Verbroederingspolitiek Lachmon: Tweede viool voor Hindostanen
08 Jan 2016, 10:18
foto


De verbroederingspolitiek van VHP-leider Jagernath Lachmon is door veel auteurs beschreven als een politieke verstandshuwelijk tussen Hindostanen en Creolen in de multi-etnische Surinaamse samenleving met als belangrijkste doel vrede en harmonie in het land. Maar volgens Evert Azimullah – zijn nieuwe familienaam is al enige tijd, Gonesh – is deze beschrijving te beperkt. Lachmon verdient eigenlijk het predicaat staatsman, omdat hij een nationale en geen etnische politieke leider was.

Vooral de manier waarop hij na de staatsgreep van 1980 zijn verbroederingspolitiek in het her-democratiseringsproces vorm en inhoud gaf met zijn theorie van ‘het buigende riet’, tekent Lachmon als nationale politieke leider, aldus Evert Gonesh, in zijn recent verschenen boek Jagernath Lachmon Verbroederingspolitiek in Suriname. Zelf gebruikt hij het woord ‘staatsman’ niet, maar daar komt zijn uitgebreide studie naar de verbroederingspolitiek van Lachmon eigenlijk wel op neer.

Volgens de auteur zijn betekenisvolle elementen als ‘niet het onderste uit de kan willen halen’, ‘compromissen sluiten’ en ‘altijd andere etnische groepen erbij betrekken’ duidelijke verschillen geweest met de toenmalige politiekvoering in omliggende Caribische landen. Evert Gonesh gaat ook uitgebreid in op de schaduwkanten van het politiek-maatschappelijk perspectief dat Lachmon met zijn verbroederingspolitiek nastreefde. De Hindostanen van wie Lachmon ruim 50 jaar de onbetwiste politieke voorman was, moesten volgens hem bijna altijd de tweede viool spelen en de Creolen vooral niet provoceren. Enkele voorbeelden.
• Pengel die in de jaren 50 een verkiezing had verloren werd door Lachmon weer in de Staten gebracht via een tussenverkiezing in het district Saramacca, waarbij de VHP-kandidaat plaats maakte voor Jopie Pengel.
• Toen de VHP in een samenwerking met de PNP in 1969 aan de macht kwam verkoos Lachmon, Jules Sedney als premier. Harry Radhakishun mocht de tweede viool spelen als vicepremier.
• Na de verkiezingen van november 1987 was Henck Arron eigenlijk Lachmon’s kandidaat voor het presidentschap. Die eer was nu echt onontkoombaar voor de VHP, gezien de rol van Lachmon in het her-democratiseringsproces. Hij koos ‘gedwongen’ voor Ramsewak Shankar als president. In de politieke praktijk was vicepresident Arron voor Lachmon veel belangrijker.
• En onder president Venetiaan schoof Lachmon de veel rustigere Jules Ajodhia naar voren. In elk geval niet een VHP-er die Venetiaan in de nek moest kunnen hijgen, bijvoorbeeld een Atta Mungra. Zoals bekend distantieerde Mungra zich in 1996 van de VHP, omdat hij vond dat Lachmon nu de eerste viool moest spelen als president en niet opnieuw Venetiaan.

De studie van Evert Gonesh eindigt met het overlijden van Lachmon en beschrijft niet of de keuze van zijn opvolger als partijvoorzitter en voorzitter DNA, Ram Sardjoe, voor het vicepresidentschap na de verkiezingen van mei 2005, een persoonlijke ambitie is geweest of ook geplaatst kan worden onder de analyse van de verbroederingspolitiek als tweede viool voor de VHP. Lachmon was standvastig in zijn rol in het parlement. Sardjoe nam deze rol – voorzitter DNA – na het heengaan van Lachmon over tot aan de verkiezingen van mei 2005. Hij had er ook voor kunnen kiezen om in de geest van Lachmon aan te blijven als voorzitter van het parlement. Zou de verbroederingspolitiek hiermee gecontinueerd zijn?

Promotie
In 1986 schreef Evert Azimullah Jagernath Lachmon Een politieke biografie als een eerste reconstructie van het leven van Lachmon. Zijn nieuwste publicatie is een meer aanvullende, maar vooral een wetenschappelijke studie van de verbroederingspolitiek van Lachmon. Evert Gonesh komt in zijn slotbeschouwing tot de conclusie dat ‘het gedachtegoed van Lachmon zich kenmerkte door een politieke attitude gericht op samenwerking tussen de grootste partijen, buigzaamheid om compromissen mogelijk te maken, parlementaire vertegenwoordiging, met nadruk op rechtsstaat en democratie’. Eigenlijk werkte Evert Gonesh in de luwte aan zijn dissertatie voor een promotie aan de Universiteit Tilburg op gezag van hoogleraar professor dr. Ruben Gowricharn. Met slechts nog het afsluitende hoofdstuk te gaan, haakte de promovendus echter om hem moverende reden af. Gonesh schreef daags daarna alsnog zijn slotbeschouwing en bood Jagernath Lachmon Verbroederingspolitiek in Suriname, ter publicatie aan bij de in Utrecht gevestigde uitgever LM Publishers.

