Wie denken zij wel dat zij zijn?
05 Jan 2016, 02:28
foto


De overgang van 2015 en het begin van 2016 zijn nauwelijks achter de rug en er is al een beeld ontstaan dat wij als samenleving niet kunnen hebben. Het hoofdkenmerk van dit beeld is dat van ons als Surinamers wordt verwacht dat wij machteloos de ontwikkelingen in ons land moeten afwachten, die door de regering worden bedacht en worden uitgevoerd.
De beeldvorming komt onder meer tot uitdrukking in de volgende gedragskenmerken:
- Links en rechts worden ambtenaren met een behoorlijke staat van dienst aan de kant gezet en worden vervangen door partijloyalisten die zich nog moeten bewijzen. Wie denken zij wel dat zij zijn?;
- De government take is verhoogd terwijl internationaal de prijzen aan de pomp dalen, de tarieven van elektra en water worden met meer dan 100 procent verhoogd en hierboven volgt er nog een devaluatie van 23% van de waarde van de SRD ten opzichte van de US dollar;
- De rentetarieven zijn fors gestegen als gevolg van overheidsingrijpen;
- Als gevolg van de devaluatie zijn de goederen in de winkels als een raket in prijs gestegen;
- Directeuren van parastatale ondernemingen worden op persconferenties en TV uitzendingen ontslagen. Wie denken zij wel dat zij zijn?;
- Met klem is gesteld dat skalians uit het economisch beeld zouden verdwijnen en plotseling wordt bekend gemaakt dat zij in de Sarakreek mogen opereren;
- Er is op een persconferentie gesteld dat het bedrijfsleven een voordracht heeft gedaan voor een nieuwe governor van de Centrale Bank, terwijl dit niet op waarheid blijkt te berusten. Het is blijkbaar niet duidelijk dat met de functie van governor van de Centrale Bank geen koehandel kan worden gedreven. Wie denken zij wel dat zij zijn?;
- Laten wegsmelten van de monetaire reserve en nu overgaan tot het aanspreken van het noodpotje van het IMF. Wie denken zij wel dat zij zijn?;
- Het bewust niet benoemen van deskundigen op strategische posities, maar hun aanhouden als waarnemers. Enkele voorbeelden zijn: de PG, de hoofdcommissaris van politie, directeur belastingdienst, Telesur, SLM en ga zo maar door. Wie denken zij wel dat zij zijn?

Tegen al deze feiten in heeft de president op nieuwjaarsdag een poging gedaan om oplossingen, voor de crisis waarin het Surinaamse volk met al haar instituten terecht is gekomen, te presenteren. Het is bij een poging gebleven omdat hij beslist niet overtuigend, oprecht en eerlijk over is gekomen. Hij heeft namelijk totaal verzuimd om planmatig en procesmatig aan te geven hoe wij uit de huidige financieel-economische en sociale crisis zullen moeten kruipen. In plaats hiervan zag hij de redding in de productie van Staatsolie en Surgold en de diversificatie van de economische structuur die nog moet komen en waarschijnlijk behoorlijk lang op zich zal laten wachten. Wat Surgold en Staatsolie betreft kan worden opgemerkt dat wij de ontwikkeling van de internationale prijzen niet zelf in de hand hebben, waardoor de president eigenlijk hoopt op geluk. Ten aanzien van de genoemde diversificatie is er niet eens gesproken over een plan, locaties en laat staan over geld. Indien hij met een pakket concrete stimulerende maatregelen speciaal voor de sectoren die hij genoemd heeft, maar vooral voor de industriële ontwikkeling was gekomen, dan was dit een andere zaak. Zonder concrete stimulerende maatregelen is namelijk nergens ter wereld de industrie op gang gekomen. Waarom zou dit dan in ons land wel het geval zijn?
Verder was hij nauwelijks concreet over het inkomens en uitgavenvraagstuk van de burgers en met name de uit de middenklasse en de sociaal zwakkeren in onze samenleving. En wat opmerkelijk was is dat het woord goed bestuur nergens is gevallen terwijl dat één van de belangrijkste zorgpunten is waarmee grote delen van de burgers zitten.

Het gedrag van de regering zal duidelijk moeten veranderen indien men het vertrouwen van de burgers wenst te winnen. Dit betekent dat de volgende zaken onder meer moeten worden aangepakt:
- De Nationale Assemblee moet van de regering een plan voor herstel en ontwikkeling ontvangen en er moet rond dit plan een nationaal debat volgen;
- De planningsinstituten op de diverse Ministeries en het Planbureau moeten binnen 6 maanden operationeel worden gemaakt;
- De Bankwet moet worden dichtgetimmerd, zodat de nationale munt optimaal kan worden beschermd tegen mogelijke uitwassen;
- Er moeten concrete stimuleringsmaatregelen worden genomen teneinde de industriële basis van onze economie te vergroten;
- Herstelplan ter versterking van de SRD uit hoofden van verplichtingen naar het noodfonds IMF waar we geconfronteerd worden met een schuld van SRD 485 miljoen als gevolg van niet prudent financieel beleid t.a.v. de SDR’s (Special Drawing Rights/IMF)
- Prijsstijgingen en devaluaties moeten ten koste van alles in de hand worden gehouden en liefst worden voorkomen.

John van Coblijn,
Volksbeweging Nieuwe Politiek
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May