Verdachte ontkent berovingen gepleegd te hebben

Francisco C. wordt verweten dat hij op 28 juli en 8 augustus 2014 twee berovingen heeft gepleegd in het binnenland. De man ontkent deze tenlasteleggingen. Officier van justitie, Nirmala Maikoe, heeft voor elke beroving vier jaar celstraf geëist. De verdachte merkte op dat hij een andere man had mishandeld, omdat deze zijn moeder had uitgescholden. Volgens de verdachte had die mishandeling niets met de berovingen te maken.

Het Openbaar Ministerie had aangevoerd dat een getuige van de eerste beroving, de man had herkend aan zijn postuur, geur en zijn schele ogen. Hij had eerder voor de benadeelde gewerkt. Ten tijde van het delict was de rover gemaskerd. Bij de tweede beroving had de benadeelde hem herkend aan zijn lach, stem en lichaamsbouw. De alibi van de verdachte klopte ook niet. Hij beweerde dat hij in Frans Guyana was, wat niet waar bleek te zijn. De verdachte verklaarde dat hij met 250 gram goud uit Frans Guyana was afgereisd naar Suriname. Dat goud heeft hij verkocht. Hij beweerde dat het goud niet uit misdrijf afkomstig was.

Raadsman Benito Pick die de verdachte bijstaat, voerde aan dat het wel bewezen is dat de verdachte ten tijde van het feit in Suriname was. Het is volgens hem niet bewezen dat hij op de plaats delict was. Er was ook maar een getuige gehoord en het bewijs is uit die bron geput. De raadsman merkte op dat er niet is voldaan aan bewijs minima. Op 20 juni zal deze zaak verder behandeld worden.

Wanita Ramnath