Pengel weerspreekt insinuaties Mathoera over auto's

Minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C) ontkent dat 24 politievoertuigen zijn gerepareerd en verdeeld onder politieke loyalisten en vrienden van ex-minister Jerry Miranda. Assembleelid Krishna Mathoera (VHP) maakte dit donderdag wereldkundig. Zij eiste een grondig onderzoek in deze kwestie, waarbij volgens haar sprake is van corruptie en vriendjespolitiek.

Pengel zei donderdagavond in De Nationale Assemblee dat hij het werk rond wateroverlast heeft moeten laten liggen om deze kwestie uit te zoeken. Hij deelde mee dat de toenmalige minister Jennifer van Dijk-Silos van Justitie en Politie (Juspol) aan haar collega Siegfried Wolff had gevraagd om volgens de comptabele regels de autowrakken te taxeren en te verkopen. Toen Eugene van der San aantrad op Juspol schreef hij een brief hierover aan minister Miranda. In de bewindsperiode van Ferdinand Welzijn is deze kwestie geëffectueerd, via het Korps Politie Suriname.

"Het gaat niet om auto's die voor reparatie waren aangeboden," benadrukte Pengel. Ze zijn volgens de bewindsman niet onttrokken aan de politie. Ze waren niet in rijdende staat. Het zou te veel kosten om de voertuigen te repareren. OWT&C heeft besloten om ze als sloop te gebruiken voor het repareren van auto's van het ministerie. Een paar andere voertuigen zijn met onderdelen van OWT&C in rijdende staat gebracht. Een paar zijn ingezet voor leden van het managementteam van Miranda.

Pengel deelde mee dat twintig auto's op 15 juni 2017 door het Korps Politie Suriname overgedragen zijn aan het hoofd van de werkplaats van OWT&C. Hij beloofde dat wanneer het complete dossier af is, dit met foto's en al opgestuurd zal worden naar De Nationale Assemblee. Tot nu toe is volgens de bewindsman niet gebleken dat er sprake is van corruptie of dat auto's naar politieke loyalisten en vrienden zijn gegaan. Er is volgens hem geen sprake van oneigenlijk gebruik.

Reactie Mathoera
Assembleelid Mathoera om een reactie gevraagd, vindt dat de minister alleen bevestigd wat zij heeft gezegd. "Het enige verschil is dat ik heb gezegd, dat het voor reparatie was en de minister zegt, dat het voor verkoop was. De minister bevestigt ook, dat niet verkocht is, maar dat de auto's gerepareerd zijn en niet teruggegeven aan het KPS, maar worden ingezet voor het managementteam. Dit geeft ook aan, dat terwijl KPS een voertuigenprobleem heeft, prioriteit wordt gegeven aan vrienden en partij-loyalisten van de minister. Ik kan me niet voorstellen, dat de minister zegt dat deze zaak imagoschade oplevert voor Openbare Werken en dat hij vervolgens niet in staat is stukken over te leggen. Als alles transparant was, zou de minister precies kunnen aangeven hoeveel auto's nog rijden en door wie. Ik kijk uit naar het onderzoek en de stukken. De minister heeft ook niet kunnen beantwoorden, waarom de voertuigen na reparatie niet terug zijn gegeven aan het KPS ter bestrijding van de criminaliteit". Het Assembleelid wacht het dossier van de minister af.