Naar een effectievere Surinaamse belastingheffing
30 Sep 2016, 02:37
foto


Anno 2016 wordt er, net als in vele andere landen, belasting geheven op zowel arbeid, het verbruik en winsten uit ondernemingen. In Suriname ligt de nadruk vooralsnog vooral op de belastingheffing van looninkomsten uit arbeid en winsten uit ondernemingen. De overheid heeft het grondwettelijk recht om haar inkomsten te verkrijgen uit, onder andere, belastingmiddelen. Daarnaast heeft het heffen van belastingen een instrumenteel doel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het stimuleren van een specifieke bedrijvigheid (allocatiefunctie) of het stimuleren van sociaal gedrag (gedragseffecten).

Veel gezinnen zijn er, als gevolg van de huidige precaire situatie in Suriname, financieel erg aan achteruit gegaan. Vooral de onderste laag van de bevolking wordt in deze het hardst getroffen. Ondanks de verschillende belastingfaciliteiten moet de burger toch nog een eigenlijk-onmisbaar-deel van zijn inkomen afstaan ten gunste van, hopelijk, het publiekelijke belang.
Aan de andere kant van de medaille wordt er, eveneens onder deze mindere financiële situatie in het land, toch nog aardig geconsumeerd door zowel lokale, alsook buitenlandse consumenten. Hierbij heb ik het niet alleen over de 'kleine' consumptiegoederen, maar ook over de "grotere" goederen. Zo zijn onroerende zaken nog steeds erg in trek bij lokale en buitenlandse consumenten.

Door deze twee aandachtspunten naast elkaar en in het licht van het inkomensaspect voor de Surinaamse overheid te plaatsen, concludeer ik dat de focus van de belastingheffing op arbeidsinkomsten en winsten uit ondernemingen, moet verschuiven naar een verbruiksbelasting. Gelet op het huidige economisch karakter, zullen arbeid en ondernemerschap effectiever gestimuleerd moeten worden. Immers, de lokale burger moet gestimuleerd en in staat gesteld worden om zijn eigen financieel lot te bepalen, zonder dat hij hierin ontmoedigd wordt door barrières. De ontstane inflatie drukt, mijns inziens, al dusdanig op de Surinaamse burgers en ondernemingen, dat sommigen amper het hoofd boven water kunnen houden.

Het verbruik van vooral luxe goederen, geeft aan de andere kant wel de financiële draagkracht van de burgers aan. Het enkel aanschaffen van producten, diensten of onroerende zaken geeft aan dat de genieter financieel in staat is om van het desbetreffend goed, de vruchten en het genot dat het met zich meebrengt, te kunnen genieten. Vanuit administratief oogpunt is het nogal complex om te achterhalen welke burger al dan niet een fair-share betaalt. Daarom lijkt het heffen van het verbruik mij een goed alternatief om het vergaren van belastinginkomsten naar een effectiever punt te brengen.

Bij verbruiksbelastingen gaat het om de belastingheffing ter zake van hetgeen de burger ook daadwerkelijk gebruikt en daar het genot van verkrijgt. Hierbij kan er onder andere gedacht worden aan de invoering van de BTW, een effectieve onroerende-zaak-belasting en een auto/wegen belasting. Door de focus te leggen op verbruiksbelastingen bepaalt de burger zelf zijn belastingdruk, aangepast aan zijn persoonlijke behoeften. Verder wordt er met verbruiksbelastingen een grotere doelgroep bereikt, doordat het verbruik niet alleen betrekking heeft op de lokale bevolking, maar ook voor een groot deel op buitenlanders met Surinaamse belangen. Tenslotte zal een verbruiksbelasting niet alleen het budgettair doel ten goede komen, maar ook het instrumenteel doel van belastingen. Immers, een verbruiksbelasting beweegt de consument doorgaans en naar verwachting tot een goed doordachte aankoop. Zo zal het nut en de noodzakelijkheid van elk extra goed (denk aan: een auto of een huis) het resultaat van een weloverwogen beslissing moeten zijn, dat ons wegennet bijvoorbeeld ten goede kan komen. Zoals eerder benadrukt is dit doorgaans en naar verwachting het geval. Echter, de prijselasticiteit zal meer duidelijkheid moeten verschaffen en een betrouwbaar beeld moeten scheppen voor wat de gedragseffecten betreft.

Voor wat de ondernemingen in concreto betreft, concludeer ik dat de nationale productie meer ondersteuning verdient. Een belastingfaciliteit is misschien niet de doorslaggevende factor, maar zal zeker bijdragen aan de ontwikkeling van de nationale bedrijvigheid. Doordat Suriname eigenlijk een importeconomie heeft is de economische situatie van het land onder andere ook onderhevig aan "de grillen" van de buitenlandse economieën. Door de eigen productie te ontwikkelen zal dit risico aanzienlijk verkleind worden, kan er voorzien worden in de nationale behoefte en kan de export gestimuleerd worden, om zodoende deviezen binnen te krijgen.

Vanuit mijn perspectief zal het bovenstaande bijdragen om op een effectievere manier inkomsten te vergaren voor het land. Dit gezegd hebbende wil ik benadrukken dat belastingen slechts instrumenten zijn om inkomsten te vergaren voor publieke middelen. De wijze waarop dit besteed wordt is eerder een aangelegenheid van de desbetreffende beleidsplannen dan van de belastingen zelf.

Wellicht heb ik andere belangrijke aspecten die met het bovenstaande gepaard gaan over het hoofd gezien. Als Surinaamse vrouw en belastingspecialist wil ik graag van gedachte wisselen met het onwijs creatief en verantwoordelijk-bewuste Surinaamse volk. Daarom zie ik uw reacties graag tegemoet.

Sigourney Nabibaks, LL.M
Belastingspecialist


sigourneynabibaks@gmail.com
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May