Mensenhandel: 350 slachtoffers gered in Caribische regio

De politie in 13 Caribische en Latijns-Amerikaanse landen heeft bijna 350 slachtoffers van mensenhandel gered. De door Interpol gecoördineerde operatie Libertad redde mannen, vrouwen en kinderen die in het buitenland werden verhandeld en gedwongen werden te werken.

Er zijn slachtoffers gevonden in nachtclubs, fabrieken, markten, boerderijen en mijnen. Sommigen werkten in ruimtes "niet groter dan doodskisten", zei Cem Kolcu van de mensenhandeleenheid van Interpol. Er zijn 22 mensen gearresteerd en hebben de officiers contanten, mobiele telefoons en computers in beslag genomen.

De gecoördineerde invallen waren het resultaat van een project van twee en een half jaar, gefinancierd door de Canadese overheid, die ook gespecialiseerde officieren opleidde voor het team. De politie in het heel Caribisch gebied was erbij betrokken, onder meer op de Nederlandse eilanden Aruba en Curaçao en de Britse eilanden Turks en Caicos, maar ook in Brazilië en Venezuela.

De operaties werden geleid vanuit Barbados en ondersteund door Interpol-commandocentra in Lyon, Frankrijk en de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Tim Morris, uitvoerend directeur van politiediensten van Interpol, vertelde dat de omstandigheden in Guyana "bijzonder gruwelijk" waren. Daar zijn jonge vrouwen gered die werden gedwongen om als prostituee in de buurt van afgelegen goudmijnen te werken - locaties waar ze niet konden ontsnappen en die onderzoekers moeilijk konden vinden.

"Geïsoleerde locaties maken het moeilijk voor functionarissen om ze te ontdekken," zei Diana O'Brien, adjunct-directeur van het Openbaar Ministerie van Guyana. Ze legt uit dat het vaak voorkomt dat tegen de tijd dat ze op informatie kunnen reageren, mensenhandelaren hun slachtoffers hebben verplaatst.

Ondertussen hadden bazen in een fabriek in Saint Vincent en de Grenadines de paspoorten van hun Aziatische slachtoffers ontnomen en dwongen hen tot totale afhankelijkheid, waarbij ze al hun geld en vervoermiddelen van hen afnamen. "In alle opzichten, werden de personen tot slaaf gemaakt," zei Morris.

Wijdverspreide misdaad

Mensenhandelaren richten zich op kwetsbare mensen die grenzen willen overschrijden voor werk of een beter leven, of zelfs verhuizen van een armere naar een rijkere regio in hun eigen land. Morris legt uit dat dit het vaak moeilijker maakt om de daders te vervolgen. "Sommige mensen erkennen niet dat ze worden uitgebuit", zei hij, zodat ze geld kunnen blijven verdienen of in hun nieuwe land kunnen blijven. Anderen worden nog steeds geïntimideerd om te liegen tegen onderzoekers, wat vervolging verder compliceert.

NGO's en sociale diensten stonden klaar om steun te geven aan de geredde slachtoffers. Ze worden ondervraagd over hun ervaringen om zo het onderzoek voort te kunnen zetten. "We laten ze niet gewoon liggen," zei Morris. "Slachtoffers krijgen de juiste sociale ondersteuning die ze nodig hebben."

Lokale autoriteiten zullen beslissen of ze speciale faciliteiten zullen instellen om te zorgen voor de slachtoffers van mensenhandel, hen zullen vrijlaten of ze naar huis zullen sturen. "Het hangt allemaal af van de omstandigheden van de persoon," zei Morris. "En vaak over de middelen van het land."

Dit is één van de verschillende Interpol-projecten in het kader van zijn wereldwijde taakgroep voor mensenhandel, die wordt ondersteund door de ministers van Veiligheid van de G7. Afrika is een bijzondere zorg, hoewel Centraal- en Zuid-Amerika, het Caribisch Gebied en Azië allemaal problemen hebben met mensenhandel.

"Het is zo'n wijdverspreide misdaad," zei Morris. Hij zei dat de taskforce "voor onbepaalde tijd" zal werken om te proberen het probleem uit te roeien. "We willen een betekenisvolle impact maken," zei hij, "en het profiel van deze misdaad verhogen."