Van der San: president is niemand verantwoording verschuldigd

De directeur Bestuurs- en Administratieve Aangelegenheden van het kabinet van de president geeft een persverklaring uit op een redactioneel artikel van ‘de Ware Tijd’. De krant geeft haar mening over het ontslag van minister Martinus Sastroredjo en op de kritiek van president Desi Bouterse op de voordracht van De Nationale Assemblee over de invulling van de voorzitter van de Rekenkamer. De Ware Tijd vindt dat de afwegingen onzorgvuldig zijn geweest vanuit de president. Dit valt niet in goede aarde bij Van der San.

“In geen geval is er sprake van onzorgvuldige afwegingen van de president. Wij die belast zijn met de voorbereidingen en de administratieve afhandeling van zaken en gaan zorgvuldig genoeg te werk. Die minister is ontslagen door de president op grond van zijn executieve bevoegdheid en positie, hetgeen betekent dat hij anders dan bij een ambtenaar aan niemand verantwoording verschuldigd is, tenzij de politieke constellatie waaraan hij zijn macht ontleent hem om verduidelijking vraagt”, aldus Van der San.

Hij wijst erop dat het onmaatschappelijk handelen van de minister wordt beoordeeld door degene die hem benoemt en ontslaat. “De minister heeft geen enkel recht formeel om zich te verweren. Als men steelt, bedriegt, liegt dan is dat een onmaatschappelijk gedrag welke evenwel ook een strafbaar feit kan opleveren. Wanneer een persoon onmaatschappelijk handelt en het heeft politieke consequenties voor de betrokkene dan is het mogelijk dat ook strafrechtelijke gevolgen daaruit kan voortvloeien afhankelijk van die misstap. De vraag of de ontslagprocedure juridisch aanvechtbaar is, is zo politiek naïef dat geen antwoord behoeft”, aldus de verklaring van de topambtenaar op het kabinet van de president.

Rekenkamer
Van der San gaat ook in op voordracht van het parlement voor de invulling van de post van voorzitter en leden van de Rekenkamer. Hij wijst erop dat de Rekenkamerwet voorschrijft dat de president uit een voordracht van twee personen één benoemt. Ook bij het bestuur van de Rekenkamer is volgens hem de Personeelswet niet van toepassing.

“Erger nog de leden mogen geen landsdienaren zijn. Dus de vergelijking naar analogie van overige topambtenaren gaat in deze niet op. Dat de opvatting van de president nieuw is, geeft aan hoe middelmatig wij al die tijd bezig zijn geweest. Immers een voordracht is een officiële aanbevelingslijst van kandidaten voor een benoeming waaruit een keuze moet worden gedaan. Er is geen enkele behoefte voor discussie voor een opvatting die in overeenstemming met de wet tot uitvoering wordt gebracht”, aldus de directeur Bestuurs- en Administratieve Aangelegenheden van het kabinet van de president.

Eugene van der San, directeur Bestuurs- en Administratieve Aangelegenheden van het kabinet van de president.