Evenwichtige wisselkoers basis voor groei
05 Jan 2018, 04:50
foto
De bewegingen tussen de US$ en de Euro tussen 3 en 4 januari 2018 op de kapitaalmarkt. (Beeld:XE)


Een samenleving is gebaat bij een stabiele, evenwichtige wisselkoers, zegt Stanley Mathura, directeur van Surichange Bank NV. “Het is goed voor de handel, het is goed voor het publiek en het is goed voor het land.”

“Alles staat en valt met vertrouwen in een bepaalde valuta,” beantwoordt hij de vraag waarom een valuta onder druk komt te staan. Voor regeerders is het belangrijk dat zij een transparant beleid voeren en verantwoording afleggen aan het volk. Daar komt bij kijken dat er sterke instituten (waaronder een goed functionerende Rekenkamer) moeten zijn.

De wisselkoers wordt onder andere bepaald door monetaire factoren (rente niveau, geldinflatie), door reële factoren (bezettingsgraad, productiecapaciteit, werkloosheidscijfer) en politieke factoren (stabiel politiek systeem). Mathura merkt op dat bij arme landen het koloniaal verleden ook een grote rol speelt. Afhankelijk van het product dat geëxporteerd wordt via een bepaald land, werd er een koppeling gemaakt met de valuta van het desbetreffende land. Suriname werd gekoppeld aan de Amerikaanse dollar, vanwege onze bauxietexporten naar dat land. Er werd toen een koers van SF 1,80 gehanteerd voor 1 US$ en deze werd stabiel gehouden.

Wereldwijd kent men vaste (aanpasbare) wisselkoersen, vrije wisselkoersen of koersen die gekoppeld zijn aan een internationale munteenheid, bijvoorbeeld aan de Amerikaanse dollar. Vaste wisselkoersen komen bijna nergens meer voor, legt de bankdirecteur uit. De valutamarkt wordt bepaald door vraag en aanbod. De import en export beïnvloeden de valutaschommelingen sterk. Als internationale munten worden behalve de US$ en de euro, ook de yen (Japan), de Zwitserse Frank, de Britse pond sterling en de RMB (China) gehanteerd. De wereldhandel wordt voor het grootste deel (42%) verrekend in US$, voor 40% in euro en slechts 3% in RMB.

Van de totale jaarlijkse wereldexport van US$ 18 triljoen, neemt de Europese Unie US$ 2,7 triljoen voor zijn rekening. De Verenigde Staten is goed voor US$ 1,4 triljoen en China voor US$ 2 triljoen. Olie (zowel ruwe als verwerkte) is verreweg het grootste exportproduct in de wereld en jaarlijks goed voor US$ 1,5 triljoen. Ofschoon de RMB een internationale munt is, blijft China vragen naar US$. Mathura zegt dat China meer moet verrekenen in RMB, wil het zijn aandeel van 3% op de wereldmarkt optrekken.

Belangrijk voor de ontwikkeling van de nationale koers is de verhouding tussen de US$ en de Euro (pariteit). Stel dat de verhouding tussen de US$ en de Euro 1,20 is en de Centrale Bank een koers van SRD 7,50 voor de US$ hanteert. Dan wordt de verkoopkoers van de Euro 1,20 x 7,50 dus SRD 9. De koper betaalt dan SRD 9 voor 1 Euro. Als de verhouding tussen de Euro en de US$ 1 op 1 is, dan betaal je 7,50 x 1, dus SRD 7,50 voor 1 Euro.

Bankdirecteur Mathura vindt de huidige koers van SRD 7,50 voor 1 US$ een evenwichtige aangezien die koers meer dan 6 maanden op hetzelfde niveau is gebleven. Zou de vraag en het aanbod veranderen, dan zou daar een andere koers uitrollen. Hopen op een lagere wisselkoers, is utopisch. Uit de (aangehechte) tabel blijkt dat landen met grote deviezenvoorraden ten opzichte van de Amerikaanse dollar toch zwakke munten zijn. Zo moet Japan 114 yen neertellen voor 1 US$, India moet daarvoor 65 roepies inleveren en Indonesië betaalt 13.582 Indonesische roepies voor 1 US$. Hun geld is veel minder waard dan de Surinaamse munt.

Internationaal worden goud, deviezen, internationale trekkingsrechten en een reservepositie bij IMF gerekend als dekking voor een bepaalde valutasoort. Echter is geen enkele valuta inwisselbaar aangezien we een papierenstandaard kennen. “De papierenstandaard is gebaseerd op vertrouwen,” benadrukt Mathura.
pdf-icon.gif Tabel_Enkele_kerngegevens_aantal_landen_tot_en_met_juni_2017.xls                
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May