Minister Pengel: Kennen van je hiv-status is belangrijk

De hiv-status is voor een groot deel van de samenleving nog onbekend, geeft de minister van Volksgezondheid, Patrick Pengel, in gesprek met Starnieuws aan. Hij benadrukt dat dit een groot probleem is, omdat mensen niet weten of ze geïnfecteerd zijn met het hiv-virus en dit overdragen aan anderen. De minister wijst erop dat er voldoende instanties zijn in Suriname waar een hiv-test kan worden gedaan. Hij raadt eenieder aan om de test te doen. Er zijn naar schatting in Suriname tussen 5.000 en 6.000 mensen met het hiv-virus geïnfecteerd.

Het ministerie van Volksgezondheid had op Wereld Aidsdag, 1 december, een minibeurs gehouden. Op de beurs is samen met de niet gouvernementele organisaties (Ngo's) waarmee Volksgezondheid het Nationaal Aids Programma (NAP) uitvoert, informatie verstrekt aan de samenleving. Pengel merkt op dat de Ngo's een cruciale rol vervullen omdat zij met 'de key-populaties' samenwerken, zoals mannen die seks hebben met mannen, commerciële sekswerkers en transgenders. Pengel benadrukt dat de hiv/Aids problematiek zich niet tot deze groep beperkt. Er worden juist nieuwe positieve gevallen ontdekt die niet altijd binnen deze groep valt.

Een ander zorgpunt is dat van het deel van de populatie dat besmet is, nog niet eens de helft onder behandeling is. Pengel benadrukt dat als iemand positief getest is, het leven nog niet afloopt. De overheid zorgt gratis voor medicatie, er zijn counselors en Ngo's om mensen te begeleiden om met de nieuwe levensstijl overweg te kunnen. "Je kan gewoon oud worden en tegenwoordig zijn de ontwikkelingen zo ver dat je nog indien je een kinderwens hebt, je onder begeleiding, nog steeds een kind kan krijgen dat niet geïnfecteerd raakt".

Jongeren belangrijke doelgroep
“Thuis vind ik dat we te weinig praten over seksualiteit met onze jongeren. Het blijkt nog steeds een soort van taboe te zijn, een soort bigi sma tori, kamergeheim”, meent Pengel. In het onderwijs wordt wel over seksualiteit gesproken en krijgt het voor een deel wel aandacht. De minister vindt dat men niet naïef moet zijn. Jongeren zijn seksueel actief en sommigen zelfs op veel eerdere leeftijd dan gedacht wordt. Daarom is het volgens hem belangrijk dat er juist over wordt gesproken. Hierdoor worden jongeren weerbaar en gereed gemaakt voor de maatschappij. Hoe meer ze weten hoe meer ze bewuste keuzes kunnen maken. Jongeren vertonen risicovol gedrag, ze gaan in en uit relaties, hebben steeds wisselende partners. Ze moeten niet denken dat men aan het uiterlijk kan zien of iemand besmet is.

De preventieve zorg blijft volgens Pengel hetzelfde. We blijven ons NAP uitvoeren met de Ngo's. Bij de primaire gezondheidscentra, de Medische Zending en de Regionale Gezondheidsdienst zijn er mensen getraind om voorlichting te geven. De beschikbaarheid van medicatie, zoals aidsremmers, is volgens Pengel gegarandeerd door de regering. Er wordt op dit gebied samengewerkt met partners zoals de Pan American Health Organization en Global Fund. Bij het NAP wordt gezorgd dat de aidsremmers, condooms, glijmiddel kosteloos beschikbaar zijn.

De primaire boodschap is "dat je veilig seks moet bedrijven, dat je jezelf en je partner moet beschermen, dat je altijd moet weten wat je status is en dat je ook anderen, zoals jongeren, blijft beschermen door hen informatie te geven".

Raoul Lith