PL, VHP en NPS bereiden brief naar CHS voor
08 Jan 2016, 14:16
foto


De Pertjajah Luhur (PL), de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) en de Nationale Partij Suriname (NPS) zijn in nauw overleg met hun juristen een brief aan het voorbereiden voor het Centraal Hoofdstembureau (CHS). Dit als reactie op het besluit van het CHS om de posities van de Assembleeleden Raymond Sapoen en Diepakkoemar Chitan niet vacant te verklaren. Naar verwachting moet deze brief vanmiddag af zijn.

PL-voorzitter Paul Somohardjo zegt desgevraagd dat het vonnis van de kortgedingrechter duidelijk is: de terugroeping van Sapoen en Chitan is een feit. Op basis hiervan moet het CHS dan ook voorzien in de opvolging van beide heren. Nu het CHS zich op het standpunt heeft gesteld dat er geen vacature is ontstaan, waardoor er geen reden is om in de opvolging te voorzien, vindt de PL dat het CHS een rechterlijk vonnis naast zich neerlegt en in feite de rechterlijke macht desavoueert. “Een zeer ernstige situatie,” verwoordt Somohardjo het standpunt van de partij. Dat Eugene van der San aangeeft dat in deze kwestie van een mug een olifant wordt gemaakt, vindt de PL-voorzitter dan ook een blunder. “De zoveelste,” stelt Somohardjo, aangezien Van der San in de functie van Directeur van het Kabinet van de President meerdere steken heeft laten vallen.

Onafhankelijk orgaan
De PL vindt dat het CHS bewust het vonnis van de kortgedingrechter, waarin aangegeven is dat de terugroeping van Sapoen en Chitan rechtsgeldig is, niet heeft meegenomen in zijn besluit, om dit als een ‘escape’ te gebruiken en eventueel hierop zou kunnen terugkomen. De rechter heeft op 30 december 2015 uitspraak gedaan in het kort geding dat door Sapoen en Chitan tegen de PL aanhangig is gemaakt. De politieke partij heeft dit vonnis op 4 januari 2016 omstreeks 14.00 uur ter beschikking gehad. Op dezelfde dag is het CHS om 16.00 uur in beraad bijeen gekomen, om tegen 21.00 uur tot het besluit te komen dat er geen vacature is ontstaan en er dus niet in opvolging van Sapoen en Chitan hoeft te worden voorzien. Het desbetreffende proces-verbaal heeft het CHS de volgende dag, en wel op 5 januari 2016, aan de PL doen toekomen. Het voorgaande houdt in, dat als er geen commotie zou zijn geweest rondom het besluit van het CHS, dit een gepasseerd station zou zijn geweest. Maar omdat er thans verzet is omtrent dit besluit van het CHS, dat een rechterlijke uitspraak naast zich neerlegt en in feite de rechterlijke macht desavoueert, wordt Van der San ter verdediging ingezet.

In zijn artikel stelt Van der San dat de PL het vonnis aan het CHS moet doen toekomen. De PL wijst er ten eerste op dat niet alleen zij als politieke partij belanghebbende is, maar ook Sapoen en Chitan. Voorts is het CHS niet te vergelijken met het Kabinet van de President, maar wordt het geacht een onafhankelijk instituut te zijn, dat een bijzondere verantwoordelijkheid draagt. Besluiten die het CHS neemt moeten dus uiterst nauwkeurig en goed afgewogen zijn. Dat dit instituut een besluit neemt over de vacante positie van Sapoen en Chitan, zonder daarbij het vonnis van de kortgedingrechter over deze kwestie in acht te nemen, terwijl ze heel goed weet dat er een rechterlijk vonnis is, kan helemaal niet door de beugel. De PL is dan ook van mening dat via Van der San gepoogd wordt een ‘escape’ te vinden voor de blunder die het CHS heeft begaan in deze kwestie. Het ware groots geweest van het CHS indien het zijn fout had erkend en deze alsnog herstelt.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May