alleen mogelijk met een gedegen planning van gezonde alternatieven en vangnetten en de uitvoering zal tijd in beslag nemen.
De overheid betaalt niet alleen de salarissen van ambtenaren op de ministeries en departementen, maar ook bijvoorbeeld van de onderwijzers op de publieke en bijzondere scholen, en van het hoger en universitair onderwijs. De koopkracht is in de achterliggende maanden op peil gehouden met de toekenningen van belastingvrije toeslagen. Voor de periode 2015 tot en met 2017 bedraagt de loonsom 31% van alle uitgaven.

De aanschaf van goederen en diensten varieert van de betaling voor de vuilophaaldiensten tot de uitrusting van politie en bewaking, tot nutsvoorziening aan gebouwen en objecten, om enkele voorbeelden te noemen. Bezuinigingen op deze uitgaven heeft geresulteerd in een verlaging van hun aandeel binnen de totale uitgaven van 25% in 2015 tot 18% in 2017.

Bij de subsidies wordt een betere doelmatigheid nagestreefd. Instellingen en groepen dienen aan te tonen dat hun uitgaven sociaalrechtvaardig zijn en/of de publieke dienstverlening vergroten. Bij oneigenlijk financieel beheer of voldoende liquide middelen komen geen subsidies beschikbaar. Hierdoor komen gelden vrij voor groepen die het wel hard nodig hebben. Ondanks hogere sociale uitkeringen aan behoeftige groepen, kon het gewicht van de subsidies worden teruggebracht van 30% (2015) naar 27% (2017).

De rentelast van de overheid nam toe van 5% binnen de totale uitgaven naar 10%, terwijl de kapitaalsinvesteringen vermeerderden van bijna 9% tot 14%. Hier is een zekere samenhang tussen, in relatie tot het leningenbeleid en ook ten opzichte van de verwachte economische groei. Recente kapitaalsuitgaven worden veelal gefinancierd met buitenlandse leningen en hebben ten doel om het economisch potentieel te versterken. Suriname lost ondertussen de duurdere schulden versneld af, zodat de toekomstige rentelasten draagbaar kunnen blijven. Met andere woorden, groei-verbonden leningen betalen zichzelf uiteindelijk terug, en vooral indien de overheid ook steeds beter de schuld terugbetaalcapaciteit regelt, stelt Financiën.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May