Column: Verboden liefdes
31 Jan 2011, 08:30
foto


Ik houd me bezig met de vraag: wat maakt mensen gelukkig of ongelukkig en welke rol speelt de samenleving daarin? Daarvoor kijk ik naar situaties waarin er een spanningsveld optreedt tussen liefde voor de mens en liefde voor de regels van de samenleving.

Ik ben bezig met een boek over hoe hetero’s in de Surinaamse gemeenschap (in Suriname en Nederland) omgaan met homoseksualiteit. Die hetero’s waar ik het over heb, zijn de ouders, familieleden en vrienden van Surinaamse homo’s en lesbiennes. Daarom ben ik op zoek naar de verhalen van homo’s en hetero’s over het spanningsveld tussen liefde voor een familielid of vriend en gehechtheid aan tradities die doordrongen zijn van weerzin tegen verboden liefdes.
Wie zijn of haar verhaal met me wil delen, kan me gerust mailen.

Ik heb me in een ander verband verdiept in het verschijnsel verboden liefde. Het leverde een emotioneel verslag op van de spagaat waarin een Hindostaanse vader terechtkwam toen bleek dat zijn oudste dochter verliefd was op een neger.

Asha, zo noem ik haar hier, was 18 jaar toen ze op school in Paramaribo verliefd werd op John. Dat was zo rond 1965 in Suriname. Ze praat met veel warmte over haar vader.
Asha: “Mijn vader was een heel lieve man. Je voelde aan hoe hij je optilde, met je sprak of je knuffelde dat hij gek was op zijn kinderen. ’s Avonds, als we gebaad waren, kamde hij onze haren. Daarna gingen we om hem heen zitten op het balkon en vertelde hij ons spannende verhalen uit de Bhagvad Gita en de Ramayana.”

Op een dag vertelde een vriend van Asha’s vader hem: “Ik heb je dochter gezien met een neger op de brommer.”
Asha: “Hij vroeg me: ‘Is het waar?’. Ik zei dat een schoolvriend was.”
Asha had een neef die voor dekking zorgde als zij afspraken met John maakte. Zogenaamd ging ze met haar neef op stap, maar als ze eenmaal uit het zicht van het huis was verdwenen, nam John haar mee voor hun afspraken. De neef bracht haar dan weer terug naar huis.
Asha: “Op een dag kon mijn neef me niet terugbrengen. John bracht me terug naar huis. We stonden op het punt om elkaar een afscheidskusje te geven, toen ik plotseling mijn vader zag opdoemen uit het donker. Hij had ons betrapt.”

“Hij was rustig,” vervolgt Asha. “Tegen mij zei hij: ‘Beti, ga naar binnen.’
Tegen John zei hij niks.
John: “Ik was erg bezorgd. Je weet je geen raad met je houding. Hij is achter haar aangelopen naar binnen. Je weet ook niet of je moet wegrijden of moet blijven. Je had toch het gevoel dat zijn rust de stilte voor de storm was. Ik reed met gemengde gevoelens weg.”
Asha: “Mijn vader zelf heeft niets gedaan. De volgende dag heeft mijn moeder me aangesproken en gezegd dat mijn vader zeer ontevreden was dat ik met een niet-Hindostaan, een Creool, uit was gegaan. Ik heb van haar een stevig pak rammel gehad. Mijn vader heeft me nooit geslagen.”

Wat was het probleem van Asha’s vader?
John: “De man was zoon van een pandit. Hij droeg de eer en trots van zijn cultuur. In zijn cultuur is de normale gang van zaken dat zijn dochter thuis komt met een keurige Hindostaanse jongen, die in een maro trouwt met zijn dochter en de hindoe-rituelen voltrekt die daarbij horen. Daaraan ontleende hij ook zijn status binnen de Hindostaanse gemeenschap en zijn familie. Nu kwam zijn oudste dochter, zijn lievelingsdochter, met een Creool als huwelijkspartner.”

Wat voor Asha en John het begin had moeten zijn van een mooie periode van verliefdheid en blijdschap werd een periode van spanning en verdriet.
“Mijn vader had afwisselende buiten van agressie en spijt,” vertelt Asha. “Als mijn moeder me weer eens een pak rammel had gegeven, kwam mijn vader de volgende ochtend naar me toe en was superlief. Alsof hij wilde zeggen: ‘Beti, het spijt me zo.’ Ik voelde ook op die leeftijd van 18 jaar dat hij als vader nog steeds van me hield, maar als Hindostaan grote problemen met me had.”

Toen bleek dat Asha en John van plan waren door te gaan met hun verboden liefde, probeerde Asha’s vader er nog een andere draai aan te geven.
Asha: “Ik ben Hindoe en John is Christen. Hij wou dat John volgens de Hindoe-rituelen moest trouwen. We wilden dat niet. We wilden een burgerlijk en geen kerkelijk huwelijk, als middenweg.”