Van de ruim 200 pagina’s van het boek, bevatten ruim 45 pagina’s maar liefst 200 voetnoten en andere persoonlijke notities. Denk bijvoorbeeld aan verwijzingen naar het werk van belangrijke auteurs over het onderwerp ‘verbroederingspolitiek’ en aan citaten uit de Handelingen van de Staten van Suriname. Een opvallende persoonlijke observatie van de auteur is voetnoot 109. ‘Zijn (Pengel –RK) latere opvolgers als leider van de NPS namelijk Henck Arron en Ronald Venetiaan zouden de term verbroederingspolitiek nimmer in de mond nemen’. Indrukwekkend is de verzameling aan het eind van hoofdstuk 6 dat over de aanloop naar de onafhankelijkheid gaat. Dit hoofdstuk heeft maar liefst 10 pagina’s aan voetnoten. Ik haal dit aan omdat Evert Gonesh ook als doel heeft gehad zijn indrukwekkende archief op deze wijze te ontsluiten voor verdere studie. Nadeel is echter wel dat de verwijzing naar voetnoten de (door)leesbaarheid van de studie niet ten goede komt. Sommige voetnoten – vooral persoonlijke ervaringen van Evert (Azimullah) toen hij actief was binnen de VHP, zijn hele interessante wetenswaardigheden die makkelijk in de tekst hadden kunnen verwerkt.

Hindori
Interessant is de visie van de auteur op de kwestie Hindori, de 20ste man van de VHP in Staten van Suriname, die aan de vooravond van de onafhankelijkheid besloot zich achter de coalitie te scharen zodat de organieke wetten van de Republiek Suriname in wording behandeld konden worden. Arron had op dat moment niet de meerderheid in het parlement. Deze ‘overstap’ van Hindori is de geschiedenis ingegaan als ‘het verraad van George Hindori’. Volgens Evert Gonesh heeft Hindori met deze stap juist zijn politieke guru Lachmon gered, omdat Lachmon aan de vooravond van 25 november 1975 in een politiek isolement was terecht gekomen. Gonesh beschrijft gedetailleerd hoe politiek Den Haag druk uitoefende op gouverneur Ferrier om premier Arron te bewegen tot een gebaar naar de oppositieleider toe, omdat Lachmon zich bij Nederlandse politici had beklaagd over de arrogante opstelling van Arron hem niet te betrekken bij de realisatie van de onafhankelijkheid. Deze Haagse lobby resulteerde in ‘het gebaar van verzoening’ die Arron in een vergadering van de Staten van Suriname maakte naar Lachmon toe. Zowel over Hindori als over dit gebaar – “Pa Lach, we gaan het samen doen”- , geeft Arron in zijn door dr. Peter Meel geschreven biografie – Henck Arron Man van het moment - een andere uitleg. Vraag is nu of de huidige leiding van de VHP bereid is op basis van de documentatie en analyse die Evert Gonesh nu openbaart, George Hindori alsnog ‘historisch’ te rehabiliteren.

Politiek probleem
Ik waag mij in deze recensie aan beantwoording van de vraag waarom Evert Gonesh bijna op de drempel van zijn promotie afhaakte. Zijn studie ontbeert visies, opvattingen en ervaringen van politici die vooral in de invulling van de verbroederingspolitiek van Lachmon na 1980 – ‘het buigende riet’ - onmisbaar zijn. Denk aan Desi Bouterse, Jules Wijdenbosch en dichter bij Evert’s Gonesh eigen oude politieke huis, de toenmalige Nieuw Front politici als Ram Sardjoe en zeker ex-president Ronald Venetiaan. Precies hier wringt de schoen. Evert Azimullah was ambassadeur in Den Haag onder president Venetiaan I. Na de verkiezingen van mei 1996 kwam de NDP aan de macht met president Jules Wijdenbosch. Azimullah keerde niet terug naar huis, maar wist het voor mekaar te krijgen dat hij als ambassadeur in Den Haag kon aanblijven. De NPS en de VHP hebben hem dit nooit vergeven en hem in wezen politiek afgeserveerd.

Toen Venetiaan na mei 2000 weer aan de macht kwam, kon Evert Azimullah onmiddellijk zijn diplomatieke bescheiden niet veel verder dan aan de balie van de receptie van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Lim A Po straat afgeven. Daarna is Evert Gonesh ook nooit meer in het VHP huis gesignaleerd en sindsdien leeft hij een teruggetrokken bestaan met zijn gezin in Nederland. Tegen deze achtergrond is het voor Evert Gonesh onmogelijk geweest om voor zijn studie ook Ram Sardjoe en Ronald Venetiaan te bevragen. Vervolgens begrijp ik waarom Evert Gonesh de hoop uitspreekt dat anderen met deze studie in de hand kunnen werken aan de vervolmaking van de vastlegging van politieke ideologie van Jagernath Lachmon. Evert Gonesh heeft in elke geval zijn bijdrage in dit opzicht geleverd. Wij moeten hem ondanks al zijn persoonlijke omstandigheden hiervoor erkentelijk zijn. Zou de VHP nu bereid zijn met de historische rehabilitatie van George Hindori ook een gebaar van verzoening naar Evert Gonesh te maken?

Roy.khemradj@gmail.com

Jagernath Lachmon Verbroederingspolitiek in Suriname van Evert G. Gonesh is uitgegeven door LM Publishers en kost 19,50 euro.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May