column: Ontwikkeling begint bij de basis
19 Mar 2010, 00:01
foto


De zon aarzelt vanochtend zodat het laagje dauw op het veld nog even stand houdt. Althans, op de plekken waar gras groeit in het Emile de la Fuentestadion. Maar wat mag je verwachten van een veld dat vijf dagen per week in gebruik is om vier verschillende jeugdcompetities af te werken? Niet over zeuren, het belooft een mooie zondag te worden. De tribune is aardig gevuld met familieleden, clubmensen en liefhebbers. De een slurpt nog wat koffie uit een thermoskannetje, de ander lepelt al een portie bami naar binnen. Ik laat het bij een flesje koud water van de getraliede bar, niet ver van de cornervlag.

Dan komt er beweging vanuit de catacomben. Eerst stappen de trainers en coaches het veld op, koelboxen tussen zich in. Daarachter huppelt een hele bende wisselspelers naar de overkant van het veld waar ze maar nauwelijks met z’n allen in de dugout passen. Mijn zoon zit er ook tussen. Hij steekt zijn duim op in mijn richting en moet nog wat inschikken op de bank.

Het eerste fluitsignaal klinkt en vier teams stellen zich op tegenover de hoofdtribune. Er klinkt gejuich en de clubvlaggen worden ontrold. De spelers worden geflankeerd door zeker zes officials, stuk voor stuk in smetteloos tenue. Vervolgens stellen de teams zich op en kunnen de wedstrijden beginnen. Twee tegelijk wel te verstaan: tot elf jaar voetbalt de jeugd op een half veld, negen tegen negen.

Ook vanochtend blijkt dat er nog genoeg talent rondloopt in Suriname. Of ze nu voor Robinhood of Transvaal uitkomen of het shirt van Real Irva of Puwanani dragen. Technisch ziet het er aardig uit, van tijd tot tijd zie ik leuke individuele acties en soms zit er al overleg in het spel. Voor zover de scheidsrechter het toelaat tenminste. Want waar een arbiter, zeker bij de jeugd, zich zo onopvallend mogelijk hoort te gedragen, gebruikt deze man zijn fluit alsof hij zojuist aan de avondvierdaagse is begonnen.

De spelertjes kijken elkaar regelmatig vol ongeloof aan wanneer hij weer eens een wonderlijke beslissing neemt. Geen mens die het snapt, de coaches al helemaal niet. Het valt niet goed te praten maar ik kan hun wegwerpgebaren in de richting van de arbiter best begrijpen. En het is dat ik buiten gehoorsafstand zit, anders zou ik mijn Surinaamse woordenschat zonder twijfel met een paar nieuwe krachttermen kunnen uitbreiden. Niet moeilijk doen nu: zo’n scheids offert er toch maar mooi zijn vrije zondagochtend voor op. Voor die paar tientjes aan onkostenvergoeding zal hij niet zijn gekomen.

Mag mijn zoon intussen al warm lopen van de coach? Een blik op de dugout. Negen spelers in het veld en minstens evenveel op de bank. Niet dat er regelmatig wordt gewisseld maar de trainers hebben nu eenmaal met een spelersoverschot te maken. Voor de tweede en derde keus bestaat geen competitie. Elke vereniging mag per leeftijdsklasse maar één team inschrijven, ongeacht het aantal spelertjes dat ze in de gelederen heeft. Volgens de bond valt daar niets aan te doen. Gebrek aan accommodaties, kader, scheidsrechters, vervoer, noem maar op. Met een beetje goede wil valt dat allemaal best te regelen, denk ik onwillekeurig, maar laat ik me nu maar even op de wedstrijd concentreren.

Diep in de tweede helft komt mijn zoon in het veld. Fanatiek draaft hij naar zijn positie aan de linkerkant. Eén keer ziet hij de bal hoog over zich heen zeilen, daarna verplaatst het spel zich naar de overkant en voor hij er erg in heeft fluit de man in het kanariegele shirt voor het laatst. Iets later staat de kleine man bij te komen naast de tribune. Gewonnen, tuurlijk, altijd lekker, maar of hij ook heeft genoten van de wedstrijd? Hij haalt zijn schouders op, de volgende keer hoopt hij inderdaad iets langer mee te doen. Maar maandag gaat hij weer lekker trainen toch?

Ik heb bewondering voor zijn incasseringsvermogen en geduld. Een profvoetballer zal hij waarschijnlijk niet worden maar dat ligt dan in elk geval niet aan zijn mentaliteit. Misschien zou ik eens een voorbeeld aan hem moeten nemen. Natuurlijk, we kunnen plannen maken om zoveel mogelijk jeugdvoetballers competitie te laten spelen. Een voorstel doen om die arbiters net zo smetteloos te laten fluiten als hun tenue eruit ziet. Toernooien organiseren waarbij deelname belangrijker is dan winst.

Maar laat me eerst een koud sapje voor die jongen halen. De zon schijnt al iets uitbundiger en een groot deel van de zondag ligt nog voor ons. Misschien kunnen we straks samen naar Barcelona kijken. Messi steekt in bloedvorm. En anders gaan we lekker een potje pingpongen.

Didi Samwel
voor reactie: didisamwel@gmail.com
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May