Op een dag was het weer zo ver. Overmand door teleurstelling en agressie joeg de vader zijn dochter uit zijn huis. “Als je je zin doorzet, dan vertrek je maar,” riep hij.
Asha: “Ik besloot een groot risico te nemen. Ik pakte mijn koffer en vertrok met de vurige hoop dat hij me zou tegenhouden. En ja hoor, ik was nauwelijks 200 meter van huis, of hij rende achter me aan en riep: ‘Beti, Beti, zo heb ik het niet bedoeld. Kom terug! Trouw zoals jullie willen, maar verlaat ons niet!”

De vader had besloten om hun relatie te tolereren, maar acceptatie was er nog niet bij.
Asha en John hadden geluk. Hun liefde was sterker dan de maatschappelijke druk. Die druk lag niet alleen bij Asha’s vader.
John: “Je moet je voorstellen. Je bent een keurige jongeman van 18 jaar. De enige zonde die je hebt begaan is dat je verliefd bent op een meisje. Daar kreeg je voor terug een enorme portie woede en agressie. Ik heb me elke keer over een drempel moeten tillen om steeds weer terug te gaan en door te gaan. Ik had ook mijn trots. Als je steeds terug gaat, lever je ook elke keer wat in van je eigenwaarde, die je ook hebt. We praten over zijn trots en eer. Hoe zit het met mijn trots en eer? De grootste pijn die je kunt hebben is wanneer je je realiseert dat de reden waarom hij je niet mag, is omdat je van een andere ras, een andere etnische groep, bent. Dat stuk was heel moeilijk om te passeren.”

Maar tussen de betonpalen van eer en vooroordeel zit de broosheid van liefde, die soms stuk gedrukt kan worden en soms als lijm kan fungeren om te binden wat schijnbaar nooit gebonden kan worden.
Asha: “Gaandeweg zag je bij mijn vader een gevoel gloren voor John. Hij zag dat John ondanks alles van me hield en ik voelde dat hij als vader nog steeds van me hield. Hij was verscheurd tussen vooroordeel en liefde. Als hij John weer eens had weggejaagd, nam hij telkens weer het initiatief om hem te bellen om zich te verontschuldigen.”
John: “Hij was soms heel emotioneel aan de telefoon. Op een of andere manier wist hij me dan weer over te halen om te komen. Achteraf, heel later, heb ik dat enorm gewaardeerd, maar op dat moment moest ik me ertoe overhalen om op mijn brommer te stappen en terug te gaan. Gaandeweg begon ik veel respect voor hem te krijgen.”

Er kwam een omslagpunt in de relatie tussen vader, dochter en schoonzoon. Asha’s vader was ziek en wilde met de grote migratiestroom van de jaren zeventig mee naar Nederland. Hij vertrok met één dochter. Zijn vrouw en de overige zes kinderen zouden later komen.
John: “Asha en ik waren een jaar getrouwd. We besloten toen om mijn schoonmoeder en de zes kinderen in huis te nemen. Dat was niet gemakkelijk. Je was pas getrouwd. Je wist niet hoe lang het zou gaan duren. Uiteindelijk duurde het langer dan een jaar.”

Asha: “Jaren later heeft mijn vader tegen mij gezegd: ‘Asha, ik weet niet of het zo goed zou zijn gegaan met ma en de kinderen als je met een andere man was getrouwd.’ Met een ‘andere man’ bedoelde hij een Hindostaan. Daar zag ik dat tolerantie was omgeslagen in liefde.”

John: “Ik heb hem later leren kennen als een man met een hele lieve inborst. Hij had een klein hart. Hij kon heel lief en goed zijn. Als hij de druk van de samenleving niet voelde, dan denk ik dat hij daar totaal anders op gereageerd had. Ook vanuit zijn liefde voor zijn oudste dochter. Die omslag van tolerantie in acceptatie en liefde zag ik in de manier waarop hij me voorstelde aan vrienden en familie. Vroeger stelde hij me niet eens voor of deed dat kortaf. Later ging hij me uitgebreid voorstellen als zijn oudste schoonzoon. Je voelde dat hij dat met trots deed.”

Verhalen met een happy ending zijn geen mooie verhalen. De ending is mooi, maar wat daaraan voorafgaat is een mengeling van vertwijfeling en verdriet, van teleurstelling en trots, van pijn en liefde.
Verboden liefdes zijn dit soort verhalen.
Ik ben op zoek naar een ander verhaal van verboden liefde, het verhaal van hetero’s die worstelen met homoseksualiteit. Die verhalen leren ons hoe geluk en ongeluk verweven zit in het spanningsveld van hoe mens en samenleving met elkaar omgaan. Mail me.

Sandew Hira


reacties: sandewhira@amcon.nl
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May